# coding: utf8 from __future__ import unicode_literals VERBS = set( ( "-komen -lezen -met -nemen -teken -typen aaien aanaarden aanademen aanbaffen " "aanbaggeren aanbakken aanballen aanbanden aanbassen aanbehoren aanbelanden " "aanbelangen aanbellen aanbenen aanberen aanbermen aanbersen aanbesteden " "aanbesterven aanbetalen aanbeteren aanbetreffen aanbetrouwen aanbeuren " "aanbevelen aanbidden aanbieden aanbijten aanbikken aanbinden aanblaffen " "aanblazen aanbleken aanblessen aanblijven aanblikken aanbloeden aanboeken " "aanboeten aanbollen aanbomen aanbonzen aanboren aanbotsen aanbouwen " "aanbraden aanbraken aanbranden aanbrassen aanbreien aanbreken aanbrengen " "aanbriesen aanbruinen aanbruisen aanbrullen aanbuigen aanbulderen " "aandachtzoeken aandammen aandampen aandaveren aandelenpakket aandienen " "aandiepen aandijken aandikken aandoen aandossen aandraaien aandragen " "aandraven aandrentelen aandreven aandrijven aandringen aandrinken aandruisen " "aandrukken aanduiden aandurven aanduwen aandweilen aaneenbinden aaneenboeien " "aaneenbouwen aaneenbreien aaneenbrengen aaneendoen aaneendraaien " "aaneendriegen aaneenflansen aaneengrenzen aaneengroeien aaneenhaken " "aaneenhangen aaneenhechten aaneenhouden aaneenketenen aaneenkitten " "aaneenklampen aaneenkleven aaneenklinken aaneenkluisteren aaneenknopen " "aaneenkoeken aaneenkoppelen aaneenkrijgen aaneenlassen aaneenleggen " "aaneenliggen aaneenlijmen aaneennaaien aaneennagelen aaneenpassen " "aaneenplaatsen aaneenplakken aaneenpraten aaneenrijgen aaneenschakelen " "aaneenschieten aaneenschrijven aaneensluiten aaneensmeden aaneensnoeren " "aaneensolderen aaneenspijkeren aaneenstoten aaneenstrikken aaneenvlechten " "aaneenvoegen aaneenwellen aaneenzetten aaneenzitten aanerven aanetteren " "aanfietsen aanflitsen aanfloepen aanfluiten aanfokken aanfronsen aanfruiten " "aangaan aangapen aangepassen aangeraken aangespen aangevaren aangeven " "aangezuurd aangieren aangieten aangifte aanglijden aanglimmen aangloeien " "aangloren aangluipen aangluren aangolven aangooien aangorden aangrauwen " "aangraven aangrenzen aangrijnzen aangrijpen aangrimmen aangrinniken " "aangroeien aangroenen aangrommen aanhaken aanhalen aanhalingsteken aanhangen " "aanharden aanharken aanhebben aanhechten aanheffen aanhelen aanhelpen " "aanhikken aanhinken aanhitsen aanhobbelen aanhogen aanhollen aanhopen " "aanhoren aanhouden aanhuppelen aanhuwelijken aanhuwen aanijlen aanjagen " "aanjakkeren aanjanken aanjoelen aanjuichen aankaarten aankakken aankalken " "aankankeren aankanten aankappen aankarren aankauwen aankeffen aankeren " "aankermen aankerven aankijken aanklagen aanklampen aanklappen aanklauwen " "aankleden aanklemmen aankletsen aankleven aanklikken aanklinken aanklooien " "aankloppen aanklossen aankloten aanklotsen aanknagen aanknijpen aanknippen " "aanknoeien aanknopen aankoeken aankoersen aankomen aankond aankondigen " "aankooien aankopen aankoppelen aankoppen aankorsten aankraaien aankrammen " "aankrijgen aankrijten aankrikken aankruien aankruipen aankruisen aankuieren " "aankunnen aankwakken aankwatsen aankweken aankwispelen aanlachen aanladen " "aanlanden aanlangen aanlappen aanlassen aanlaten aanlaveren aanleggen " "aanleiden aanlengen aanleren aanleunen aanleuteren aanleveren aanlichten " "aanliggen aanlijken aanlijmen aanlijnen aanloden aanloeien aanloeren " "aanloeven aanloggen aanlokken aanlonken aanlopen aanlummelen aanmaken " "aanmanen aanmannen aanmarcheren aanmatigen aanmelden aanmengen aanmeren " "aanmerken aanmeten aanmetselen aanmodderen aanmoedigen aanmoeren " "aanmonsteren aanmunten aannaaien aannaderen aannagelen aannemen aanpakken " "aanpalen aanpappen aanpassen aanpennen aanpersen aanpezen aanpiafferen " "aanpijpen aanpikken aanpingen aanplakken aanplanten aanpleisteren aanplempen " "aanploegen aanploffen aanporren aanpoten aanpraaien aanpraten aanpreken " "aanpresenteren aanprijzen aanprikkelen aanprikken aanpunten aanraden " "aanraken aanrakken aanranden aanraseren aanrazen aanrazeren aanrechten " "aanreed aanreiken aanrekenen aanrennen aanrichten aanrijden aanrijgen " "aanrijken aanrijpen aanrijven aanrimpelen aanrissen aanristen aanritsen " "aanroeien aanroepen aanroeren aanroesten aanroken aanrollen aanrommelen " "aanrotzooien aanrouwen aanruisen aanrukken aanruwen aansarren aanschaffen " "aanschakelen aanscharrelen aanschaven aanschellen aanschemeren aanschenden " "aanscherpen aanschieten aanschijten aanschikken aanschimmelen aanschitteren " "aanschoffelen aanschoppen aanschoten aanschouwen aanschrappen aanschreeuwen " "aanschreien aanschrijden aanschrijven aanschroeven aanschudden aanschuieren " "aanschuinen aanschuiven aanschurken aansingelen aansissen aansjokken " "aansjorren aansjouwen aanslaan aanslagen aanslappen aanslenteren aanslepen " "aansleuren aanslibben aanslijken aanslijmen aanslijpen aanslingeren " "aansloffen aansluipen aansluiten aansmeden aansmeken aansmelten aansmeren " "aansmeulen aansmijten aansmoezen aansnauwen aansnellen aansnijden aansnoeren " "aansnorren aansolderen aanspannen aanspatten aanspelden aanspelen aanspeten " "aanspieën aanspijkeren aanspijlen aanspinnen aanspitsen aansplitsen " "aanspoeden aanspoelen aansporen aanspreken aanspringen aanspugen aanspurten " "aanspuwen aanstaan aanstaarten aanstampen aanstappen aanstaren aansteken " "aanstellen aansterken aansterven aanstevenen aanstichten aanstiefelen " "aanstijven aanstikken aanstippen aanstoffen aanstoken aanstomen aanstoppen " "aanstormen aanstorten aanstoten aanstouwen aanstoven aanstralen aanstranden " "aanstraten aanstrepen aanstrijken aanstrikken aanstromen aanstrompelen " "aanstuiken aanstuiven aansturen aanstuwen aansukkelen aantakelen aantappen " "aantasten aanteken aantekenen aantelen aantellen aantichten aantieren " "aantijgen aantikken aantillen aantimmeren aantippen aantodderen aantoddiken " "aantoefelen aantoeteren aantoetsen aantokkelen aantonen aantoveren " "aantrappen aantreden aantreffen aantrekken aantrippelen aantrouwen aanturen " "aantuttelen aanvaarden aanvallen aanvangen aanvaren aanvatten aanvechten " "aanvegen aanverdienen aanvertrouwen aanvetten aanvijlen aanvijzen aanvinken " "aanvlakken aanvlammen aanvlechten aanvletten aanvliegen aanvlijen aanvloeien " "aanvlotten aanvoegen aanvoelen aanvoerdersband aanvoeren aanvollen aanvonken " "aanvragen aanvreten aanvriezen aanvullen aanvuren aanwaaien aanwachten " "aanwaggelen aanwakkeren aanwandelen aanwassen aanwellen aanwenden aanwenken " "aanwennen aanwentelen aanwerken aanwerpen aanwerven aanwetten aanweven " "aanwezen aanwijeren aanwijzen aanwinden aanwinnen aanwinteren aanwippen " "aanwitten aanwoekeren aanwrijven aanwuiven aanzaaien aanzakken aanzanden " "aanzegelen aanzeggen aanzeilen aanzenden aanzetten aanzeulen aanzeuren " "aanzien aanzitten aanzoeken aanzoeten aanzouten aanzuigen aanzuiveren " "aanzuren aanzwaaien aanzwarten aanzwellen aanzwemmen aanzwengelen aanzwepen " "aanzweven aanzwoegen aardappelrooien aarden aardvarken aardwarmte aarzelen " "abandonneren abbreviëren abdiceren abdiqueren aboleren abonneren aborteren " "abricoteren abseilen absenteren absoluteren absolveren absorberen abstineren " "abstraheren abuseren accapareren accelereren accentueren accepteren " "acclimatiseren accommoderen accompagneren accorderen accoucheren " "accrediteren accrocheren accumuleren accuseren achten achteraanblaffen " "achteraanblijven achteraangaan achteraanhollen achteraanijlen " "achteraankeffen achteraankomen achteraanlopen achteraanrennen " "achteraansnellen achteraanstellen achteraanzitten achterafbrengen " "achterafzetten achterblijven achterdoen achterdraaien achterduwen achtergaan " "achterhalen achterhouden achterklappen achterlaten achterliggen achterlopen " "achternablaffen achternablikken achternabruisen achternabrullen achternadoen " "achternadragen achternadraven achternafietsen achternagaan achternageven " "achternagillen achternagooien achternahollen achternaijlen achternajagen " "achternakeffen achternakijken achternaklossen achternakruien achternakruipen " "achternalopen achternaogen achternareizen achternarennen achternarijden " "achternaroepen achternaschieten achternasjouwen achternaslepen " "achternasmijten achternasnellen achternastaren achternasturen " "achternasukkelen achternatorsen achternatrekken achternavliegen " "achternawerpen achternazeilen achternazenden achternazetten achternazien " "achternazitten achteromblikken achteromgluren achteromhalen achteromkijken " "achteromkomen achteromloeren achteromlopen achteromzien achteropfietsen " "achterophinken achterophollen achteropkomen achteroplopen achteropraken " "achteroprennen achteroprijden achteropvliegen achteropzwemmen " "achteroverbuigen achteroverbuitelen achteroverdrukken achteroverduikelen " "achteroverduwen achterovergaan achterovergedrukt achterovergooien " "achteroverhalen achteroverhellen achteroverkantelen achteroverkrommen " "achteroverleggen achteroverleunen achteroverliggen achteroverlopen " "achteroverschoppen achteroverslaan achteroversloegen achteroversmijten " "achteroverstorten achterovertuimelen achterovervallen achteroverzijgen " "achteroverzitten achterraken achterstaan achterstellen achterstevoren " "achteruitbidden achteruitboeren achteruitdeinzen achteruitdrijven " "achteruitdrukken achteruitduwen achteruitgaan achteruitglijden " "achteruithalen achteruitjagen achteruitkachelen achteruitkrabbelen " "achteruitkruipen achteruitleren achteruitlopen achteruitmarcheren " "achteruitparkeren achteruitraken achteruitrijden achteruitrollen " "achteruitrukken achteruitschakelen achteruitschieten achteruitschoppen " "achteruitschuiven achteruitslaan achteruitslepen achteruitspringen " "achteruitsteken achteruitstellen achteruitstuwen achteruitteren " "achteruittrappen achteruittreden achteruittrekken achteruitvallen " "achteruitvaren achteruitvliegen achteruitwerken achteruitwerpen " "achteruitwijken achteruitzetten achteruitzitten achtervoegen achtervolgen " "achterwaren achterzeggen achterzeilen achtste acquitteren acteerdebuut " "acteerlessen acteren actieleren actievoeren actinide activeren activiste " "actualiseren actueren adapteren adderen adduceren adelborst adelen " "adembenemend ademen ademhalen aderen aderiseren aderkanalen aderlaten " "administreren admiraalzeilen adoniseren adopteren adoreren adresseren " "adsorberen adstrueren adverteren adviseren aerobicen afachten afbaarden " "afbaarzen afbakenen afbakken afbaljoenen afbalken afbarsten afbassen " "afbasten afbedelen afbeelden afbeitelen afbekken afbellen afbenen " "afbestellen afbetalen afbetten afbeuken afbeulen afbeuren afbidden afbieden " "afbietsen afbiezen afbiggen afbijt afbijten afbikken afbiljoenen afbinden " "afbladderen afbladen afbladeren afblaffen afblakeren afblaren afblazen " "afblijven afbliksemen afblokken afblotten afbluffen afblussen afboeken " "afboenen afboeren afboeten afbollen afbomen afbonken afbonzen afboorden " "afborduren afboren afborgen afborstelen afbotsen afbottelen afbotten " "afbouwen afbramen afbranden afbrassen afbreien afbreken afbrengen afbrijnen " "afbroddelen afbrokkelen afbruien afbuien afbuigen afbuilen afbuitelen " "afchecken afcommanderen afconcluderen afdalen afdammen afdanken afdansen " "afdassen afdeinzen afdeizen afdekken afdelen afdelingskampioen afdelven " "afdempen afdenken afdichten afdienen afdiepen afdieven afdijken afdingen " "afdingesen afdisselen afdistilleren afdobbelen afdoen afdokken afdolen " "afdonderen afdoppen afdorsen afdouwen afdraaien afdraden afdragen afdraven " "afdreggen afdreigen afdrentelen afdreunen afdribbelen afdrijven afdringen " "afdrinken afdrogen afdromen afdroppelen afdroppen afdruipen afdrukken " "afdruppelen afdruppen afduikelen afduvelen afduwen afdwaalde afdwalen " "afdweilen afdwingen afebben afeggen afeisen afeten afetsen afexerceren " "affakkelen affecteren affeilen afficheren affietsen affikken affiliëren " "affilteren affiltreren affineren affirmeren affitnessen affladderen " "afflauwen afflikken affluiten affoezelen affolen affolteren affrezen " "affronteren affuit affutselen afgaan afgappen afgazen afgebruiken afgeesten " "afgehangen afgelasten afgeraken afgeren afgeselen afgespen afgeven afgieren " "afgieten afgillen afglanzen afglijden afglippen afglipperen afgluren " "afgoeden afgolven afgoochelen afgooien afgorden afgrauwen afgraven afgrazen " "afgrendelen afgrenzen afgreppelen afgrijpen afgrissen afgronden afgruizelen " "afgutsen afhaaien afhagelen afhaken afhakkelen afhakken afhalen afhameren " "afhandelen afhangen afhappen afharden afharen afharken afhaspelen afhebben " "afhechten afheffen afheien afheinen afhekken afheksen afhellen afhelpen " "afhengelen afhielen afhijsen afhinkelen afhinken afhoeden afhoeren " "afhoereren afhoesten afhogen afhollen afhoren afhouden afhouwen afhuilen " "afhuiven afhuppelen afhuren afjachten afjagen afjakkeren afjapen afjatten " "afkaarden afkaarten afkaatsen afkabbelen afkaden afkalken afkalven afkammen " "afkampen afkandelaren afkankeren afkantelen afkanten afkapen afkappen " "afkatten afkauwen afkaveren afkegelen afkeilen afkeren afkerven afketsen " "afkeuren afkicken afkiezen afkijken afkijven afkippen afkisten afkitsen " "afkitten afkladden afklagen afklampen afklappen afklaren afklauteren " "afkleden afkleien afklemmen afkleppen afkletsen afkletteren afkleuren " "afklimmen afklinken afkloenen afklokken afkloppen afkluiven afknabbelen " "afknagen afknakken afknallen afknappen afknarpen afknauwen afknellen " "afkneuzen afknevelen afknibbelen afknijpen afknikken afknippen afknoeien " "afknokken afknopen afknotten afknuppelen afknutselen afkoelen afkoersen " "afkoken afkolven afkomen afkondigen afkopen afkoppelen afkorrelen afkorsten " "afkorten afkrabbelen afkrabben afkraggen afkraken afkransen afkrassen " "afkrauwen afkrenten afkrijgen afkrijten afkrimpen afkronen afkronkelen " "afkrooien afkruien afkruimelen afkruipen afkruisen afkuieren afkuipen " "afkuisen afkukelen afkunnen afkussen afkwanselen afkwasten afkwijnen " "afkwispelen aflaatbidden aflachen afladen aflakken aflangen aflappen " "aflassen aflaten aflatten aflaveren aflazeren aflebberen afleden afleggen " "afleiden afleken aflekken aflenen aflengen aflenzen afleppen afleren " "afletteren afleven afleveren aflezen aflichten afliegen afliggen aflijnen " "aflikken afloden afloeren aflogen afloggen aflokken afloodsen aflooien " "aflopen aflossen afluiden afluien afluisteren afluizen afmaaien afmailen " "afmaken afmalen afmanen afmangelen afmarcheren afmarmeren afmartelen " "afmatten afmazen afmelden afmelken afmennen afmeren afmerken afmesten " "afmeten afmetselen afmetsen afmieteren afmijnen afmikken afmolmen " "afmonsteren afmonteren afmoorden afmunten afmuren afnaaien afnaasten " "afnagelen afnavelen afnemen afneuzen afnijpen afnokken afnummeren afogen " "afoogsten afpachten afpakken afpalen afpanden afparten afpassen " "afpatrouilleren afpeddelen afpeigeren afpeilen afpeinzen afpekken afpelen " "afpellen afpennen afperken afpersen afpeulen afpeuteren afpeuzelen afpiepen " "afpijnen afpijnigen afpikken afpingelen afpitsen afplaggen afplakken " "afplamen afplanen afplanten afplassen afplatten afpleisteren afpleiten " "afplekken afpletten afploegen afploffen afplooien afpluimen afpluizen " "afplukken afplunderen afpoederen afpoeieren afpoetsen afpoffen afpolderen " "afpolitoeren afpompen afponden afpraaien afprakkiseren afpramen afprangen " "afpraten afpreken afprevelen afpriegelen afprijzen afprikken afprinten " "afproeven afprossen afprutsen afpuimen afpulken afpunten afraaien afrabbelen " "afraden afrafelen afraffelen afragen afraggen afraken aframmelen afranden " "afranselen afrapen afraspen afrasteren afratelen afrausjen afrazen " "afreageren afreden afregelen afregenen afreien afreiken afreizen afrekenen " "afremmen afrennen afrepelen afrepen afreuzelen africhten afridderen afriemen " "afrijden afrijgen afrijmen afrijpen afrijten afrijven afrijzelen afrijzen " "afrikaniseren afrikken afrissen afristen afritselen afritsen afroeien " "afroemen afroepen afroesten afroffelen afrojemen afroken afrollen afromen " "afronden afronselen afrooien afrossen afrotsen afrotten afrouwen afroven " "afruien afruilen afruimen afruisen afruiten afruiven afrukken afruwen " "afsabbelen afsabberen afsabelen afsappelen afscannen afschaduwen afschaffen " "afschakelen afschaken afschalen afschampen afschansen afscharren afschatten " "afschavelen afschaven afschavielen afscheiden afscheidsconcert afschemeren " "afschenken afschepen afscheppen afscheren afschermen afscherpen afscherven " "afschetsen afscheuren afschieten afschijnen afschijven afschikken " "afschilderen afschilferen afschillen afschimpen afschitteren afschminken " "afschobben afschoffelen afschokken afschommelen afschonen afschooien " "afschoppen afschotelen afschouwen afschrabben afschrapen afschrappen " "afschreeuwen afschreien afschrijven afschrikken afschrobben afschroeien " "afschroeven afschubben afschudden afschuieren afschuimen afschuinen " "afschuiven afschuren afschutten afseinen afseizen afserveren afsiepelen " "afsieperen afsijpelen afsingelen afsjacheren afsjokken afsjorren afsjouwen " "afslaan afslachten afslagen afslakken afslanken afslaven afslechten " "afslenteren afslepen afsleuren afslibben afslibberen afslieren afslijpen " "afslijten afslingeren afslippen afslissen afslobberen afsloffen afslonzen " "afslopen afslorpen afsloten afsloven afsluipen afsluiten afslurpen afsmakken " "afsmallen afsmeden afsmeken afsmelten afsmeren afsmetten afsmijten " "afsmokkelen afsnauwen afsnellen afsnijden afsnipperen afsnoeien afsnoepen " "afsnoeren afsnorren afsnuffelen afsnuiten afsollen afsoppen afspaaien " "afspaden afspanen afspannen afspatten afspekken afspelden afspelen afspeten " "afspeuren afspieden afspiegelen afspinnen afspioneren afspitten afsplijten " "afsplinteren afsplitsen afsplitten afspoelen afsponsen afsponzen afsporen " "afspouwen afspreiden afspreken afspringen afsprokkelen afspruiten afspuien " "afspuiten afstaan afstaarten afstammen afstampen afstandsleren afstapelen " "afstappen afstaren afsteken afstekken afstelen afstellen afstemmen " "afstempelen afsterven afstevenen afstijgen afstijven afstikken afstippelen " "afstippen afstoffen afstoken afstomen afstommelen afstompen afstoppen " "afstormen afstorten afstoten afstoven afstraffen afstralen afstraten " "afstrepen afstreven afstrijden afstrijken afstrippen afstromen afstrompelen " "afstrooien afstropen afstroppen afstruinen afstuderen afstuiten afstuiven " "afsturen afstuwen afsuffen afsukkelen afsullen aftaaien aftafelen aftakelen " "aftakken aftanden aftanken aftappen aftarnen aftarren aftassen aftast " "aftasten aftegelen afteilen afteisteren aftekenen aftelefoneren " "aftelegraferen aftellen afteren aftesten aftikken aftillen aftimmeren " "aftintelen aftippelen aftippen aftitelen aftobben aftoefelen aftoeken " "aftoeten aftoeteren aftoetsen aftoffelen aftokken aftomen aftonnen aftoppen " "aftornen aftouwen aftoveren aftrainen aftrappen aftreden aftrekken aftrekt " "aftrenzen aftreuren aftrillen aftrimmen aftrippelen aftroefelen aftroeven " "aftroffelen aftroggelen aftrommelen aftrommen aftrompetten aftronen " "aftrossen aftruggelen aftuffen aftuigen aftuimelen aftuinen afturen afturven " "aftypen afvaardigen afvademen afvagen afvallen afvangen afvaren afvatten " "afvechten afvegen afvellen afvemen afvenen afveren afvergen afvertellen " "afverven afveteren afvetten afvezelen afvieren afvijlen afvijzen afvillen " "afvinken afvissen afvlaggen afvlakken afvlechten afvleien afvlekken afvlezen " "afvlieden afvliegen afvlieten afvliezen afvlijmen afvloeien afvloeken " "afvloeren afvlooien afvloten afvlotten afvluchten afvoederen afvoegen " "afvoeren afvollen afvorderen afvormen afvouwen afvragen afvreten afvriezen " "afvrijen afvullen afvuren afwaaien afwaarderen afwachten afwaggelen afwaken " "afwallen afwalsen afwandelen afwannen afwapperen afwassen afwateren afwegen " "afweiden afweken afwelven afwenden afwenen afwenken afwennen afwentelen " "afweren afwerken afwerpen afweten afweteren afweven afwezen afwiegelen " "afwijken afwijzen afwikkelen afwimpelen afwinden afwinnen afwinteren " "afwippen afwisselen afwissen afwitten afwoekeren afwoelen afwonen afworgen " "afworstelen afwrijven afwrikken afwringen afwroeten afwuiven afwurgen " "afzabbelen afzabberen afzadelen afzagen afzakken afzanden afzanen afzeggen " "afzeiken afzeilen afzekeren afzemen afzenden afzengen afzepen afzetten " "afzeulen afzeven afzichten afzieken afzien afziften afzijgen afzijn afzingen " "afzinken afzitten afzoden afzoeken afzoenen afzoeten afzomen afzonderen " "afzouten afzuchten afzuigen afzuipen afzwaaien afzwaarden afzwakken " "afzwavelen afzwemmen afzwendelen afzwenken afzwepen afzweren afzwerven " "afzweten afzweven afzwieren afzwijnen afzwoegen against agamen agenderen " "ageren agglomereren agglutineren aggregeren agioteren agiteren aien ain't " "airbrushen akkeren al-assad al-bayen al-mulk alarmeren alcoholiseren " "aldehyde alfabetiseren aligneren aliëneren alkaliseren alkaloïde alkaloïden " "alkyleren alkyn alleenwerken allerlaatst allertijden allesbeslissen " "alliantiewapen allitereren allittereren alliëren allroundschaatsen alluderen " "almanakken almede alomvattende alpineskiën alsjeblieft alstublieft alte " "altereren alterneren altijddurend aluinen aluminiseren aluminiumchloride " "aluminiumoxide alumiseren alziend amalgameren amanderen ambeteren " "ambivalente ambiëren amenderen amerikaniseren amine amortiseren amoveren " "amphitrite amplificeren amputeren amuseren an analogiseren analyseren " "anarchist anatomiseren anatoom andante anderszijn angstaanjagend animeren " "ankeren annexeren annihileren annonceren annoteren annuleren anonimiseren " "antecederen antedateren antibinden antichambreren anticiperen antidateren " "antwoorden apaiseren aparte apegapen apen aperitieven aphrodite aplaneren " "apocoperen apparenteren appelhappen appelleren appelplukken applaudiseren " "applaudisseren appliqueren apporteren appreciëren appreteren approberen " "approvianderen après-skiën aquagymmen aquajoggen aquarellen aquarelleren " "aquarobiccen aquarobikken arabiseren arbeiden arbeidsongeschikte arbitreren " "arceren archaïseren archeologen archiveren ardoiseren aren argumenteren " "argwanen aride aromatiseren arrangeren arren arresteren arriveren arrogeren " "arroseren arseen articuleren artist artiste asemen asfalteren asfyxiëren " "aspireren assaisoneren assembleren assen asserteren assigneren assimileren " "assistent-dirigent assisteren associëren assoneren assorteren assumeren " "assureren astarte aswippen atletiekloopbaan atomiseren atriumfibrilleren " "atrofiëren attachen attacheren attaqueren attenderen attesteren attraperen " "attribueren attribuut auditeren augurken ausculteren authentiseren autodelen " "automatiseren autopetten autoracen autorijden autoriseren avaleren avanceren " "aviveren avondmalen avondvullende avonturen azen aëreren baad baaivangen " "baakzetten baanlopen baanmaken baanrijden baantjerijden baanwielrennen " "baarden baarsachtigen baarzen babbelen babysitten bachelorgraad backen " "backuppen bacteriedodende badderen badineren badmintonnen baffen " "bagatelliseren baggelen baggeren baht bajonetschermen bakenen bakeren " "bakerhaaien bakkeleien bakken bakschieten baksen bakzeilhalen balanceren " "balansen balderen balen baliën baljoenen balkaniseren balken ballast " "ballasten ballen balletdansen ballonvaren balloteren balsemen balslaan " "baltsen bamzaaien banaliseren banderen banderolleren bandstoten banen " "banjeren bankdrukken banken banketbakken banketteren bankieren bankwerken " "bannen bantamgewicht banvloeken baratteren barbecuen barbieren barderen " "baren barnen baronesse barreren barricaderen barsten baseballen basen " "baseren basketballen basketten bassen bassiste bastaarderen basten " "bastonneren baten batikken batonneren batten batteren bauwen bazelen bazen " "bazuinen beaarden beademen beamen beangsten beangstigen beantwoorden " "bearbeiden beargumenteren beasemen beatificeren bebaarden bebabbelen " "bebakenen bebinden bebladerd bebloeden beboeren beboeten bebossen beboteren " "bebouwen bebroeden becijferen becommentariëren beconcurreren bedammen " "bedampen bedanken bedaren bedauwen bedden bedeesd bedekken bedelen bedelven " "bedenken bederven bedevaarten bedienen bedijken bedillen bedingen " "bediscussiëren bediscuteren bedisselen bedoelen bedoen bedonderen bedotten " "bedplassen bedragen bedreigen bedriegen bedrijfshuishoudkunde bedrijfsruimte " "bedrijven bedrinken bedroeven bedrogene bedroppelen bedroppen bedruipen " "bedrukken bedruppelen bedruppen beduchten beduiden beduimelen beduvelen " "bedwateren bedwelmen bedwingen beeksteenvliegen beeldbepalende beelden " "beeldend beeldgieten beeldhouwen beeldsnijden beeldsteken beeldvormen " "beendraaien beesten beetgrijpen beethebben beethouden beetkrijgen beetnemen " "beetpakken beewegen beffen befietsen befloersen befrommelen begaaien begaan " "begapen begeesteren begeleiden begenadigen begeren begeven begieren begieten " "begiftigen begillen beginnen beglazen begluren begoochelen begost begosten " "begrazen begrenzen begrijpen begrinden begrinten begroeien begroeten " "begrommen begroten begruizen begunstigen behagen behakken behalen behameren " "behandelen behappen beharen behartigen beheersen beheksen behelpen behelzen " "beheren behoeden behoeven behoren behouden behouwen behuwen beiaarden " "beieren beijveren beijzelen beitelen beitsen bejagen bejammeren bejegenen " "bejubelen bekabelen bekaden bekakken bekalken bekamen bekampen bekappen " "bekendmaken bekendstaan bekennen bekeren bekeuren bekijken bekijven bekisten " "bekken bekkensnijden bekkentrekken bekladden beklagen beklampen beklappen " "beklauteren bekleden beklemmen beklemtonen bekletsen beklijven beklimmen " "beklinken beklinkeren beklonteren bekloppen beknabbelen beknagen beknellen " "beknibbelen beknijpen beknippen beknorren beknotten bekoelen bekogelen " "bekoken bekokstoven bekomen bekommeren bekonkelen bekopen bekoren bekorsten " "bekorten bekostigen bekrabbelen bekrabben bekrachtigen bekrammen bekransen " "bekrassen bekreunen bekribben bekrijten bekrimpen bekritiseren bekronen " "bekruipen bekruisen bekuipen bekvechten bekwamen bekwijlen beladen belagen " "belanden belangen belangstellen belasten belasteren belastingrecht " "belatafelen belatten belazeren beledigen belegeren beleggen beleiden " "belemmeren belenden belenen beleren beletselen beletten beleven beleveren " "belezen belgen belichamen belichten beliegen believen belijden belijmen " "belijnen belikken bellen bellenblazen beloeren belommeren belonen belonken " "belopen beloperen beloven beltmolen beluchten beluiden beluien beluisteren " "bemachtigen bemalen bemannen bemantelen bemasten bematten bemeesteren " "bemensen bemerken bemesten bemeten bemeubelen bemiddelen bemillimeteren " "beminde beminnen bemodderen bemoederen bemoedigen bemoeien bemoeilijken " "bemonsteren bemorsen bemuren benaarstigen benadelen benaderen benadrukken " "benagelen benamen benauwen bendelen benedijen beneficiëren benemen benen " "benevelen bengelen benieuwen benijden benjispringen benne bennen benodigen " "benoemen benutten beoefenen beogen beoliën beoordelen beoorlogen bepakken " "bepalen bepantseren beparelen bepeinzen bepekken beperken bepikken bepissen " "beplaasteren beplakken beplanken beplanten beplassen bepleisteren bepleiten " "beploegen beplooien bepoederen bepoeieren bepoetelen bepolderen bepotelen " "bepoten beppen bepraten bepreken beproeven beraadslagen beraden beramen " "berapen berde berechten beredderen beredeneren beregenen bereiden bereiken " "bereizen berekenen beren berennen berenten bergbeklimmen bergen berichten " "beridderen berijden berijmen beringen berispen bermen beroemen beroepen " "beroepsloopbaan beroepsvaart beroeren beroken berokkenen berouwen beroven " "bersen bersten beruiken beruste berusten besanden besausen beschadigen " "beschaduwen beschamen beschansen beschaven bescheiden beschenken bescheren " "beschermen bescheuren beschieten beschijnen beschijten beschikken " "beschilderen beschimmelen beschimpen beschoeien beschouwen beschreeuwen " "beschreien beschrevene beschrijden beschrijven beschuimen beschuldigen " "beschutten beseffen besjoechelen besjoemelen beslaan beslapen beslechten " "beslijken beslissen besluipen besluiten besluitvormen besmeren besmetten " "besmeuren besnaren besnedene besneeuwen besnijden besnoeien besnuffelen " "besodemieteren besommen besonderen bespannen besparen bespatten bespelen " "bespeuren bespieden bespiegelen bespijkeren bespikkelen bespioneren " "bespitten bespoedigen bespoelen bespotten bespreken besprengen besprenkelen " "bespringen besproeien bespuiten bespuwen bestampen besteden bestedingen " "besteken bestelen bestellen bestemmen bestempelen bestendigen besterven " "bestickerden bestickeren bestieren bestijgen bestikken bestippelen bestippen " "bestoefen bestoelen bestoken bestoppen bestormen bestorten bestraffen " "bestralen bestraten bestrijden bestrijken bestrooien bestuderen bestuiven " "besturen bestverkopen besuikeren betalen betamen betasten betegelen " "betekenen betekenisonderscheiden betelen betelkauwen betengelen beteren " "beteugelen beteuterd betichten betijen betimmeren betingelen betitelen " "betittelen betoelagen betogen betomen betonen betonnen betonneren " "betonstorten betoveren betrachten betraliën betrappen betreden betreffen " "betrekken betreuren betrouwen betten betuigen betuinen betuttelen " "betwijfelen betwisten beugelen beugen beuken beulen beunen beunhazen " "beurelen beuren beursnoteren beurzensnijden beuzelen bevangen bevaren " "bevatten bevechten bevederde beveiligen bevelen beven bevestigen " "bevindelijk-gereformeerde bevinden bevingeren bevissen bevitten bevlaggen " "bevlekken bevleugelen bevliegen bevlijtigen bevloeien bevloeren bevochten " "bevochtigen bevoegd bevoelen bevolken bevoogden bevoordelen bevoordeligen " "bevoorraden bevoorrechten bevorderen bevrachten bevragen bevredigen " "bevreemden bevriezen bevrijden bevroeden bevrouwen bevruchten bevuilen " "bewaardgebleven bewaarheiden bewaken bewallen bewalmen bewandelen bewapenen " "bewaren bewasemen bewassen bewateren bewegen bewegwijzeren beweiden bewenen " "beweren bewerken bewerkstelligen bewesten bewieroken bewijzen bewilligen " "bewimpelen bewolken bewonderen bewonen bezaaien bezagen bezakken bezanden " "bezatten bezegelen bezegenen bezeiken bezeilen bezembinden bezemen bezen " "bezeren bezetten bezeveren bezichtigen bezielen bezien bezigen bezighouden " "bezingen bezinken bezinnen bezitten bezoden bezoedelen bezoeken bezolderen " "bezoldigen bezomen bezondigen bezorgen bezuiden bezuinigen bezuipen bezuren " "bezwadderen bezwalken bezwangeren bezwaren bezwendelen bezweren bezweten " "bezwijken bezwijmen beëdigen beëindigden beëindigen beëndigen beërven " "beïnkten beïnvloeden biatleet biatlon bibberen bidden biechten biechthoren " "bieden biepen bierbrouwen bieten bieteren bietsen biezen big-end bigband " "biggelen biggen bij-installeren bijbabbelen bijbellezen bijbenen " "bijberekenen bijbestellen bijbetalen bijbeunen bijbinden bijblijven " "bijboeken bijboeten bijbouwen bijbrassen bijbrengen bijbrokken bijbuigen " "bijdoen bijdokken bijdraaien bijdragen bijdrukken bijeenbehoren bijeenbinden " "bijeenblijven bijeenbrengen bijeendoen bijeendrijven bijeengaren " "bijeengieten bijeengooien bijeenhalen bijeenhangen bijeenharken bijeenhouden " "bijeenjagen bijeenkomen bijeenkruipen bijeenleggen bijeenlopen bijeenpakken " "bijeenpersen bijeenplaatsen bijeenrapen bijeenrekenen bijeenroepen " "bijeenscharrelen bijeenschrapen bijeensprokkelen bijeensteken bijeentellen " "bijeentrekken bijeentrommelen bijeenvegen bijeenvloeien bijeenvoegen " "bijeenwerpen bijeenzamelen bijeenzetten bijeenzijn bijeenzitten bijeenzoeken " "bijeten bijfatsoeneren bijgaan bijgaand bijgeven bijgieten bijgooien " "bijgroeien bijhakken bijhalen bijhangen bijharken bijhebben bijhelpen " "bijhoren bijhouden bijinstalleren bijkletsen bijkleuren bijklussen " "bijknippen bijkomen bijkopen bijkoppelen bijkrabbelen bijkrijgen bijladen " "bijlappen bijleggen bijleren bijleveren bijlezen bijlichten bijliggen " "bijlopen bijmaken bijmengen bijmesten bijmetselen bijnaaien bijnemen " "bijpassen bijplaatsen bijpleisteren bijplekken bijpompen bijpraten bijpuimen " "bijpunten bijregelen bijrekenen bijronden bijschaduwen bijschakelen " "bijschaken bijschaven bijschenken bijscherpen bijschieten bijschijnen " "bijschikken bijschilderen bijschoffelen bijscholen bijschrapen bijschrijven " "bijschuiven bijschuren bijslapen bijslechten bijslepen bijsleuren bijslijpen " "bijsloffen bijsluiten bijsmeden bijsmelten bijsmeren bijsnijden bijsnoeien " "bijsnuiten bijspelen bijspijkeren bijsponsoren bijspringen bijsprinten " "bijspuiten bijstaan bijsteken bijstellen bijstoken bijstoppen bijstorten " "bijstoten bijstouwen bijstraten bijstrijken bijstuderen bijsturen bijtanken " "bijtekenen bijtellen bijten bijtikken bijtinten bijtippen bijtomen " "bijtrainen bijtrappen bijtreden bijtrekken bijtuigen bijvallen bijvegen " "bijverdienen bijverven bijverzekeren bijvieren bijvijlen bijvloeien " "bijvoeden bijvoederen bijvoegen bijvoeren bijvolgen bijvragen bijvullen " "bijwerken bijwerpen bijwijzen bijwinnen bijwitten bijwonen bijzakken " "bijzegelen bijzeggen bijzetten bijzitten bikkelen bikken biljarten biljoenen " "billen billijken bimbammen binden bingoën binnenbellen binnenbreken " "binnenbrengen binnendijken binnendoen binnendraaien binnendragen " "binnendrentelen binnendrijven binnendringen binnendrommen binnendruppelen " "binnenduiken binnenduwen binnenfietsen binnenfluiten binnengaan " "binnengeraken binnenglijden binnenglippen binnengooien binnenhalen " "binnenhollen binnenhouden binnenhuppelen binnenkachelen binnenkijken " "binnenkomen binnenkoppen binnenkrijgen binnenkruipen binnenkunnen " "binnenlaten binnenleiden binnenleveren binnenliepen binnenlokken " "binnenloodsen binnenlopen binnennemen binnenpakken binnenpiepen binnenpompen " "binnenpraten binnenraken binnenregenen binnenrennen binnenrijden " "binnenrijven binnenroepen binnenrollen binnenrukken binnenschieten " "binnenschrijden binnenschuifelen binnenschuiven binnensijpelen binnenslaan " "binnensleeën binnenslepen binnensluipen binnensluizen binnensmokkelen " "binnenspelen binnenspringen binnensprinten binnenstaan binnenstappen " "binnensteken binnenstomen binnenstormden binnenstormen binnenstromen " "binnenstrompelen binnenstuiken binnenstuiven binnensturen binnensukkelen " "binnensurfen binnentikken binnentrappen binnentreden binnentrekken " "binnenvallen binnenvaren binnenvliegen binnenvoeren binnenvragen " "binnenwaaien binnenwandelen binnenwippen binnenzeilen binnenzetten " "binnenzuigen binnenzwalpen binnenzwemmen binnenzweven biologeren bisdommen " "bissen bisseren bitsen bitten bitteren bitumineren bivakkeren blaaskaken " "blackjacken bladderen bladen bladeren bladlopen bladranden bladrozet " "bladverliezend bladverliezende bladvlekkenziekte blaffen blaken blakeren " "blameren blancheren blanketten blaren blasfemeren blaten blauw-zwart " "blauwbekken blauwen blauwkoken blauwverven blauwzwart blazen bleeft bleiten " "blekken blessen blesseren bleten blieken bliepen blieven blijken blijven " "blikken blikkeren blikogen bliksemen bliktanden blinddoeken blinden " "blinderen blindlopen blindschaken blindslaan blindstaren blindvaren " "blindvliegen blinken blocken bloedbraken bloeddrukverlagende bloeden " "bloedlozen bloedplassen bloedspuwen bloedstollende bloedvergieten " "bloedwateren bloedzuigen bloeien bloemdekbladen bloemen bloemenmaken " "bloemenschikken bloemschikken bloemschilderen bloesemen bloezen blokken " "blokker blokkeren blokletteren blokrijden blokzeilen blonderen blootgeven " "blootleggen blootliggen blootstaan blootstellen bloottrekken blootwoelen " "bloten blotten blouwen blowen blozen blubberen bluffen blufpokeren blukken " "blunderen blussen blutsen blèren blèten boarden bobbelen bobben bobberen " "bobijnen bobsleeën bochelcicaden bodembewonen bodemen bodemjachtspinnen " "bodemzakspinnen boedelen boefen boegseren boegsprietlopen boeien boekbinden " "boekdrukken boeken boekenschrijven boekhouden boekstaven boelen boeleren " "boemelen boenen boeren boerten boeten boetseren boezemen boezemfibrilleren " "boffen boiseren bokjespringen bokjestaan bokken boksen bokspringen bokstaan " "boktorren bolderen bollejagen bollen bolronde bolsteren bolwerken bom'en " "bombarderen bomberen bomen bommelen bommen bonificeren bonjouren bonken " "bonzen boobytrappen boodschappen booglassen boogschieten boombewonen " "boomklimmen boomsnoeien boorden boordroeien boosten bootsen bordeauxrood " "borden borduren borduursel boren borneren borrelen borstelen borstelmotten " "borstelsteenvliegen borstzwemmen bosbewonen boshoen bosmuizen bosseleren " "bossen bostonnen bostonneren bosvormen botaniseren boten boteren boterwegen " "botkloppen botprikken botsen botsteken bottarga bottelen botten botvieren " "bouderen bougeren bougisseren bouquet bouten bouwen bovenblijven " "bovenbrengen bovendelen bovendrijven boveneinde bovengemiddelde " "bovengistende bovenhalen bovenhouden bovenkaaksbeen bovenkomen bovenkopen " "bovenkrijgen bovenlaten bovenleggen bovenliggen bovenspartelen bovenspitten " "bowlen boxermotoren boycotten bozen braaien brabbelen brachii braden " "brainstormen brainwashen brallen bramen branden brandmerken brandschatten " "brandschilderen brandstichten brandstofverbruik brandweerpakken brandwerend " "brandwerende braniën braseren brassen braveren bravouren breedgapen breeuwen " "breidelen breiden breien breken brengen breuken brevetteren brevieren " "bricoleren bridgen briefen briefscheuren briefwisselen briesen brieven " "brijhappen brijnen brijzelen briljanteren brillen britsen brocheren " "broddelen brodden broebelen broeden broedgelegenheid broedparen broeien " "brokkelen brokken bromide brommen bronsgieten bronswespen bronzen bronzeren " "broodbakken broodheren broodroven broodschilderen broodsnijden brootsen " "brossen brouilleren brouwen bruien bruinen bruineren bruinzwart bruisen " "brullen brunchen bruneren brushen brutaliseren bruteren bruuskeren bubbelen " "budgetteren buffelen bufferen buideldieren buien buigen buikdansen buiken " "buikschild buikspreken builen buismuggen buitelen buiten buitenbonjouren " "buitendijken buitendragen buitendrijven buitenduwen buitenfietsen " "buitenfluiten buitengaan buitenglijden buitengooien buitenhouden " "buitenkijken buitenkomen buitenkruipen buitenkuisen buitenlaten buitenliggen " "buitenliggende buitenlokken buitenlopen buitenomgaan buitenomspoelen " "buitenrijden buitenroepen buitenschoppen buitenschrijden buitenschuiven " "buitensjotten buitenslaan buitensleeën buitensluipen buitensluiten " "buitensluizen buitensmijten buitensmokkelen buitenstaan buitenstappen " "buitensteken buitenstomen buitenstormen buitenstromen buitenstrompelen " "buitensukkelen buitensurfen buitentrappen buitenvaren buitenvliegen " "buitenwerken buitenwerpen buitenzeilen buitenzetten buitenzweven " "buitenzwieren buitmaken buizen bukken bulderen bulken bullshitten bulten " "bumperrijden bundelen bungeejumpen bungeespringen bungelen bunkeren " "bureaucratiseren buren burgemeestersambt burgeren burlen busselen bussen " "buten butsen buurten bytecode bèta-onverzadigde cachetteren cadanceren " "caféchaussen calciet calcineren calculeren callen calleren calqueren " "camoufleren canard cancelen candidate canneleren canoniseren cantate " "canvassen capitonneren capituleren capteren caramboleren carboniseren " "carbureren carcinogeen carnavallen carpoolen cashen casseren casten " "castigeren castreren catalogeren catalogiseren catchen catechiseren " "categoriseren cateren cc'en cc-en cd'en cd-branden cederen celebreren cell " "celspinnen cementen cementeren censeren censureren centeren centrale " "centraliseren centreren centrifugeren certificeren certifiëren " "chain-cum-belen chambreren changeren chanteren chaperonneren chargeren " "charmeren charren charteren chassen chatten chaufferen chauffeuren cheaten " "checken chef-staf chicaneren chinezen chippen chiptunen chloren chloreren " "chloride chloroformeren chloroformiseren choken choqueren choreograferen " "chromeren chronometreren cijferen cilinderinhoud circuleren cirkelen " "ciseleren citeren civiliseren clade claimen classe classificeren clausuleren " "claxonneren clicheren clublegende clusteren co-counselen co-produceren " "coachen coaguleren coaten coderen codificeren cohabiteren coifferen " "cokesnuiven colamerk collaberen collaboreren collationeren collecteren " "collectioneren collectiviseren collideren collimeren colloceren colloqueren " "colporteren combinen combineren comitaat commanderen commentariëren " "commenteren commercialiseren committeren communiceren communiekleren " "commuteren compareren compartimenteren compenseren competeren " "competitiedebuut compileren complementeren completeren compliceren " "complimenteren complotteren componeren componiste composteren compressen " "compressoren comprimeren compromitteren computeren computeriseren comte " "concelebreren concentreren concertante concerteren concertpianist " "concertpianiste conciliëren concipiëren concluderen concorderen " "concretiseren concrète concubinaat concurreren condensatoren condenseren " "conditioneren condoleren confectioneren confedereren conferencen confereren " "configureren confirmeren confisqueren confituurbokalen conflicteren " "conformeren confronteren conglomereren conglutineren congresseren congrueren " "conjugeren connecteren consacreren consecreren consenteren conserveren " "considereren consigneren consolideren conspireren constateren constiperen " "constitueren construeren consulteren consumeren consummeren contacteren " "contamineren contenteren contesteren contextualiseren contingenteren " "continueren contracteren contraheren contramineren contrariëren " "contrasigneren contrasteren contraveniëren contribueren controleren " "conveniëren convergent convergente convergeren converseren converteren " "convoceren copiëren coproduceren copuleren coronoïde correctionaliseren " "correleren correspondentieschaken corresponderen corrigeren corroderen " "corrumperen corveeën couldn't counselen counteren countrydansen couperen " "couturier coveren coëfficiënten coëxisteren coïncideren coïteren coöpereren " "coöpteren coördineren cracken crashen crawlen crawlzwemmen crediteren " "cremeren creneleren creosoteren creperen creveren creëren cricketen " "criminaliseren croonen crossen crossrijden crowd cruisen crunchen culmineren " "culpabiliseren cultiveren cumuleren cureren curetteren cursiveren cutten " "cutteren cyanide cyclostyleren d'agoult d'albert d'alembert d'art d'arte " "d'aspremont-lynden d'aspromonte d'assenede d'aubencourt d'eeckhoutte " "d'eenhonderd d'erp d'este d'exaerde d'gen d'hoffschmidt d'hont d'hooghvorst " "d'huart d'huysse d'izoard d'oeste d'oultremont d'rheen d'rna d'ruitlichten " "d'urgell d'état d'étude daarlaten daarstellen daar\xadnaast dabben " "dactyloscoperen dagdieven dagdromen dagen daggeren dagtekenen dagtocht " "daguerreotyperen dagvaarden dagzomen dakdekken dalen dalven damasceren " "damast damegambiet damesbobben damesondergoed damhert dammen dampen danken " "dankgebed dankzeggen dansen danslessen darkride darmbeen darren dartelen " "darten dartsen dassen daten dateren dauwen dauwslaan dauwtrappen daveren " "dazen de deactiveren dealen deballoteren debarkeren debateren debatteren " "debben debiliseren debiteren deblokkeren debrailleren debrayeren " "debureaucratiseren debutante debuteren debuutseizoen decadedagen decalqueren " "decanteren decarboxyleren decensureren decentraliseren dechargeren decideren " "decimeren declameren declareren declasseren declineren decoderen " "deconfessionaliseren decoreren decouperen decreteren decriminaliseren " "decrypteren dedramatiseren deduceren deejayen deelnemen deemsteren deep " "default defibrilleren defigureren defileren definiëren deflecteren " "defloreren deformeren defragmenteren degenereren degouteren degraderen " "degusteren dehydrateren dehydreren deilden deinen deinzen deizen dejeuneren " "dekken dekwassen dekzand delegeren delen deleten delgen delibereren dell " "dell'arte delokaliseren deltavliegen delven demagnetiseren demareren " "demarqueren demarreren demaskeren dematerialiseren dementeren dementerenden " "demilitariseren demineraliseren demobiliseren democratiseren demoniseren " "demonstreren demonteren demoraliseren demotiveren dempen denationaliseren " "denaturaliseren denatureren denderen denigreren denk- denke denken " "denonceren denucleariseren denuderen denunciëren deodoriseren depaneren " "depanneren depenaliseren dependeren depolariseren depolitiseren deponeren " "deporteren depouilleren deppen depreciëren deprimeren deprivatiseren " "depriveren deprogrammeren deprotoneren deputeren derailleren derangeren " "derde dereguleren deren derogeren dertienhonderd derven desacraliseren " "desapproberen desavoueren desemen desensibiliseren deserteren desespereren " "designeren desillusioneren desinfecteren desintegreren desisteren " "desolidariseren desorganiseren desoriënteren dessineren destabiliseren " "destaliniseren destilleren destineren detacheren detailleren detecteren " "detectoren determineren detineren detoneren deugen deuken deunen deuviken " "devalueren devesteren deviëren devolgen deïnstalleren diaboliseren " "diagnosticeren dialogeren dialogiseren dialyseren diamantkloven " "diamantslijpen diamantzetten dichtbakeren dichtbebossen dichtbebouwde " "dichtbijten dichtbinden dichtbouwen dichtbranden dichtdoen dichtdraaien " "dichtdrukken dichtduwen dichten dichtgaan dichtgieten dichtgooien " "dichtgroeien dichthalen dichthouden dichtkalken dichtklappen dichtklemmen " "dichtknallen dichtknellen dichtknijpen dichtknippen dichtknopen dichtkrampen " "dichtkuipen dichtlakken dichtlappen dichtlassen dichtleggen dichtlijmen " "dichtlopen dichtmaken dichtmazen dichtmetselen dichtnaaien dichtnieten " "dichtnijpen dichtpakken dichtpersen dichtplakken dichtplooien dichtreven " "dichtritsen dichtrollen dichtschroeien dichtschroeven dichtschuiven " "dichtslaan dichtslempen dichtslibben dichtsluiten dichtsmelten dichtsmijten " "dichtsneeuwen dichtsnoeren dichtsolderen dichtspijkeren dichtspringen " "dichtstoppen dichtstrijken dichttimmeren dichttrekken dichtvallen " "dichtvouwen dichtvriezen dichtwerpen dichtzetten dichtzitten dicteren dienen " "dienstdoen dienstweigeren diepdoen diepen diepgaan diepgravende dieppersen " "dieptepeilen dieptrekken diepvriezen diepzeeduiken dierkunde dierven " "dieselen dieseltreinstellen dieven diffameren differentiaalmeetkunde " "differentiëren diffunderen diftongeren digereren diggelen digitaliseren " "digivolven digte dijen dijken dikdrukken dikke dikken dikkopmotten dilateren " "dimensioneren dimeriseren dimmen dineren dingen dingesen dinobreindenken " "diplomeren diploïde dipoolmoment dippen dirigeren dirken disciplineren " "discobowlen disconteren discoskaten discoën discrediteren discrimineren " "disculperen discussiëren discuswerpen discuteren disfunctioneren " "disharmoniëren diskrediteren diskwalificeren disloqueren dispenseren " "displayen disponeren disputeren disselen dissen dissidente dissiperen " "dissociëren dissoneren distantiëren distilleren distingeren distribueren " "divergeren diversificeren diversifiëren diverteren dividendstrippen " "divideren diëten dobbelen dobberen doceren doctoraalexamen doctoreren " "documenteren doddelen doden dodijnen doedelen doeken doelen doelgericht " "doelpunten doemdenken doemelen doemen doempen doen doezelen doffelen doffen " "dogmatiseren dokken dokkeren dokteren doktersrecept doldraaien dolen doleren " "dollen domen domesticeren domiciliëren domineren dominion dominomotten " "dominoën dommelen dompelen dompen donderen donderjagen donderstenen " "donderstralen doneren donkeren donkergekleurd donkergekleurde donkergroen " "doodbijten doodblijven doodbliksemen doodbloeden doodblussen doodbranden " "doodcijferen dooddelen dooddoen dooddrinken dooddrukken doodduwen " "doodergeren doodeten doodfluiten doodfolteren doodgaan doodgooien " "doodhongeren doodjagen doodjakkeren doodkloppen doodknallen doodkniezen " "doodknijpen doodknuffelen doodknuppelen doodkrabben doodkraken doodlachen " "doodleggen doodliggen doodlopen doodmaken doodmalen doodmartelen doodniezen " "doodnijpen doodpraten doodprijzen doodranselen doodredeneren doodrijden " "doodroeien doodsbenauwd doodschamen doodschieten doodschilderen doodschoppen " "doodschransen doodschrikken doodslaan doodsmakken doodsmijten doodsnoeien " "doodspelen doodspuiten doodstampen doodstaren doodsteken doodtrappen " "doodvallen doodvechten doodverklaren doodverven doodverwennen doodvissen " "doodvliegen doodvreten doodvriezen doodwaaien doodwerken doodwringen " "doodzeilen doodzitten doodzuipen doodzweten doodzwijgen dooien doopsgezind " "doopsgezinde doorademen dooraderen doorbabbelen doorbarsten doorbellen " "doorbenen doorberekenen doorbersten doorbesteden doorbetalen doorbeuken " "doorbeuzelen doorbidden doorbijten doorbladeren doorblazen doorblinken " "doorbloeden doorbloeien doorblokken doorboeksen doorbollen doorbomen " "doorborduren doorboren doorbouwen doorbranden doorbrassen doorbreken " "doorbrengen doorbriefen doorbrieven doorbuigen doorcomponeren doordansen " "doordekken doordelegeren doordelen doordenken doordienen doordoen doordouwen " "doordraaien doordragen doordrammen doordraven doordreggen doordrenken " "doordreunen doordrijven doordringen doordrinken doordromen doordruipen " "doordrukken doorduren doorduwen doorebben dooreengaan dooreengooien " "dooreengroeien dooreenhaspelen dooreenjagen dooreenkneden dooreenknoeien " "dooreenkoken dooreenlopen dooreenmengen dooreenroeren dooreenschudden " "dooreenschuiven dooreenslaan dooreensmelten dooreensmijten dooreenstrooien " "dooreenvaren dooreenvlechten dooreenvliegen dooreenvloeien dooreenwarren " "dooreenwerken dooreenwerpen dooreenwoelen dooremmeren dooreten doorexerceren " "doorfaxen doorfeesten doorfietsen doorfilosoferen doorfilteren doorfokken " "doorfourneren doorgaan doorgeleiden doorgelinkt doorgeven doorgieren " "doorgieten doorglijden doorglimmen doorglinsteren doorglippen doorgloeien " "doorgooien doorgraven doorgroeien doorgroeven doorgronden doorhakken " "doorhalen doorhangen doorhebben doorhelpen doorhollen doorhooien doorhouden " "doorhouwen doorhuppelen doorijlen doorijzen doorjagen doorjakkeren " "doorjassen doorkaaien doorkabbelen doorkabelen doorkallen doorkankeren " "doorkappen doorkarren doorkassen doorkauwen doorkerven doorkiezen doorkijken " "doorkladden doorkletsen doorklieven doorklikken doorklinken doorklodderen " "doorkloppen doorklutsen doorknabbelen doorknagen doorknauwen doorkneden " "doorknijpen doorknikken doorknippen doorkoken doorkomen doorkoppen " "doorkrabbelen doorkrabben doorkrassen doorkrijgen doorkruiden doorkruipen " "doorkruisen doorkuieren doorkwellen doorladen doorlappen doorlassen " "doorlaten doorleggen doorlekken doorleren doorleven doorleveren doorlezen " "doorlichten doorliggen doorloodsen doorlooien doorlopen doorluchten " "doorlullen doormaaien doormaffen doormailen doormaken doormalen " "doormarcheren doormengen doormeten doormodderen doornaaien doornagelen " "doornemen doorneuzen doornijpen doornsprinkhanen doornummeren " "doorontwikkelde doorontwikkelen doorontzanden doorpakken doorpassageren " "doorpassen doorpeinzen doorpennen doorpersen doorpeuteren doorpeuzelen " "doorpiepen doorpikken doorploegen doorploeteren doorpluizen doorpraat " "doorpraten doorpriemen doorprikken doorprocederen doorpsychologiseren " "doorrammelen doorrammen doorratelen doorrazen doorredeneren doorregen " "doorregenen doorregeren doorreizen doorrekenen doorrennen doorrijden " "doorrijgen doorrijpen doorroeien doorroeren doorroesten doorroken doorrollen " "doorrommelen doorrotten doorruisen doorrukken doorschaatsen doorschakelen " "doorschaken doorschemeren doorschepen doorscheuren doorschieten doorschijnen " "doorschokken doorschoppen doorschouwen doorschrappen doorschrijven " "doorschudden doorschuiven doorschulpen doorschuren doorschutten doorseinen " "doorsiepelen doorsieperen doorsijpelen doorslaan doorslaggeven doorslapen " "doorslenteren doorslepen doorslijpen doorslijten doorslikken doorslingeren " "doorslippen doorslokken doorsluipen doorsluizen doorsmaken doorsmelten " "doorsmeren doorsmeulen doorsmokkelen doorsneed doorsneeuwen doorsnellen " "doorsnijden doorsnotteren doorsnuffelen doorsolliciteren doorsparen " "doorspartelen doorspekken doorspelen doorspeuren doorspijkerd doorspitten " "doorsplijten doorspoelen doorsporen doorspreken doorspringen doorspuien " "doorspuiten doorstaan doorstappen doorstarten doorsteken doorstevenen " "doorstikken doorstomen doorstorten doorstoten doorstoven doorstralen " "doorstrepen doorstrijden doorstrijken doorstromen doorstrompelen " "doorstuderen doorstuiven doorsturen doorsudderen doorsukkelen doortanken " "doortasten doortekenen doortellen doortikken doortimmeren doortintelen " "doortobben doortochten doortornen doortranen doortrappen doortreinen " "doortrekken doortrillen doorvallen doorvaren doorvechten doorvegen " "doorverbinden doorverdienen doorverhuren doorverkopen doorvertalen " "doorvertellen doorverwijzen doorveteren doorvlakken doorvlammen doorvlechten " "doorvliegen doorvlijmen doorvloeien doorvoelen doorvoeren doorvorsen " "doorvouwen doorvragen doorvreten doorvriezen doorvuren doorwaaien doorwaden " "doorwaken doorwandelen doorwarmen doorwasemen doorwassen doorwateren " "doorwegen doorweken doorwenen doorwerken doorweven doorwinteren doorwoekeren " "doorwoelen doorwonden doorworstelen doorwrijven doorwringen doorwroeten " "doorwurmen doorzagen doorzakken doorzeilen doorzenden doorzetten doorzeuren " "doorzeven doorzieken doorzien doorziften doorzijgen doorzijpelen doorzingen " "doorzinken doorzitten doorzoeken doorzuipen doorzwelgen doorzwemmen " "doorzweren doorzwerven doorzweten doorzweven doorzwiepen doorzwieren " "doorzwikken doorzwoegen dooën dopen doppen dora-afstuderen dorpsgezicht " "dorpswapen dorren dorsen dorsten doseren dossen doteren dotteren doubleren " "douchen douwen doven downloaden draadsnijden draadtrekken draadwormslangen " "draagraket draagvermogen draaien draaistellen draaksteken draden dragen " "draggen draineren dralen dramatiseren dramaën drammen draperen drasland " "draven dreggen dreigen dreinen drempeldiepte drenken drentelen drenzen " "dressen dresseren dretsen dreunen dreutelen drevelen dribbelen driebanden " "driegen driekwartsmaat driften drijven drillen dringen drinken droedelen " "drogen drogeren dromen drommen droogbakken droogdeppen droogetsen " "drooghouden droogkuisen droogleggen drooglopen droogmaken droogmalen " "droogneuken droogpersen droogpoetsen droogpruimen droogreinigen droogscheren " "droogschuren droogskiën droogslijpen droogspinnen droogstaan droogstappen " "droogstoken droogvallen droogvliegen droogwrijven droogzetten droogzwemmen " "droogzwieren droomrijden droppelen droppen drossaard drossen drozen druilen " "druiloren druipen druipstaarten druisen druivenlezen druiventreden drukken " "drullen drummen druppelen druppen dtp'en duatlete dubbelen dubbelgelede " "dubbelklappen dubbelnummeren dubbelplooien dubbelprijzen dubbelprinten " "dubbelslaan dubbelveren dubbelvouwen dubbelzien dubben dubioën duchten " "duelleren duffelen duiden duikelen duiken duimen duimendraaien duimzuigen " "duisteren duivelen duizelen duizenden dulden dumpen dunken dunnen dunslijten " "duperen dupliceren duren durven dutten duvelen duveljagen duwen dwalen " "dwangvoeden dwarrelen dwarsbomen dwarsdrijven dwarsen dwarsliggen " "dwarszitten dweilen dwepen dwerggaasvliegen dwergmineermotten " "dwergspektorren dwergwerpen dwingen dynamiteren démocrate e-mailen " "ebaucheren ebben ecarteren echelonneren echoën echtbreken echten eclipseren " "economiseren eczemen edde edelhert editen eekschillen eenendertigen " "eenentwintigen eenmaken eenrichtingsdoceren eens eenvijven eerbiedigen " "eerstbekende eerste-orde eerstgenoemde eesten effectueren effenen egaliseren " "eggen egotrippen eiereneten eierleggen eierlevendbarend eiertikken eigenen " "eikschillen eilandhoppen einden eindigen eindigheid eirond eisen ejaculeren " "elastieken elastiekspringen elektrificeren elektriseren elektrocuteren " "elektrolyseren elektrolyt elektronenstuwen elektronenzuigen elideren " "elimineren emailleren emanciperen emaneren emballeren embarkeren embêteren " "emenderen emigreren emitteren emmen emmeren emotioneren empoweren emuleren " "emulgeren emulsiereinigen encadreren encanailleren encoderen enden " "endosseren enerveren engageren enkelgelede enquêteren enregistreren " "ensceneren ensemblewaarde ensemblewaarden entameren enten enteren " "entertainen enthousiasmeren entomoloog entraineren enveloppen epateren " "epileren equiperen eraankomen erachten erbarmen erekoord erelid eren " "ereteken ereveld ergeren eringooien erkennen erlangen eroderen eropvolgende " "erotiseren eruitkoppen eruitlichten eruitzetten eruitzien ervaren erven " "ervoor escaleren escamoteren escorteren essaaieren essayeren estafetteploeg " "etablisseren etaleren eten etiketteren etsen ette etten etteren " "etymologiseren europeaniseren euten euthanaseren eutroof evacueren evalueren " "evangeliseren evaporeren evenaren evenen eventueel evenzogoed evoceren " "evolueren evoqueren ewwen exagereren exalteren examenvragen examineren " "excelleren excerperen exciteren exclameren excommuniceren excommuniëren " "excuseren executeren exerceren exhaleren exhiberen existeren exorciseren " "expanderen expatriëren expediëren experimenteren expireren expliceren " "expliciteren expliqueren exploderen exploiteren exploreren exponeren " "exporteren exposeren extensiveren extirperen extraheren extrapoleren ezelen " "fabelen fabricaat fabriceren fabrieken fabrikeren fabuleren faceliften " "faciliteren factureren faden failleren faken fakkelen falen falsificeren " "falsifiëren familiariseren fanfareorkest fantaseren farceren fascineren " "faseren fatsoeneren favoriseren faxen fazantachtigen feat fecit " "federaliseren federeren feesten feestvieren feilen felen felgekleurd " "feliciteren fellow felrood felsen femelen feppen fermenteren festonneren " "feuilleteren fezelen fiatteren fibrilleren ficheren fide fiedelen fielden " "fierljeppen fietsen fietsenrennen fietsrijden figgelen figulieren figureren " "figuurrijden figuurzagen figuurzwemmen fijfelen fijnbijten fijnhakken " "fijnkappen fijnkauwen fijnknijpen fijnmaken fijnmalen fijnscherven fijnslaan " "fijnsnijden fijnspinnen fijnstampen fijnstompen fijnstoten fijntrappen " "fijnwrijven fikfakken fikken fiksen fileparkeren fileren filerijden " "filharmoniske filmcomponist filmen filmmaken filmproducente filmwerk " "filosoferen filteren filtreren finaleronde finaliseren financieren " "financiëren fineren fingeren finishen fitnessen fitten fixen fixeren " "flabberen fladderen flagelleren flakkeren flamberen flaneren flankeren " "flansen flappen flapperen flashen flateren flatteren flauwekullen flauwen " "flauwvallen flecteren flemen flensen flenzen fleppen fleren flessen fleuren " "flexibiliseren flexwerken flierefluiten flikflooien flikken flikkeren " "flippen flipperen flipperkasten flirten flitsen flocculeren flodderen " "floepen flonkeren floppen floreren floret flossen floteren flotteren " "fluctueren fluimen fluisteren fluiten fluitist flunken fluoreren " "fluoresceren fluoride fluorideren fluïdiseren flyeren fnuiken focaliseren " "focussen focusseren foefelen foeliën foerageren foerieren foetelen foeteren " "foezelen fokken fold folen foliën foliëren follikelstimuleren folteren " "fomenteren fompen fonderen fonduen fonkelen fonteinkruid foppen forceren " "forces-akkoord forenzen formaliseren formateren formatiekraken " "formatievliegen formatteren formeren formuleren forsgebouwd forte " "fortificeren forwarden fosforesceren fosforyleren fossielhoudende " "fossiliseren fotograferen fotokopiëren fotozetten fouilleren fourneren " "foutparkeren foxtrotten fractioneren fragmentariseren fragmenteren frankeren " "fransen frapperen fraseren fraterniseren frauderen frazelen freaken " "freelancen freestylen freestyleskiën freewheelen frequenteren " "frescoschilderen fretten frezen frictioneren friemelen frijnen frisbeeën " "friseren frissen frituren froisseren frommelen fronderen fronselen fronsen " "frotten frotteren fructifiëren fruiten frullen frummelen frunniken " "frustreren frutselen frutte frutten fröbelen ftp'en fuifroeien fuiken fuiven " "fulmineren fumigeren functioneren funderen fungeren fuseren fusilleren " "fusioneren futselen fysioloog fêteren föhnen gaaibollen gaaischieten gaan " "gaarstoken gaasvliegen gabberen gadeslaan gaffelen gaggelen gakken gakkeren " "galbraken galgenveld gallen galmen galonneren galopperen galvaniseren " "gambiet gamen gametofyt gank ganneven gansknuppelen gansrijden ganssabelen " "gansslaan ganstrekken ganzenborden gapen gappen garanderen garen gareren " "garneren garnieren garven gaslaan gassen gasten gasteren gasveld gaten " "gatlikken gaufreren gazen geaccidenteerd geaccidenteerde gearabiseerde " "gearmd gebaren gebeteren gebeuren gebieden geblondeerde gebochelde " "geboortegewicht gebraggen gebromeerde gebruggen gebruiken gebruikmaken " "gebruikmakend gebuurt gecarteleerde gecomplementeerd gecontraïndiceerd " "gedachtelezen gedansen gedenazificeerde gedenken gedeutereerde gedijen " "gedingen gediversifieerde gedogen gedraft geel-rode geel-zwart geeletsen " "geelgekleurde geelgerande geelgieten geelwitte geesten geestverruimende " "geeuwen gefaalde gefictionaliseerde gefosforyleerde gegen geheel " "geheimhouden gehengen geherintroduceerd geheugenschaken gehistorieerde " "gehoornde gehoorzamen gehumeurd gehydrolyseerd geien geilen geinen " "geintroduceerd gekamerde gekanteelde gekaramelliseerde gekerfde gekken gekko " "gekraagde gekroesde gekscheren gekunstelde gekwantiseerde gekwetste gelagerd " "gelagerde gelasten gelden geldschieten geldsnoeien geleased geleasede " "geleiden geleidingsvermogen gelen geleren gelicenseerde gelicentieerd " "gelieven gelift gelijkberechten gelijkberechtigd gelijkblijven gelijkbreien " "gelijken gelijkgaan gelijkgezinde gelijkkloppen gelijkknippen gelijkkomen " "gelijkleggen gelijkliggen gelijklopen gelijkluidend gelijkluidende " "gelijkmaakt gelijkmaken gelijknamige gelijkopgaan gelijkrichten gelijkrijden " "gelijkrollen gelijkschakelen gelijkscharen gelijkschaven gelijkscheren " "gelijkslaan gelijkslijpen gelijksnijden gelijkspelen gelijkstaan " "gelijkstampen gelijksteken gelijkstellen gelijkstemmen gelijkstoten " "gelijkstroom gelijktrekken gelijkvaren gelijkverdelen gelijkvijlen " "gelijkwerken gelijkzetten gelijkzweven geloven geluiddicht geluidsdicht " "gelukken gelukwensen gemeentearchitect gemeentecode gemeentewapen " "gemidgetgolven genaald genaemen genaken genamen generaliseren generen " "genereren generfd generlei geneste genieten genoegen genoemden genogrammen " "genotteren genrestukken gentknuppelen gentrijden gentsabelen gentslaan " "geofyt geoogde geoord geoorde geoorloofde geparametriseerd geparametriseerde " "gepermanente gepersonaliseerde gepivoteerde geplaatste gepneumatiseerd " "gepneumatiseerde gepolymeriseerd geport gepotdekselde gepouled gepromulgeerd " "geprononceerd geprononceerde geprotoneerde geraken gerecycleerde " "gereedhangen gereedhouden gereedkomen gereedleggen gereedliggen gereedmaken " "gereedstaan gereedzetten gerelateerde gereleased geremasterde geremixte " "geren gerieven geringachten geringschatten germaniseren gerokken geronnen " "geroteerde geruchtmakend geruststellen geschenken geschiede geschieden " "geschilderen gescout gesculpteerde geselen gesikkerd gesinterde " "geslachtsaanpassen geslachtsveranderen gesnater gesnavelen gespen gespiest " "gespiraliseerde gesteggeld gesticuleren gestucte gesubduceerde " "gethematiseerde getoogde getransporteerde getroosten getruct getuigen " "getypecast geuren gevangenhouden gevangenmaken gevangennemen gevangenzetten " "gevangenzitten gevechtspiloot geveerde geven gevoelen gevoelswereld gevorkt " "gevragen gewaardigen gewaarworden gewagen gewat geweerschieten gewennen " "gewervelden gewesen gewichtheffen gewichtwerpen gewiekst gewimperd " "gewimperde gewinnen gezaghebbend gezalfde gezeggen gezichtsbepalend geziene " "gezinde gezochte gezondbidden geëmotioneerde geïncubeerd geïnfecteerden " "geïnhibeerd geïnnerveerd geüpgraded geüpload gidsen giebelen giechelen " "giegagen gieren gierzwaluwen gieten gietwielen gijlen gijnen gijpen gijzelen " "gillen ginnegappen gipsbranden gipsen girafrijden gireren girotellen gispen " "gissen gisten gitarissen glaceren gladboenen gladborstelen gladden " "gladhameren gladkammen gladmaaien gladmaken gladplooien gladschaven " "gladscheren gladschuren gladslaan gladslijpen gladstrijken gladvegen " "gladvijlen gladwrijven glanzen glarieogen glariën glas-in-loodramen " "glasblazen glasetsen glasscherf glasschrijven glasslijpen glassnijden " "glasvezelversterken glazenmaken glazuren gletsjerwandelen glibberen glijden " "glimlachen glimmen glimwormen glinsteren glippen glipperen glissen " "glittermotten globaliseren gloeien gloeiendheet glooien gloren gloriëren " "glosseren gluipen glunderen gluren gluurogen glycoside gniffelen gnuiven " "gocarten godenbeelden goed goedachten goedbewaren goeddoen goeddunken " "goedemorgenzeggen goeden goedenacht goedenachtkussen goedenachtzeggen " "goedendagzeggen goedhouden goedkeuren goedleggen goedmaken goedpraten " "goedrekenen goedschrijven goedspreken goedvinden gokken golfen golfslijpen " "golfspelen golfsurfen golftoernooien golven gommen gondelen gonzen goochelen " "gooien gorden gorgelen gorren gorzen goudborduren gouddraadtrekken " "goudglanzen goudspinnen goudtrekken gourmetten gouteren gouverneren graaien " "grabbelen graderen gradueren graeciseren grafveld granen granuleren " "grapjassen grappen grasduinen grasgroen grasmaaien grasmineermotten " "grasmotten grasseren gratificeren gratifiëren gratineren gratiëren grauwen " "graven graveren graviteren grazen greinen greineren grendelen " "grensoverschrijdende grensschieten grenzen greppelen greppen grienen grieven " "griezelen griffelen griffen grijnen grijnslachen grijnzen grijpen grijsbruin " "grijsdraaien grijsrijden grijswitte grijzen grillen grilleren grimassen " "grimeren grimlachen grimmen grinden grinniken grinten grissen groeien " "groen-wit groenblijvend groenen groenlopen groenmaken groepdraaien groepen " "groeperen groepshoofd groeten grofspinnen grollen grommelen grommen gronden " "grondhaaien grondverven grondvesten grondvlakken grondwetgevende grondzeiler " "grootbrengen grootdoen groote groothouden grootmaken grootseminarie " "grootspreken grootvleugeligen grosseren grossieren grotetochtenrijden " "grottensprinkhanen große gruizelen gruizen grutten gruwelen gruwen gsm'en " "guiden guillocheren guillotineren gulpen gummen gunnen gutsen gymmen " "gymnastiseren gård haaien haareten haargolven haarkappen haarklieven " "haarkloven haarknippen haarplukken haarsnijden haarwassen haasten haasvreten " "habiliteren hachelen hacken hagelen hagelschieten hagen haken hakenkruisen " "hakkelen hakken hakketakken hakketeren hakselen haktakken halen halfacht " "halfgeleiden halfronde halfsluiten halftien hallen hallucineren halogeneren " "halsschild halsteren halteren halucineren halveren halvezolen halzen hameren " "hamerslingeren hamerwerpen hamsteren handballen handbediende handboeien " "handeldrijven handelen handelsrekenen handen handenwringen handgeschakelde " "handgiften handgranaatwerpen handhaven handicappen handjeklappen handkijken " "handlezen handmaken handmelken handopsteken handsmeden handspinnen " "handstoppen handtekenen handvergulden handwerken handweven handzetten " "handzingen hangaritem hangen hangmatspinnen hangvliegen hannesen hanteren " "haperen haploïde happen hardcourtbanen harddraven hardebollen harden " "hardgekookt hardlopen hardmaken hardrennen hardrijden hardroeien " "hardsolderen hardvallen hardzeilen hardzwemmen haren haringkaken " "haringspeten harken harmonischen harmoniseren harmoniëren harnassen harpen " "harpiste harpoeneren harpuizen harrewarren harsen hartenjagen hartjesjagen " "hartschild hasjroken haspelen hassebassen haten havenen havezate " "havikachtigen hazelwormen hd-dvd headbangen hebben hecate hechten " "hectograferen heef heenbidden heenblazen heenbrachten heenbranden " "heenbrengen heenbrengt heendingessen heendragen heendraven heendrijven " "heenfietsen heengaan heenglijden heenkeuvelen heenkomen heenleiden heenlezen " "heenlopen heenreizen heenrennen heenrijden heenslinken heensluipen " "heensnellen heenspoeden heenstappen heentijgen heentrekken heenvaren " "heenvlieden heenvliegen heenvlieten heenvloeien heenvluchten heenvoeren " "heenwerpen heenwijzen heenzenden heerlijkheidswapen heersen heetlopen heffen " "heidegrond heideveld heidevelden heien heiligdomsvaart heiligen " "heiligenbeelden heiligverklaren heinen heisteren hekelen hekken heksen " "helderen heldergroen helderrood helderziende helen heliograferen hellen " "helleniseren helmteken helpen hemelen hemmen hengelen hengsen hengsten " "hennen heraanleggen heraanstellen heractiveren herademen herbebossen " "herbeginnen herbegraven herbehangen herbekijken herbeleven herbenoemen " "herberekenen herbergen herbeschrijven herbestemmen herbevestigde " "herbevestigen herbevolkt herbewapenen herbezinnen herboren herbouwen " "herbronnen herbruiken hercomponeren herdefinieerde herdefiniëren herdenken " "herdijkt herdoen herdopen herdraaien herdrukken herenen herenigen " "herexamineren herformatteren herformuleren herfstkampioen hergebruiken " "hergeven hergroeperen herhalen herijken herindelen herindijken herinneren " "herinrichten herinstalleren herinterpreteren herintreden herintroduceren " "herinvoeren herkansen herkapitaliseren herkauwen herkennen herkeuren " "herkiezen herkrijgen herladen herleggen herleiden herleven herlezen hermaken " "hermunten hernemen hernieuwen hernoemen hernummeren heronderzoeken " "herontdekken herontginnen herontwikkeld herontwikkelen herontworpen " "heropbouwen heropdoen heropenen heropgericht heropladen heropleven " "heropnemen heroprichten heropstarten heropvissen heropvoeden heropvoeren " "herorganiseren heroriënteren heroveren heroverwegen herpakken herplaatsen " "herpositioneren herproduceren herprogrammeren herpubliceren herrekenen " "herrijzen herroepen herschatten herscheppen herschikken herschilderen " "herscholen herschrijven hersenspoelen hersmeden herspelen herspellen " "herstart herstarten herstellen herstemmen herstructureren herstuderen " "hertalen hertekende hertekenen hertellen hertikken hertrouwen heruitbrengen " "heruitgeven heruitrusten heruitvinden heruitzenden hervallen hervatten " "herverdelen herverkavelen herverkiezen hervertellen herverzekeren hervinden " "hervormen hervullen herwaarderen herwerken herwinnen herzeggen herzien heten " "heuen heugen heulen heupwiegen hevelen hielen hielenlikken hieropvolgende " "hieuwen high-end hijgen hijsen hikken hinderen hink-stap-springen " "hink-stapspringen hinkelen hinkelenpinkelen hinkelstappen hinken hinkepinken " "hinkstapspringen hinniken hinsen hinten hippelen hippen hippolyte " "historiseren hitsen hitteschild hobbelen hockeyen hoeden hoekbanden hoeken " "hoen hoepelen hoeren hoerenlopen hoereren hoesten hoetelen hoeven hofstede " "hogen hogerwallen hogeschoolrijden hokken holesbaan hollen homogeniseren " "homologeren homoloog hompelen honen hongeren hongerstaken honkballen " "honkbaltrainen honken honklopen honoreren hoofdbreken hoofdrekenen " "hoofdschudden hoofdvakdocent hoofdwapen hoogachten hoogbejaard hoogdraaien " "hooggeplaatst hooghouden hoogmalen hoogontwikkelde hoogoplopend " "hoogoplopende hoogschatten hoogspringen hoogveen hoogvlakte hooidorsen " "hooien hooiland hooiruiteren hoorndraaien hoornist hoorspelen hopen hoppen " "hopsen hordelopen horden horen horlogemaken horoscooptrekken horse horsten " "horten hospitaliseren hospiteren hossebossen hosselen hossen hosten hotsen " "hotten houden housedansen houtbranden houtdraaien houtgieten houthakken " "houtsnijden houtverwerken houtvlotten houwen hoven hovenieren hozen " "huichelen huiden huidige huidvetten huilebalken huilen huisartsgeneeskunde " "huiscomponist huishouden huisorde huisvesten huisvrouwen huiven huiveren " "huizen hukken huldigen hullen hulpmotoren hulpverlenen hulpverlenend " "humaniseren humiliëren hummen hunebed hunkeren hunnen huppelen huppen hupsen " "huren hurken husselen hutseklutsen hutselen hutsen huwelijken huwen " "hybridiseren hydrateren hydreren hydrochloride hydrogeneren hydrolyseren " "hydroxide hypen hyperboliseren hyperventileren hypnotiseren hypostaseren " "hypothekeren høken høkken iaën icq'en idealiseren identificeren " "ideologiseren ignoreren ijken ijlen ijsberen ijsdansen ijskabeljauwen " "ijskristallen ijssurfen ijveren ijzelen ijzen ijzerdraadtrekken ijzerhoudend " "ijzerhoudende ijzingwekkend illumineren illusioneren illustreren imagineren " "imiteren imkeren immanent immatriculeren immigreren immobiliseren " "immuniseren impediëren implanteren implementeren impliceren imploderen " "imponeren importeren impregneren improviseren imputeren inactief inactiveren " "inademen inakkeren inasemen inaugureren inbakenen inbakeren inbakken " "inbannen inbedden inbeelden inbegrijpen inbeitelen inbellen inberekenen " "inbesteden inbetonneren inbeuken inbeuren inbijten inbikken inbinden " "inblazen inblijven inblikken inbliksemen inboeken inboeren inboeten " "inboezemen inbomen inbonzen inboren inborstelen inbossen inboteren inbotsen " "inbotten inbouwen inbouwmotoren inbraden inbranden inbrassen inbreien " "inbreken inbrengen inbrokkelen inbrokken inbuigen inburgeren inbusselen " "incalculeren incarneren incasseren inchecken inclineren includeren " "incommoderen inconveniëren incorporeren incorrecte incrementeren " "incrimineren incrusteren incrypteren inculperen indagen indalen indammen " "indampen indansen indekken indelen indelven indemniseren indenken indeuken " "indexeren indiceren indienen indiepen indijken indikken individualiseren " "indoctrineren indoen indokken indommelen indompelen indonderen " "indoorkampioen indoorrecord indoorseizoen indoorskiën indopen indosseren " "indouwen indraaien indragen indrammen indraven indreunen indrijven indrillen " "indringen indrinken indrogen indroppelen indroppen indruisen indrukken " "indruppelen indruppen indubben induceren induffelen induiken indunnen " "industrialiseren indutten induwen indweilen ineenbrengen ineenbuigen " "ineendraaien ineendrijven ineendringen ineendrukken ineenduiken ineenflansen " "ineenflikken ineenfoefelen ineenfrommelen ineengedoken ineengrijpen " "ineengroeien ineenklemmen ineenklinken ineenknijpen ineenkoeken ineenkrimpen " "ineenkronkelen ineenkruipen ineenlopen ineenpassen ineenpersen ineenrollen " "ineenschieten ineenschroeven ineenschrompelen ineenschuiven ineenslaan " "ineensluiten ineensmelten ineenstaan ineenstampen ineensteken ineenstorten " "ineenstoten ineenstrengelen ineenstuiken ineenvlechten ineenvloeien " "ineenvoegen ineenvouwen ineenwassen ineenwerken ineenwikkelen ineenwinden " "ineenwrijven ineenwringen ineenzakken ineenzeilen ineenzetten ineenzinken " "ineenzitten ineggen inenten ineten inetsen inetteren infaden infante " "infanterist infantiliseren infecteren infereren infesteren infiltreren " "inflecteren inflikken inflodderen influenceren influisteren infokken " "informatieverwerkend informeren infraorde infrotten infrutten ingaan " "ingasten ingeven ingieten inglijden inglippen ingluren ingooien ingraven " "ingraveren ingriffelen ingriffen ingrijpen ingroeien ingroeven inhagelen " "inhaken inhakken inhalen inhaleren inhameren inhangen inhebben inhechten " "inheien inhengsten inhiberen inhoeken inhouden inhouwen inhuizen inhuldigen " "inhullen inhuppelen inhuren inhuwen inijzen ininkten initialiseren initiëren " "injagen injassen injecteren injiciëren inkaderen inkakken inkalenderen " "inkalven inkankeren inkanten inkappen inkapselen inkassen inkavelen " "inkegelen inkeilen inkelderen inkepen inkeren inkerven inkiezen inkijken " "inkisten inklampen inklappen inklaren inklauteren inkleden inklemmen " "inkleppen inkleuren inkleven inklimmen inklinken inklokken inkloppen " "inkluizen inknabbelen inknagen inknijpen inknikken inknippen inknopen " "inkohieren inkoken inkolen inkomen inkopen inkoppen inkorten inkorven " "inkosten inkrabben inkrassen inkrijgen inkrimpen inkrozen inkruien inkruipen " "inkruisen inkt inkten inkuilen inkuipen inkwakken inkwartieren inladen " "inlappen inlassen inlaten inlaveren inlegeren inleggen inleiden inlekken " "inlenen inlepelen inleren inleven inleveren inlezen inlichten inliggen " "inliggende inlijmen inlijsten inlijven inlikken inline-skaten inloeren " "inlogen inloggen inlokken inloodsen inlopen inlossen inloten inluiden " "inluien inluisteren inluizen inmaken inmalen inmanen inmasseren inmazen " "inmengen inmennen inmeten inmetselen inmetsen inmijnen inmoffelen inmonteren " "inmuren innaaien innagelen innemen innen innerveren innestelen innetten " "innoveren inoculeren inoefenen inogen inoogsten inpakken inpalmen inpappen " "inparkeren inpassen inpekelen inpekken inpennen inpeperen inperken inpersen " "inpikken inplakken inplannen inplanten inploegen inploffen inplooien " "inpluggen inpoeieren inpolderen inpompen inponsen inpoten inpraten inpreken " "inprenten inprikken inprogrammeren inproppen inprutsen inramen inrammeien " "inrammen inranselen inregelen inregenen inreizen inrekenen inrennen inreven " "inrichten inrijden inrijgen inritsen inroeien inroepen inroeren inroesten " "inroken inrollen inroosteren inrotten inruilen inruimen inrukken ins " "inscannen inschakelen inschalen inschapen inscharen inscharren inschatten " "inschenken inschepen inscheppen inscheren inscherpen inscheuren inschieten " "inschiften inschijnen inschikken inschilderen inschoppen inschrapen " "inschrijden inschrijven inschroeven inschrokken inschudden inschuiven " "inschuren inscriberen insealen inseinen inselberg insemineren insereren " "inshoppen insijpelen insinueren insisteren insjouwen inslaan inslachten " "inslagbekken inslagen inslapen inslechten inslempen inslenteren insleuren " "insleutelen inslibberen inslijpen inslijten inslikken inslingeren inslinken " "inslippen inslobberen inslokken inslorpen insluimeren insluipen insluiten " "insluizen inslurpen insmakken insmelten insmeren insmijten insmokkelen " "insnappen insneeuwen insnijden insnoeien insnoeren insnuiven insoezen " "insoppen inspannen inspecteren inspelden inspelen insperren inspeten " "inspijkeren inspinnen inspireren inspitten inspoelen insponden inspreken " "inspringen inspugen inspuiten inspuwen instaan installen installeren " "instampen instantiëren instappen insteken instellen instemmen instempelen " "instigeren instijgen instikken instinken instippen institueren " "institutionaliseren instomen instommelen instompen instoppen instormen " "instorten instoten instouwen instralen instraten instrijken instromen " "instrooien instrueren instrumenteren instrumentvliegen instuderen instuiken " "instuiven instulpen insturen instuwen insuffen insuikeren insukkelen " "insulteren insussen intafelen intanden intapen intappen integelen integreren " "intekenen intenderen intensifiëren intensiveren interacteren interageren " "intercederen interen interesseren interfereren interlanddebuut " "interlandloopbaan interliniëren internaliseren internationale " "internationaliseren interneren internet internetachtige internetten " "interpeleren interpelleren interpoleren interpreteren interpungeren " "interrailen interrogeren interrumperen interveniëren interviewen inteugelen " "intikken intillen intimideren intimmeren intippen intituleren intoetsen " "intomen intoneren intonnen intoveren intoxiceren intrappen intrechteren " "intreden intrekken intrigeren intrillen introduceren introeven introuwen " "intuimelen intuinen intunen intypen inunderen invalideren invallen invangen " "invaren invariant invatten invechten invegen invemen inventariseren " "inverdienen inverteren inverven investeren invetten invijlen invijzen " "inviteren invlaggen invlakken invlammen invlechten invlegelen invliegen " "invlieten invlijen invloeien invluchten invochten invoegen invoelen invoeren " "involgen invollen involveren invorderen invouwen invreten invriezen invullen " "inwaaien inwachten inwalsen inwandelen inwassen inwateren inwegen inweiden " "inweken inwellen inwenden inwenken inwerken inwerpen inweven inwijden " "inwijken inwikkelen inwilligen inwinden inwinnen inwippen inwisselen " "inwoekeren inwoelen inwonen inwortelen inwrijven inwringen inwroeten " "inwuiven inwurmen inzaaien inzagen inzakken inzamelen inzegenen inzeilen " "inzenden inzepen inzetten inzien inzingen inzinken inzitten inzomen inzoomen " "inzouten inzuigen inzulten inzwaaien inzwachtelen inzwelgen inzwemmen " "inzweren inzwerven inzweven inzwieren inzwijmelen ionen ioniseren ipad " "irc-en iriseren ironiseren irrigeren irriteren islamiseren isoleer isoleren " "isomeriseren isotopen italianiseren itereren jaargeld jaarlijks jachten jade " "jagen jakhalzen jakkeren jaknikken jalonneren jammen jammeren janken " "jankeren japen jassen jatten jazzdansen jazzpianist jeinen jengelen jennen " "jenzen jeremiëren jeuken jeunen jeuzelen jij jijen jobben jodelen " "joechjachen joekeren joelen joepen joggelen joggen jojoën joken jokeren " "jokken jolen jollen jonassen jongen jongleren jouen jouwen joyriden " "joyrijden jubelen jubileren judassen judiceren judolessen judoën jufferen " "juichen juinen jukken jumpen jureren justeren justificeren justifiëren " "jutten kaaidraaien kaaien kaalborstelen kaalgevreten kaalhakken kaalknippen " "kaalpikken kaalplukken kaalscheren kaalslaan kaarden kaarsjespringen " "kaartbeeld kaarten kaartjeblazen kaartleggen kaartlezen kaartlopen " "kaartpassen kaartspelen kaatsen kabbelen kabelen kabelinternetten " "kabinet-marijnen kabinet-rutte kachelen kadastreren kaden kaderen kadraaien " "kadreren kafferen kaften kajakken kakelen kaken kakken kakkestoelemeien " "kalanderen kalefaten kalefateren kalen kalenderen kalfaten kalfateren " "kalibreren kaliumhydroxide kalkbranden kalken kalkhoudend kalkhoudende " "kalkminnende kalkoen kalksteen kallen kalligraferen kalmeren kaltstellen " "kalven kalveren kamen kamenieren kamerorkest kammen kampen kamperen " "kampioenschapsrecord kanaliseren kandelaberen kandelaren kandideren kanen " "kankeren kanonneren kanovaren kanoën kansgenereren kantelen kanten " "kanthouwen kantklossen kantonneren kantoorbediende kantrechten kantwerken " "kapen kaperen kapitaalparticiperen kapitaliseren kapittelen kapotbijten " "kapotbreken kapotdrinken kapotgaan kapotgooien kapotkoken kapotlachen " "kapotlopen kapotmaken kapotrijden kapotroken kapotscheuren kapotschieten " "kapotschreeuwen kapotslaan kapotsmijten kapotspelen kapottrappen " "kapottrekken kapotvallen kapotvriezen kapotwaaien kapotwerken kapotzitten " "kappen kapseizen kapselen karakteriseren karakterlezen karameliseren " "karikaturiseren karnen karnoffelen karottentrekken karperen karren kartelen " "karten karteren kartonneren karweien kasseien kassen kasten kastijden " "katalyseren katapulteren kathalzen katheteriseren katholiseren katjejagen " "katknuppelen katoen katten kauwen kavelen kaveren kazakdraaien kazen " "kazerneren keepen keesten keffen kegelen keggen keilen kelderen kelen kenen " "kenmerken kennen kennisfestival kennisgeven kennismaken kennisnemen " "kenschetsen kentekenen kenteren kepen keperen keren kerken kerkeren kerkgaan " "kermen kermisgaan kermissen kernen kerseneten kerstenen kerven ketelboeten " "ketellappen keten ketenen ketsen ketteren kettingroken keuen keuren keutelen " "keuteren keuvelen keveren keyboard kezen kibbelen kickboksen kicken kickeren " "kidnappen kieken kielen kielhalen kielstaartleguanen kiemen kienen kiepen " "kieperen kieren kiesgerechtigd kieskauwen kietelen kiezen kiften kijken " "kijven kikhalzen kikken kikkeren killen kimmen kinderen kinderstemmen " "kinkelen kinken kippen kirke kirren kiskassen kissebissen kissen kisten " "kitsen kittelen kitten klaargeraken klaarkomen klaarkrijgen klaarleggen " "klaarliggen klaarmaakten klaarmaken klaarnemen klaarraken klaarspelen " "klaarstaan klaarstomen klaarstoven klaarzetten klabetteren kladden kladderen " "klade kladogram kladschilderen klagen klakken klakkeren klamaaien klampen " "klaplopen klappeien klappen klapperen klappertanden klapwieken klaren " "klarinetconcert klasseren klateren klauteren klauwen klaverbladknooppunt " "klaverjassen kledderen kleden kleermaken kleffen kleidelven " "kleiduivenschieten kleien kleinachten kleineren kleingooien kleinkrijgen " "kleinmaken kleinseminarie kleinslaan kleinsnijden kleinzagen kleinzen " "kleitreden klemmen klemrijden klemzetten klepelen kleppen klepperen kleren " "klessebessen kletsen kletsmeieren kletteren kleumen kleunen kleuren " "kleurenbeeld kleurenzien kleuteren kleuterzwemmen kleven kliederen klieken " "klieren klieven klikken klikklakken klimaatschieten klimmen klingelen " "klinken klinkslaan klissen klisteren klitten klodderen kloenen kloeten " "kloken klokgieten klokken klokkengieten klokkijken klonen kloneren klonteren " "klooien kloothannesen klootschieten klootviolen kloppen klossen kloten " "klotsen kluisteren kluiven kluizen klunen klungelen klunzen kluppelen " "klussen klutsen kluwen kluwenen knabbelen knagen knakken knalhard knallen " "knappen knapperen knarpen knarsen knarsetanden knauwen knechten kneden " "knellen knerpen knersen knetteren kneukelen kneuteren kneuzen knevelen " "knibbelen kniebanden knielen kniepoten knietjevrijen kniezen knieën knijpen " "knikkebenen knikkebollen knikken knikkeren knipogen knippen knipperen " "kniptorren knirpen knisperen knisteren knobbelen knobelen knoeien knokken " "knopen knopendraaien knoppen knorren knotszwaaien knotten knuffelen " "knuppelen knutselen knutten kobalt koeioneren koekbakken koekeloeren koeken " "koekenbakken koekhakken koekhappen koekkappen koekoeken koekplakken koelen " "koeren koersballen koersbord koersen koesteren koeteren koeterwalen koetsen " "koetsieren kofferen koffiebranden koffiedikkijken koffiedrinken koffielezen " "koffiemalen koffiepikken koffietafelen koffiezetten kogelen kogelslingeren " "kogelstoten kohieren kokarde koken kokermotten koketteren kokhalzen kokkelen " "kokkerellen kokkeren kokketeren kolderen kolen kolken kollen kolonievormen " "koloniseren kolonisten kolven komediespelen komen komkommersalade kommen " "kompaslezen kond kondigen kondschappen konfijten konkelen konkelfoezen " "konterfeiten kontkruipen kontlikken kontneuken konvooieren kooien koolhakken " "koolmotten koolstofgehalte koolstofmonoxide koolzuurhoudend koopzondag " "koorddansen koordendraaien koordtrekken koorheren koorherenstift kopen " "kopene koperdraaien koperen kopieerapparaat kopiëren kopjebuitelen " "kopjeduikelen kopklepmotoren kopmaken koppelen koppeltjeduikelen " "koppeltjeduiken koppen koppensnellen koprollen kopschild kopschudden " "kopstation koraalslangachtigen korenbranden korenmolen korfballen korrelen " "korren korsten kortebaan kortebaanrijden kortebaanzwemmen korten " "kortgesteeld kortleven kortlopen kortneusdraakvissen kortoren kortsluiten " "kortstaarten kortstlevende kortswijlen kortvleugelen kortwieken korven " "kosten kostprijsberekenen kostumeren kostuumknippen kostuumnaaien koten " "koteren kotsen kotteren koudslachten koudsmeden koudstoken koudtrekken " "koudwalsen koudwaterroten koukleumen kouten kouvatten kraaien krabbedieven " "krabbelen krabben krabbenetende krachttrainen kragen kraggen krakelen kraken " "krakken kralen kramen krammen krampen kransen krantenbericht krassen krauwen " "kreeftachtigen kreek krengen krenken krenten kreppen kressen kretsen " "kreukelen kreuken kreunen kreupelen krevelen kribbelen kribben kribbenbijten " "kriebelen krieken krielen krieuwelen krieuwen krijgen krijsen krijten " "krijzelen krijzeltanden krikken krikkrakken krimpen kringelen krinkelen " "krioelen kriskrassen krissen kristaliseren kristalliseren kristalzien " "kritikeren kritiseren krochen kroeglopen kroelen kroezelen kroezen kroken " "krollen krombuigen kromgroeien kromliggen kromlopen krommen krompraten " "kromsluiten kromtrekken kronen kronkelen krooien kroppen krozen kruchen " "kruiden kruidenierswaren kruidenlezen kruien kruimelen kruimen kruinen " "kruipen kruisband kruisdood kruisen kruisigen kruisjassen kruisribgewelven " "kruisspreken kruiven kruiwerk krukken krullen kuberen kuchen kuieren " "kuifarend kuilen kuipen kuipjesteken kuisen kuitschieten kuiven kukelekuen " "kukelen kullen kunne kunnen kunstelen kunstkoken kunstmatige kunstrijden " "kunstschaatsen kunstschilderen kunststenen kunststoten kunstvliegen " "kunstzwemmen kuren kurken kussen kutlikken kutten kwaadspreken kwabben " "kwadrateren kwadreren kwaken kwakkelen kwakken kwakzalven kwalificeren " "kwallen kwalmen kwalsteren kwanselen kwantificeren kwantiseren kwartelen " "kwartetten kwartieren kwartileren kwast kwasten kwatsen kwebbelen kweken " "kwekkebekken kwekken kwelen kwellen kwelmen kwetsen kwetteren kwezelen " "kwijlen kwijnen kwijten kwijtgeraken kwijtmaken kwijtraken kwijtschelden " "kwijtspelen kwikken kwinkeleren kwispelen kwispelstaarten kwiteren " "kyaniseren körút kúnnen l'art l'hermite laadvermogen laagblijven laaghangen " "laagliggen laagvliegen laaien laatsten laatstgenoemd labberen labelen " "labeuren laboreren lachen ladderen laden laederen lageren laken lakken " "lallen lamballen lambriseren lamelleren lamenteren lamineren lamleggen " "lammen lammeren lampetten lamslaan lanceren landbewonen landbouwen landcode " "landen landgemeente landjeveroveren landlopen landmeetkunde landmeten " "landoppervlakte landsadvocaat landschapschilderen landschildpadden " "landstellen landtreden landveroveren langduren lange langeafstandslopen " "langebaanrijden langebaanschaatsen langen langgesteeld langlaufen " "langlevende langpootmuggen langsbrengen langsdrijven langsfietsen langsgaan " "langsgeplaatste langsgooien langshouden langshuppelen langskomen langslepen " "langsloopt langslopen langsrekken langsrennen langsrijden langsrollen " "langsstromen langstdurende langstrekken langsvaren langswandelen lanteren " "lanterfanten lanthanide lappen lapperen lapzalven larderen laseren " "lasersnijden lassen lasten lasteren lastigvallen laten latiniseren latten " "lauweren laveien laven laveren lawaaien laxeren lay-outen lazeren " "lazerstralen laïceren laïciseren leasede leasen lebberen ledenbraken ledigen " "lediggaan leebraken leeftijdgenoot leegblazen leegbloeden leegbranden " "leegdragen leegdrinken leegeten leeggieten leeggooien leeggraaien leeghalen " "leegkiepen leegknijpen leegkomen leegkopen leeglebberen leeglikken leeglopen " "leegmaken leegmalen leegmelken leegplukken leegplunderen leegpompen " "leegrijden leegroken leegroven leegruimen leegschenken leegscheppen " "leegschieten leegschudden leegslurpen leegspelen leegspoelen leegsproeien " "leegstaan leegstelen leegstorten leegstromen leegvissen leegvloeien " "leegvreten leegzitten leegzuigen leegzwemmen leenden leenhulde leeren " "leerlooien leertouwen leesten leeuweriken leewieken legaliseren legateren " "legen legeren leggen legifereren legitimeren leguanen leiden leidinggeven " "lekenabben lekken lekkerbekken lekrijden lellen lemen lemuren lenen lengen " "lenigen lenzen lepelen leppen lepperen leraren leren lesgeven lessen letten " "letteren lettergieten letterzetten letterziften letzte leuchtet leuken " "leukeren leunen leuren leuteren leven levend levendbarend levendbarende " "levensredden leveren lezen liasseren liberaliseren licenseren " "lichaamsvreemde lichtecht lichten lichtgebouwd lichtgekleurde lichtgevend " "lichtmissen lichtrijden lichtzetten lichtzwaard lieb liefhebben liefhebberen " "liefkozen liegen lieren lievemoederen lieven liflaffen liften ligand " "ligboxen liggen lijden lijken lijmen lijmsnuiven lijndraaien lijnen " "lijntekenen lijntrekken lijsten lijven lijzen likkebaarden likken lillen " "limiteren lindbergi linguafoon liniëren linken linnennaaien linnenspinnen " "liplezen lippen lippenstift liquideren lisdodde lispelen lispen " "lithograferen liëren loaden loartet lobben lobberen lobbyen localiseren " "lodderen lodderogen loden loeien loeken loensen loeren loerogen loeven " "logenstraffen logeren loggen logoën lokaliseren lokken lollen lompen lonen " "lonken loochenen loodsen loofharken looien loonsparen lopen lopenden loperen " "lorrebossen lorren lorrendraaien losbakeren losbarsten losbeitelen losbetten " "losbeuken losbijten losbikken losbinden losbranden losbreken losbulderen " "losdekken losdoen losdonderen losdooien losdraaien losdrukken losduwen " "losfriemelen losgaan losgespen losgooien losgorden losgraven losgrendelen " "loshaken loshakken loshalen loshangen losharken loshoesten loshouwen " "loskerven loskloppen losknagen losknippen losknopen loskomen loskopen " "loskoppelen loskrijgen loslaten losliggen losliggende loslopen losmaken " "losnemen lospeuteren lospikken losploegen losplukken lospraten losraken " "losrijden losrijgen losrukken losscheuren losschieten losschokken " "losschroeven losschudden lossen losslaan losslingeren lossmijten lossnijden " "lossolderen losspelden losspringen losstaan losstormen losstrikken " "losstuiven lostornen lostrappen lostrekken losvijzen losvliegen loswaaien " "losweken loswerken loswikkelen loswinden loswoelen loswrikken loswringen " "loswroeten loszagen loszetten loszingen loszitten loten louteren loven lozen " "lubben lubberen luchten luchtgekoeld luchtgekoelde luchtmalen luchtweerstand " "luibakken luiden luien luieren luieriken luiken luilakken luimen luisteren " "luistervinken luiwammesen luizen lukken lulden lullen lumbecken lummelen " "lunchen lunzen lurken lusten lustreren luteïniseren luwen luxen lynchen " "lyofiliseren maaibenen maaidorsen maaien maaivoeten maalstenen maandaghouden " "maandlenzen maatgevende maathouden maatslaan macadamiseren macereren " "machineren machineschrijven machtigen maderiseren maffen magneten " "magnetiseren magnitude mailen mainteneren maire maischen majoreren makelen " "maken makken malen mallen maltraiteren managen mandateren mandiën manen " "manga mangelen manicuren manifesteren manipuleren manken mankeren mankgaan " "mannen manoeuvreren maquilleren marathonlopen marathonschaatsen " "marathonsteden marbreren marchanderen marcheren marcotteren maren " "marginaliseren marineren markeren marketen markten marlen marmelen marmeren " "marmersteen maroderen martelen maskeren massacreren massastart masseren " "massificeren masten masteren mastergraad mastieken mastikeren mastklimmen " "masturberen matbranden matchen matennaaien materiaalkunde materialiseren " "mathematiseren matigen matsen matslijpen matten matteren mauwen " "maximaliseren maximeren mazelen mazen mazzelen meanderen mechaniseren " "mede-produceren medeaanzitten medebeslissen medebrengen mededelen " "mededelingenblad mededingen medefinancieren medegaan medeleven medelijden " "medenemen medeondertekenen medeplegen medeproduceren mederegeren medeslepen " "medestrijden medewerken mediatiseren medicaliseren medicineren mediteren " "mediterraan mediëren mee-eten meearbeiden meebabbelen meebeleven " "meebeluisteren meebeslissen meebesturen meebetalen meebewegen meebidden " "meeblazen meeblowen meebrengen meebrullen meebuigen meechatten " "meeconcurreren meedansen meedanst meedeinen meedelen meedenken meedingen " "meediscussiëren meedoen meedraaien meedragen meedrijven meedrinken " "meefeesten meefietsen meefinancieren meefluiten meegaan meegappen " "meegeconcurreerde meegenieten meegeven meegieten meegillen meeglippen " "meegluren meegooien meegroeien meehebben meehelpen meeheulen meehobbelen " "meehollen meehuilen meehuppelen meejatten meejuichen meekapen meekijken " "meeklappen meeklinken meeknikken meeknokken meeknorren meekoersen meekoken " "meekomen meekrijgen meekuieren meekunnen meelachen meelappen meeleven " "meeleveren meelezen meeliften meelijden meelokken meelopen meeluisteren " "meemaken meemarcheren meenemen meeondertekenen meepakken meepikken meepraat " "meepraten meeprofiteren meepuzzelen meerbepaald meerderen meeredeneren " "meeregeren meereizen meerekenen meerelativeren meerennen meerijden meeritsen " "meeroken meerollen meeruiken meervalachtigen meeschilderen meeschreeuwen " "meeschrijven meeschuiven meesjouwen meeslaan meeslenteren meeslepen " "meesleuren meesmuilen meesmullen meesnaaien meespelen meespreken meesprinten " "meespurten meestaken meestappen meestbeloven meestemmen meesteren " "meestrijden meesturen meestvoorkomende meesudderen meesupporteren meesurfen " "meetekenen meetellen meetillen meetinstrument meetorsen meetrainde " "meetrainen meetrekken meetreuren meetrillen meetrommelen meetronen " "meetuimelen meevallen meevaren meevechten meeverdedigen meeverdienen " "meeveren meeverhuizen meeverven meeverzekerd meeverzekeren meevieren " "meevliegen meevluchten meevoelen meevoeren meevoetballen meevolgen meevragen " "meewaaien meewandelen meewegen meewerken meewillen meezeggen meezeilen " "meezenden meezeulen meezijn meezingen meezitten meezoeken meezoemen " "meezuigen meezwemmen meezwepen meeëten meieren mekken mekkeren melas melde " "melden melen melken melkzweten membraan memmen memoreren memoriseren " "menageren mendelen menen meneren mengelen mengen meniën mennen mensonterend " "menstrueren meppen merceriseren meren mergelen merken merkwaardigste " "mesalliëren mesten metaalbewerken metaaldraaien metaalspuiten metaboliseren " "metalliseren metamorfoseren metastaseren meten methyleren metselen metsen " "meubelen meubileren meuken meuren mevrouwen miauwen microfilmen middageten " "middagmalen middelen middengewicht middennoorden middenwesten midgetgolfen " "midwesten midwinterblazen miepen mieren mierenleeuwen mieteren miezelen " "miezeren migreren mijden mijmeren mijnbouwkunde mijnen mijnheren mijten " "mijteren mikken milderen militariseren militeren millimeteren mimen mimeren " "minachten minderen mindervalide mineermotten mineraliseren mineren " "miniaturiseren minimaliseren miniseren minnekozen minnen minoriseren " "misachten misbruiken miscalculeren mischelen misdelen misdienen misdoen " "misdragen misdrijven misdrukken misduiden misgaan misgelden misgerieven " "misgissen misgokken misgooien misgrijpen misgunnen mishagen mishandelen " "mishoren miskennen miskijken miskleunen miskomen miskopen miskoppen " "miskweken misleiden mislezen misloop mislopen mislukken mismaken " "mismeesteren mismikken misnaaien misnoegen misoordelen mispakken mispeuteren " "mispikkelen misponsen mispraten misprijzen misraden misramen misrekenen " "misrichten misrijden misschatten misschieten misschrijven missen missioneren " "missjotten misslaan missnijden misspreken misspringen misstaan misstappen " "missteken misstoten mistasten mistekenen mistellen misten mistrappen " "mistreden mistrekken mistrouwen misvallen misvaren misvatten misverstaan " "misvormen miswerpen miswijzen miszeggen miszeilen miszien miszitten " "mitigeren mitrailleren mitsen mixen mobiliseren modderen modderworstelen " "modelbouwen modelleren modelstikken modeltekenen modemen moderamen modereren " "moderniseren modificeren moduleren moe moede moederen moederszijde moedigen " "moeien moerasschildpadden moeren moeten moffelen mogen moireren mokeren " "mokkelen mokken molesteren mollen molmen momentgenereren mommelen mommen " "mompelen monden monitoren monkelen monken monoftongeren monogrammeren " "monoklien monologen monopolieën monopoliseren monopoliën monopolyen " "monsteren montaan monte monteren montignaccen mooipraten mooizitten moorden " "mopperen moraliseren morrelen morren morsen mortelen mortificeren morzelen " "motiveren motorblokken motoren motorfietsen motorfietsmerk motoriseren " "motorren motorrijden motorvermogen motregenen motsen motten mouilleren " "mouleren mountainbiken mousseren mouten movement moven moveren msn'en muffen " "muggenvangen muggenzien muggenziften muiken muilbanden muilkorven muiten " "muizen multipliceren multipliëren mummelen mummificeren munten muntteken " "muren murmelen murmureren murwen museet musiceren musicologie mutageen " "muteren mutileren muurklimmen muurschrijven muurtrekken muziekalbum " "muziekcassette muzieken muzieklezen muziekproducent muziekspelen " "muziektheorie muzikante myeloïde mystificeren mythiseren mythologiseren " "mêleren na-apen na-ebben na-echoen na-echoën na-eggen na-eten na-etsen " "naaien naaktdansen naaktlopen naaktzwemmen naaldsteenvliegen naamgeven " "naasten naastklauwen naastliggen naastschieten nababbelen nabakken nabauwen " "nabeelden nabehandelen nabellen nabenen nabeschouwen nabespreken nabestellen " "nabestralen nabetalen nabewerken nabezorgen nabijkomen nablaffen nablijven " "nabloeden nabloeien nablussen nabootsen naborduren naborrelen nabouwen " "nabraden nabranden nabreien nabrengen nabruisen nabrullen nachecken " "nachtbraken nachtpauwogen nachtvliegen nachtzwemmen nacijferen nacontroleren " "nacuretteren nadansen nadenken naderen nadichten nadienen nadieselen nadoen " "nadonderen nadonkeren nadragen nadraven nadrentelen nadreunen nadribbelen " "nadrijven nadrogen nadruipen nadrukken nadruppelen nadruppen nadubben " "naduiken nadweilen nafeesten nafietsen nafladderen nafluiten nafoeteren " "nagaan nagalmen nagapen nagelbijten nagelen nagellakken nagenieten nageven " "nagieren nagieten nagillen nagisten naglijden nagloeien nagluren nagonzen " "nagooien nagraveren nahaken nahakkelen nahalen naheffen nahekelen nahijgen " "nahinken nahippelen nahollen nahouden nahuppelen naijlen najagen najanken " "najoelen najouwen nakaarten nakakelen nakauwen nakeffen naken nakeuvelen " "nakijkbladen nakijken nakladden naklappen naklauteren nakletsen naklinken " "naklossen nakluiven naknippen nakoeteren nakoken nakomen nakopiëren " "nakraaien nakrabbelen nakrassen nakruien nakruipen nakuieren nakuren " "nakwelen nalachen nalaten nalekken naleven naleveren nalezen nalichten " "nalikken naloeien naloeren nalopen naluiden naluien naluisteren namaaien " "namaken namanen namauwen namelken nameten namijmeren naneuriën naneuzen " "naogen naoogsten napeinzen napersen napeuren napiepen naplakken napleisteren " "napleiten naploegen napluizen naplukken napraten napreken narcotiseren " "nareinigen nareizen narekenen narekken narennen narijden narijmen narijpen " "naroepen naroeren naroken naromen narommelen narouwen narren nasaleren " "naschallen naschaven naschelden nascheppen naschetsen naschieten " "naschilderen nascholen naschouwen naschreeuwen naschrijven naschrobben " "naschuiven naseinen naslaan naslenteren naslepen nasleuren naslieren " "naslijpen nasluipen nasmijten nasnellen nasnijden nasnikken nasnoeien " "nasnorren nasnuffelen nasoezen nasonoriseren naspartelen naspatten naspelen " "naspellen naspeuren naspoeden naspoelen nasponsen nasponzen nasporen " "naspringen nasprokkelen nasputteren nastamelen nastappen nastaren nasteken " "nastevenen nastijgen nastomen nastormen nastorten nastreven nastromen " "nastrompelen nastuiven nasturen nasukkelen nasynchroniseren natafelen " "natanden natekenen natelen natellen natemen natgooien natikken natimmeren " "nationale nationaliseren natmaken natmalen natpersen natrachten natrappen " "natreden natregenen natrekken natrillen natrippelen natriumchloride " "natriumhydroxide natscheren natslijpen natspinnen natspuiten natstralen " "natten naturaliseren naturen natuurlijke natuurrecht nauwsluitende navaren " "navegen navelen navelstaren naveren navertellen navertonen naverven navieren " "navigeren navijlen navlammen navliegen navloeien navloeken navlooien " "navluchten navoederen navoelen navolgen navorderen navormen navorsen " "navouwen navragen navullen nawaggelen nawandelen nawaren nawarmen nawassen " "nawegen nawerken nawerpen nawijzen nawitten nawroeten nawuiven nazaaien " "nazakken nazamelen nazeggen nazeilen nazemen nazenden nazetten nazien " "nazificeren nazinderen nazingen nazitten nazoeken nazoemen nazwaaien " "nazwemmen nazweren nazweven nazwieren ne nederdalen nedervallen nederzetten " "neerbiggelen neerblikken neerbliksemen neerbonzen neerbrengen neerbuigen " "neerbuitelen neerbukken neerdalen neerdoen neerdompelen neerdonderen " "neerdraaien neerdrijven neerdruipen neerdrukken neerduiken neerduwen " "neerdwarrelen neerfladderen neerflappen neergaan neergehangen neergieten " "neerglijden neergolven neergooien neergooit neergutsen neerhagelen " "neerhakken neerhalen neerhangen neerhoeken neerhouden neerhouwen neerhurken " "neerjagen neerkappen neerkegelen neerkijken neerkladden neerkletsen " "neerkletteren neerklimmen neerklinken neerknallen neerknielen neerknuppelen " "neerkogelen neerkomen neerkrabbelen neerkruipen neerkwakken neerlaten " "neerleggen neerliggen neerlopen neermaaien neerpennen neerpersen " "neerplaatsen neerplakken neerplanten neerplassen neerplenzen neerpletsen " "neerploffen neerplompen neerplonzen neerpoten neerregenen neerrijzen " "neerrollen neerrukken neersabelen neerschieten neerschijnen neerschrijven " "neerschroeven neerschudden neerschuiven neersijpelen neerslaan neersmakken " "neersmijten neerspatten neerspreiden neerspringen neerstampen neerstaren " "neersteken neerstijgen neerstormen neerstorten neerstoten neerstrekken " "neerstrijken neerstromen neerstrooien neerstuiken neerstuiven neertellen " "neertikken neertransformeren neertrappen neertrekken neertuimelen neertypen " "neervallen neervellen neervlagen neervliegen neervlieten neervlijen " "neervloeien neerwaaien neerwarrelen neerwentelen neerwerpen neerzakken " "neerzeilen neerzetten neerzien neerzijgen neerzinken neerzitten neerzweven " "negende negeren negligeren negociëren negotiëren negroïde neigen nekken " "nekschild nemen neppen nestelen netelen netoverschrijden netten " "netvleugeligen netwerken neuken neuriën neurotiseren neusbeen neuspeuteren " "neutelen neuten neutraliseren neutronen neuzelen neuzen nevelen neven " "nierbekken nierstenen niesen niet-baskischspreken niet-begrijpen " "niet-coderen niet-dringen niet-elektrificeren niet-erken niet-georiënteerde " "niet-krijgen niet-leven niet-lijden niet-nulzijn niet-overlappen " "niet-resupineren niet-roken niet-scheiden niet-speelgerechtigde niet-vliegen " "niet-weten niet-winterharde nieten nietsdoen nietsnutten nietsvermoedend " "nieuwgebouwde nieuwgevormde nieuwjaarwensen nieuwjaren nieuwslezen niezen " "nijdassen nijgen nijlpaard nijpen nikken niksen nim nimfen nintendoën nippen " "nissen nitreren niveaulezen nivelleren niëlleren noden nodigen noemen nokken " "nomen nominaliseren nomineren noodzaken noordelijken noordnoordoosten " "noordnoordwesten noordoosteren noordwesteren nopen noppen normaliseren " "normeren noteren notificeren notifiëren notte notuleren novellen noveren " "noyauteren nuanceren nucleotide nuclide nulde numereren numeroteren nummeren " "nutten nuttigen object-georiënteerde objectgeoriënteerd objectgeoriënteerde " "objectiveren obligeren oblonga obsederen observeren obstrueren occuperen " "octrooieren oculeren odoriseren oefenen offeren officialiseren officiëren " "offreren ogen ohaën okroeg oliepeilen olievegen oliën omakkeren omarmen " "omassen ombabbelen ombaksen ombazuinen ombeelden ombellen ombenen omberen " "ombeuken ombinden ombladeren omblazen omblikken ombliksemen omboeken " "omboenen omboeren omboorden ombouwen ombrassen ombreien ombrengen ombuigen " "ombuiten omcirkelen omdansen omdelen omdelven omdenken omdichten omdijken " "omdobberen omdoen omdolen omdonderen omdopen omdraaien omdragen omdraven " "omdrentelen omdriegen omdrijven omdringen omdrinken omdrukken omduikelen " "omduwen omdwalen omeggen omenten omfietsen omfladderen omflikkeren " "omfloersen omgaan omgenoemd omgeschreven omgespen omgeuren omgeven " "omgevingsrecht omgieten omglijden omgluren omgoochelen omgooien omgorden " "omgracht omgraengen omgraven omgrenzen omgrijpen omgroeien omhaken omhakken " "omhalen omhalzen omhangen omhebben omheen omheinen omhelzen omhinken " "omhokken omhoogbeuren omhoogblazen omhoogdragen omhoogdrijven omhoogduwen " "omhoogfeesten omhooggaan omhooggooien omhooghalen omhooghangen omhoogheffen " "omhooghouden omhoogjagen omhoogkijken omhoogklauteren omhoogkomen " "omhoogkruipen omhooglopen omhoogrichten omhoogrijden omhoogrijzen " "omhoogschieten omhoogschuiven omhoogslaan omhoogsteken omhoogstijgen " "omhoogstuiteren omhoogtillen omhoogtrekken omhoogturen omhoogvallen " "omhoogvaren omhoogvliegen omhoogvoeren omhoogwerken omhoogwerpen " "omhoogwroeten omhoogzien omhoogzitten omhoren omhouden omhouwen omhuiven " "omhullen omitteren omjagen omjanken omkaden omkaderen omkantelen omkanten " "omkappen omkapselen omkatten omkegelen omkeilen omkenteren omkeren omkiepen " "omkieperen omkijken omkippen omklappen omkleden omklemmen omkleren omkletsen " "omkletteren omklinken omkloppen omklungelen omklutsen omkneden omknellen " "omknikkeren omknopen omkomen omkopen omkoppen omkrabben omkralen omkransen " "omkreukelen omkreuken omkristalliseren omkroezelen omkroezen omkrommen " "omkronkelen omkruien omkruipen omkruisen omkrullen omkuieren omkukelen " "omkwakken omkwanselen omkwispelen omlaagdrukken omlaagduiken omlaaggaan " "omlaagglijden omlaaghalen omlaaghellen omlaaghouden omlaagslaan omladen " "omlapperen omlaveren omleggen omleiden omleven omliggen omlijnen omlijsten " "omloeren omlopen omluiden omluieren omluisteren omlullen omlummelen ommaken " "ommalen ommarcheren ommeten ommetselden ommuren omnaaien omnevelen " "omnummeren ompakken ompalen ompantseren ompassen ompissen omplaatsen " "omplaggen omplakken omplanten omploegen omploeteren omploffen omplooien " "ompolen ompoten omprakkiseren omprangen ompraten omprikken omprogrammeren " "omrammeien omranden omranken omrasteren omratelen omreiken omreizen " "omrekenen omrennen omrijden omringen omroepen omroeren omrollen omruilen " "omrukken omsabelen omschaatsen omschakelen omschansen omscharrelen " "omschenken omscheppen omscheren omschieten omschikken omschoffelen omscholen " "omschommelen omschoppen omschrijven omschudden omschuiven omschulpen " "omschuren omsingelen omsjouwen omslaan omslepen omslingeren omsloffen " "omsluieren omsluit omsluiten omsmakken omsmeden omsmelten omsmijten " "omsnellen omsnijden omsnoeren omsnuffelen omsollen omspannen omspelden " "omspelen omspellen omspinnen omspitten omspoelen omspoken omsporen " "omspringen omstaan omstapelen omstappen omstaren omsteken omstellen " "omstempelen omstevenen omstikken omstoeien omstomen omstommelen omstormen " "omstorten omstoten omstralen omstrengelen omstrijken omstrikken omstromen " "omstrooien omstropen omstuiken omstuiven omstulpen omsturen omstuwen " "omsuizen omsukkelen omswitchen omtasten omtellen omtijgen omtoeteren " "omtollen omtorsen omtoveren omtrappen omtreden omtrekken omtrommelen " "omtuimelen omtuinen omturen omturnen omvademen omvallen omvamen omvangen " "omvaren omvatten omventen omverblazen omverduwen omvergelopen omvergooien " "omverhalen omverkantelen omverkegelen omverliggen omverlopen omverlullen " "omverpraten omverrennen omverrijden omverrukken omverschieten omverslaan " "omversmakken omverspringen omverstoten omvertrekken omvertuimelen " "omvervallen omvervaren omverwaaien omverwerpen omverzeilen omvlagen " "omvlaggen omvlechten omvlieden omvliegen omvloeien omvormen omvouwen " "omvragen omwaaien omwallen omwalmen omwandelen omwaren omwassen omweiden " "omwemelen omwenden omwentelen omwerken omwerpen omwiebelen omwikkelen " "omwinden omwippen omwisselen omwoelen omwolken omwrikken omwringen omwroeten " "omwurmen omzadelen omzagen omzakken omzeggen omzeilen omzenden omzetten " "omzien omzitten omzoeken omzomen omzwaaien omzwachtelen omzwalken omzwalpen " "omzwemmen omzwenken omzwermen omzwerven omzweven omzwiepen omzwieren " "omzwikken omzwoegen onafgewerkt onafhankelijkheidsbewegingen onafmaken " "onaneren onbebouwd onbehaard onbeklemtoonde onbelast onbenoemd onbenoemde " "onbeschermde onbeslist onbestraftfen onbetwist onbevestigd onbevredigende " "onbevreesd onbewapende onbewerkt onbewezen onbewoond onbezet oncensureren " "oncontroleren ondefiniëren onderbaggeren onderbelichten onderbetalen " "onderbevrachten onderbieden onderbijten onderbinden onderblijven onderboord " "onderbouwen onderbreken onderbrengen onderdeed onderdekken onderdijken " "onderdoen onderdoffelen onderdompelen onderdoorspelen onderdrukken " "onderduiken onderduwen ondereendoen ondereengooien ondereenklutsen " "ondereenroeren ondereensmelten ondereensmijten ondereenwerken ondereenzaaien " "ondereggen onderfinancieren ondergaan ondergebruiken ondergieten ondergisten " "ondergooien ondergraven onderhagelen onderhakken onderhalen onderhandelen " "onderhanden onderheien onderhouden onderhuren onderkelderden onderkennen " "onderkliederen onderkoelen onderkomen onderkopen onderkotsen onderkruipen " "onderleggen onderlekken onderliggen onderlijnen onderlopen onderluitenant " "onderlullen ondermaken ondermengen ondermijnen ondernemen onderontwikkelde " "onderplanten onderploegen onderplompen onderpoepen onderpompen " "onderpresteren onderregenen onderrekenen onderrichten onderrijden " "onderroesten onderroken ondersabelen onderschatten onderscheiden " "onderscheppen onderschieten onderschijten onderschikken onderschoffelen " "onderschoren onderschragen onderschrijden onderschrijven onderschuiven " "ondersneeuwen onderspannen onderspecifiëren onderspitten onderspoelen " "onderspuiten onderstaan ondersteken onderstellen ondersteunen onderstoffen " "onderstoppen onderstoten onderstrepen onderstromen onderstuiven ondersturen " "onderstutten ondertekenen ondertitelen ondertrekken ondertroeven " "ondertrouwen ondertunneldlen ondertunnelen onderuitgaan onderuitglijden " "onderuithalen onderuithangen onderuitzakken ondervangen onderverdelen " "onderverhuren ondervertegenwoordigen ondervinden ondervloeien ondervragen " "onderwaarderen onderwerken onderwerpen onderwijzen onderwinden onderwoelen " "onderzaaien onderzetten onderzinken onderzoeken ondiepte ondoorlatende " "onduleren onechte onfilteren ongeautoriseerd ongebluste ongebroken " "ongecensureerd ongecompliceerde ongedateerd ongedeelde ongedifferentieerde " "ongedisciplineerd ongedisciplineerde ongefundeerd ongegronde ongehinderde " "ongekleurd ongekroonde ongeliefd ongelimiteerde ongelobd ongemengd ongemoeid " "ongenegen ongenummerd ongenummerde ongeopende ongeordend ongepaarde " "ongeraffineerd ongerelateerde ongeronde ongeslagen ongesteeld ongesteld " "ongetrainde ongevlekt ongevleugeld ongewervelden ongezegd onidentificeren " "onontdekken onontwikkeld onontwikkelde onopgehelderd onoplettende " "onoverdekte onpigmenteren onplaatsen onpubliceren onrelateren onrustbarend " "ontaarden ontadelen ontberen ontbieden ontbijten ontbinden ontbladeren " "ontbloten ontboeken ontboezemen ontbolsteren ontbossen ontbranden ontbreken " "ontcijferen ontdekken ontdoen ontdooien ontduiken onteigenen onterecht " "onteren onterven ontfermen ontfronsen ontfutselen ontgaan ontgassen " "ontgelden ontgeven ontginnen ontglazen ontglijden ontglippen ontgloeien " "ontgoochelen ontgraven ontgrendelen ontgroeien ontgroenen ontgronden " "onthaasten onthalen onthalzen ontharden ontharen ontharsen onthechten " "ontheffen ontheiligen onthoofden onthullen onthutsen ontinkten ontitelen " "ontkalken ontkapen ontkennen ontkerstenen ontketenen ontkiemen ontkleden " "ontkleuren ontknopen ontkolen ontkomen ontkoppelen ontkrachten ontkrampen " "ontkurken ontladen ontlasten ontlaten ontleden ontlenen ontleren ontlokken " "ontlopen ontluchten ontluiken ontluisteren ontluizen ontmaagden " "ontmagnetiseren ontmannen ontmantelen ontmaskeren ontmasten ontmengen " "ontmenselijken ontmijnen ontmoedigen ontmoeien ontmoeten ontmuggen ontmunten " "ontmythologiseren ontnemen ontnuchteren ontpachten ontpakken ontpersen " "ontpitten ontploffen ontplooien ontpolderen ontpoppen ontraadselen ontraden " "ontrafelen ontratten ontregelen ontrieven ontroeren ontroesten ontrollen " "ontromen ontronden ontroven ontruimen ontrukken ontrusten ontschepen " "ontschieten ontschoeien ontschorsen ontsieren ontslaan ontslagnemend " "ontslagnemende ontslaken ontslapen ontslippen ontsluieren ontsluimeren " "ontsluipen ontsluiten ontsmetten ontsnappen ontsnappingssnelheid ontsnavelen " "ontspannen ontsparen ontspiegelen ontspinnen ontsporen ontspringen " "ontspruiten ontsteken ontstekingsremmen ontstelen ontstellen ontstemmen " "ontstichten ontstijgen ontstoppen ontstoren ontstrijden ontstrikken " "onttakelen ontteken onttoveren onttrekken onttronen onttuigen ontvallen " "ontvaren ontveinzen ontvellen ontvetten ontvlammen ontvlechten ontvlekken " "ontvlezen ontvlieden ontvliegen ontvlocht ontvloeien ontvlokken ontvluchten " "ontvoeren ontvolken ontvonken ontvoogden ontvouwen ontvreemden ontvriezen " "ontwaarden ontwaken ontwapenen ontwaren ontwarren ontwassen ontwateren " "ontweien ontweldigen ontwellen ontwennen ontwerpen ontwijden ontwijken " "ontwikkelen ontwinden ontwoekeren ontwormen ontworstelen ontwortelen " "ontwrichten ontwringen ontzadelen ontzanden ontzegelen ontzeggen ontzeilen " "ontzekeren ontzenuwen ontzetten ontzielen ontzien ontzilten ontzinken " "ontzinnen ontzouten ontzuilen ontzuren ontzwachtelen ontzwellen onuitgevoerd " "onveranderde onverbindend onverdedigd onverdedigde onverklaard " "onverschrokken onversierd onvertaald onvertakt onvertakte onverveerd " "onverzadigd onverzadigde onverzoend onvolgroeid onvolgroeide onwelkom " "onweren onzichtbaarheid oogdruppelen oogklepmotten ooglapmotten oogluikend " "oogsten oogverblindend oordelen oorkonden oorlogen oorlogsheld " "oorlogsmonumenten oorlogsschade oorlogvoerende oorloven oormerken oorsuizen " "oosteren oosterlengte oostnoordoosten opaarden opademen opaderen opakkeren " "opbaggeren opbakken opbaliën opbalken opbanken opbaren opbarsten opbedelen " "opbellen opbergen opbeuren opbiechten opbieden opbijten opbikken opbillen " "opbinden opbitten opblauwen opblazen opbleken opblijven opblikken " "opbliksemen opblinken opbloeien opboedelen opboeien opboenen opboeren " "opboeten opbokken opboksen opbollen opbomen opbonjouren opboosten opborden " "opboren opborrelen opborstelen opbossen opbotsen opbouwen opbrabbelen " "opbraden opbranden opbrassen opbreeuwen opbreien opbreken opbrengen " "opbriesen opbronzen opbrouwen opbruinen opbruisen opbuigen opbulderen " "opbulten opbundelen opcommanderen opdagen opdammen opdampen opdansen " "opdeinen opdekken opdelen opdelven opdeppen opdeunen opdichten opdienen " "opdiepen opdiggelen opdikken opdingesen opdirken opdissen opdobberen " "opdoeken opdoemen opdoen opdoffelen opdoffen opdokken opdomen opdonderen " "opdonkeren opdooien opdoppen opdorsen opdouwen opdraaien opdrachtgevende " "opdragen opdraven opdreggen opdreunen opdrijven opdrillen opdringen " "opdrinken opdrogen opdrommen opdrossen opdrukken opduikelen opduiken " "opdunnen opduvelen opduwen opdwarrelen opdweilen opdwingen opeenbotsen " "opeenbouten opeendoen opeendrijven opeendringen opeendrukken opeenduwen " "opeengooien opeenhokken opeenhopen opeenjagen opeenklappen opeenklemmen " "opeenklinken opeenklitten opeenkruien opeenladen opeenlassen opeenleggen " "opeenliggen opeennaaien opeenpakken opeenpersen opeenplaatsen opeenplakken " "opeenrijden opeenschroeven opeenschuiven opeensluiten opeensmijten " "opeenstaan opeenstapelen opeenstoten opeentassen opeenvallen opeenvliegen " "opeenvolgen opeenvolgend opeenwaaien opeenwerpen opeenzetten opeenzitten " "opeggen opeisen open- openbaren openbarst openbarsten openbersten openbijten " "openblazen openblijven openbloeien openbloemen openbreken openbuigen " "openbulken opendoen opendraaien opendringen openduwen openen opengaan " "opengooien openhakken openhalen openhangen openhouden openingsdoelpunt " "openklappen openknagen openknijpen openknikken openknippen openkoken " "openkrabben openkraken openlaten openleggen openliggen openlopen openmaken " "openpersen openpeuteren openpikken openplooien openprikken openrijten " "openritsen openrollen openrukken openschaven openscheuren openschieten " "openschoppen openschroeven openschuiven openslaan openslingeren opensluiten " "opensmijten opensnijden openspalken openspannen openspatten opensperren " "opensplijten opensplitsen openspreiden openspringen openstaan opensteken " "openstellen openstomen openstrooien opentarnen openten openteren opentornen " "opentrappen opentrekken openvallen openverklaren openvijzen openvliegen " "openvouwen openwaaien openwaterzwemmen openwerken openwerpen openwoelen " "openwrijven openwringen openzagen openzetten openzwaaien operationaliseren " "opereren opeten opfietsen opfladderen opflakkeren opfleren opfleuren " "opflikken opflikkeren opflitsen opfokken opfretten opfrissen opfruiten " "opgaan opgalmen opgaren opgebruiken opgeien opgeilen opgeraken opgespen " "opgeven opgieren opgieten opgijnen opgisten opglanzen opglimmen opgloeien " "opgooien opgrabbelen opgraven opgreppen opgriffelen opgrijpen opgroeien " "opgroenen ophaasten ophad ophagen ophaken ophakken ophalen ophangen ophappen " "opharden opharken ophaspelen ophebben opheffen ophekken ophelderen ophelpen " "ophemelen ophengsten opheuen ophielen ophieuwen ophijsen ophikken ophitsen " "ophoepelen ophoesten ophogen ophokken ophopen ophoren ophouden ophuiden " "ophuppelen ophutselen opiniëren opjagen opjuinen opjutten opkaarden " "opkalanderen opkalefateren opkalfateren opkalken opkammen opkanten opkappen " "opkarren opkatten opkauwen opkeggen opkeren opkielen opkiemen opkiepen " "opkietelen opkijken opkikkeren opkimmen opkippen opkisten opkladden " "opklampen opklappen opklaren opklauteren opkleden opkleppen opkleuren " "opkleven opklimmen opklinken opklooien opkloppen opklossen opkloven " "opkluiven opkluwen opkluwenen opknabbelen opknallen opknappen opknetteren " "opknijpen opknippen opknopen opknutselen opkoelen opkoken opkomen opkooien " "opkopen opkorten opkoteren opkrabbelen opkrabben opkramen opkrassen " "opkrauwen opkrijgen opkrikken opkrimpen opkringelen opkroezen opkrommen " "opkronen opkronkelen opkroppen opkruien opkruinen opkruipen opkruisen " "opkrullen opkuieren opkuipen opkuisen opkuiven opkweken opkwelmen opkwikken " "oplaaien opladen oplakken oplangen oplappen oplassen oplaten oplatten " "oplaveren oplazeren oplebberen opleggen opleiden oplengen oplepelen opleppen " "oplepperen opleren opletten opleuken opleukeren opleven opleveren oplezen " "oplichten oplieren opliggen oplijsten oplikken oploden oploeven oplopen " "oplossen opluchten opluien opluiken opluisteren opluxen opmaken opmalen " "opmarcheren opmerken opmeten opmetselen opmieteren opmijten opmonteren " "opnaaien opnemen opneuken opnoemen opofferen opontbieden oppakken oppakten " "oppalmen oppassen oppennen oppeppen opperarmbeen opperen oppersen oppeuzelen " "oppiepen oppijpen oppikken oppinnen opplakken opplanten opplassen oppleuren " "opploegen opplooien opplussen oppoetsen oppoffen oppoken oppolitoeren " "oppompadoeren oppompen opponeren oppoppen opporren oppoten oppotten " "opprikken oppronken opproppen oppruimen oppuilen oppuntstellen opputten " "oprakelen opraken opramen oprammeien oprammelen opranken oprapen opratelen " "opredderen opreiken oprekenen oprekken oprennen oprichte oprichten oprijden " "oprijen oprijgen oprijten oprijzen oprispen opritsen oprochelen oproden " "oproeien oproepen oproeren oproken oprokken oprokkenen oprollen opromen " "oprommelen opronden oproosteren oprotstralen oprotten opruien opruiken " "opruimen oprukken opruwen opsalamanderen opschaffen opschaften opschakelen " "opschalen opscharrelen opscharren opschaven opschellen opschenken opschepen " "opscheppen opscheren opscherpen opscherren opscheuren opschieten opschijnen " "opschikken opschilderen opschminken opschoeien opschoffelen opschokken " "opschommelen opschonen opschooien opschoppen opschorsen opschort opschorten " "opschrabben opschransen opschranzen opschrapen opschreeuwen opschrijven " "opschrikken opschrobben opschroeven opschrokken opschudden opschuieren " "opschuilen opschuimen opschuiven opschuren opschutten opseizen opsieren " "opsjezen opsjorren opsjouwen opslaan opslabberen opslagen opslaggeheugen " "opslatten opslechten opslepen opsleuren opslibben opslijken opslijpen " "opslijten opslikken opslingeren opslobberen opsloffen opslokken opslorpen " "opsloven opsluipen opsluiten opslurpen opsmeden opsmelten opsmeren " "opsmergelen opsmijten opsmikkelen opsmoezen opsmukken opsmullen opsnappen " "opsnellen opsnijden opsnoeien opsnoepen opsnorren opsnuffelen opsnuiven " "opsodemieteren opsoevereinen opsolferen opsommen opsoppen opsouperen " "opspalken opspannen opsparen opspatten opspelden opspelen opsperren " "opspeuren opspieën opspijkeren opspinnen opspitsen opspitten opsplijten " "opsplitsen opsplitten opspoelen opsporen opspreiden opspreken opspringen " "opspruiten opspugen opspuiten opspuwen opstaan opstallen opstampen opstangen " "opstapelen opstappen opstaren opstarten opsteigeren opsteken opstellen " "opstemmen opstijgen opstijven opstikken opstoepen opstoffen opstoken " "opstomen opstommelen opstook opstoppen opstormen opstoten opstouwen opstoven " "opstrekken opstreven opstrijden opstrijken opstrikken opstromen opstrompelen " "opstropen opstroppen opstuiken opstuiten opstuiven opsturen opstutten " "opstuwen opsukkelen optafelen optakelen optanden optassen optateren " "optekenen optellen opteren optillen optimaliseren optimmeren optippen " "optobben optoddiken optoetsen optomen optonen optonnen optooien optoppen " "optorenen optornen optransformeren optrappen optreden optrekken optrippelen " "optroeven optrommelen optuieren optuigen optulken optutten optyfen optypen " "opvallen opvangen opvaren opvat opvatten opvegen opveilen opveren opverven " "opvieren opvijlen opvijzelen opvijzen opvissen opvlammen opvlassen " "opvlechten opvliegen opvlijen opvlijmen opvloeien opvloeken opvoeden " "opvoederen opvoegen opvoeren opvolgen opvorderen opvouwen opvragen opvreten " "opvretten opvriezen opvrijen opvrolijken opvullen opwaaien opwaarderen " "opwachten opwaken opwakkeren opwandelen opwarmen opwarmronde opwassen " "opwegen opwekken opwellen opwelven opwentelen opwerken opwerpen opwervelen " "opwiegen opwieken opwiggen opwikkelen opwinden opwippen opwisselen opwissen " "opwitten opwoelen opwrijven opwroeten opzadelen opzakken opzamelen opzanden " "opzaniken opzeggen opzeilen opzenden opzetten opzichzelfstaande opzieden " "opzien opzijgaan opzijleggen opzijschuiven opzijzetten opzingen opzinken " "opzit opzitten opzoden opzoeken opzoeten opzolderen opzomeren opzooien " "opzouten opzuigen opzuipen opzuiveren opzwaaien opzwabberen opzwalpen " "opzwelgen opzwellen opzwemmen opzwengelen opzwepen opzweren opzweven " "opzwoegen orakelen oranjegezinde orbitalen ordenen ordeteken ordineren " "ordonneren oreren organiseren organiste orgelen oriëntatielopen oriënteren " "orkestdirectie orkestreren ornamenteren ornementeren orogenese oscilleren " "osteodermen otteren outilleren ouwebetten ouwehoeren ouwetakkenbossen " "ouwetutten overacten overbabbelen overbakken overbedelen overbeladen " "overbelasten overbelichten overbeschermen overbetalen overbevragen " "overbieden overbijten overbikken overbillen overbinden overblazen overbleken " "overblijven overbloezen overblowen overbluffen overboeken overboenen " "overboeren overborstelen overbossen overbotsen overbottelen overbouwen " "overbraden overbranden overbreeuwen overbreien overbrengen overbrieven " "overbroeden overbrouwen overbruggen overbruisen overbuigen overbuizen " "overbukken overbusselen overcalqueren overcijferen overcompenseren overdagen " "overdekken overdelen overdemocratiseren overdenken overdienen overdijken " "overdisponeren overdistilleren overdoen overdonderen overdopen overdorsen " "overdraaien overdragen overdraven overdrentelen overdribbelen overdrijven " "overdrogen overdrukken overdubben overduvelen overduwen overdwalen " "overdweilen overeenbrengen overeenkomen overeenstemmen overeesten overeggen " "overenten overerven overeten overetsen overfaxen overfietsen overfilteren " "overfiltreren overfluisteren overfluiten overfoliën overgaan overgaren " "overgeven overgezalfde overgezochte overgieren overgieten overglanzen " "overglijden overgloeien overgommen overgooien overgraveren overgrijpen " "overgroeien overgronden overgutsen overhaasten overhalen overhandigen " "overhangen overhaspelen overhebben overhechten overheersen overhellen " "overhevelen overhoopgooien overhoophalen overhoopliggen overhooplopen " "overhoopraken overhoopschieten overhoopsmijten overhoopsteken overhoopwerpen " "overhoopzetten overhoren overhouden overhouwen overhuiven overhuizen " "overijken overijlen overjagen overkaarden overkaatsen overkakelen overkalken " "overkalkeren overkammen overkantelen overkappen overkarnen overkauwen " "overkegelen overkeuren overkijken overkisten overkladden overklappen " "overklassen overklauteren overkleden overkleuren overklikken overklimmen " "overklinken overkluizen overknabbelen overknagen overknikken overknippen " "overknopen overkoepelen overkoken overkomen overkopen overkoppen " "overkrabbelen overkragen overkrijgen overkroppen overkruien overkruipen " "overkruisen overkuieren overkuipen overkwalificeren overkweken overladen " "overlakken overlangen overlappen overlasten overlaten overledene overleggen " "overleiden overleren overleunen overleven overleverden overleveren overlezen " "overlichten overliggen overlijden overlijmen overlippen overloden overlokken " "overlommeren overlopen overluiden overluien overmaken overmalen overmangelen " "overmannen overmarcheren overmatten overmazen overmeesteren overmelken " "overmeniën overmerken overmeten overmetselen overmijten overmogen overmollen " "overmonsteren overmorgen overmunten overnaaien overnachten overneigen " "overnemen overneuriën overnieuw overnummeren overoliën overpakken overpassen " "overpeinzen overpekken overpennen overpielen overpikken overplaatsen " "overplakken overplamuren overplanten overpleisteren overpletten overploegen " "overplooien overpoederen overpoeieren overpoetsen overpolijsten overpompen " "overpoten overpotten overpraten overprijzen overprikkelen overranken " "overreageren overredderen overreden overreiken overreizen overrekenen " "overrekken overrennen overrijden overroeien overroepen overroeren overrollen " "overrompelen overroten overrulen oversauzen overschaduwen overschakelen " "overschaken overschatten overschaven overschenken overschepen overscheppen " "overscheren overschetsen overscheuren overschieten overschilderen " "overschitteren overschoffelen overschoppen overschouwen overschreeuwen " "overschrijden overschrijven overschrikkelen overschrobben overschudden " "overschuieren overschuimen overschuiven overschuren overseinen oversjouwen " "overslaan overslapen overslenteren overslepen oversleuren overslijpen " "overslingeren oversluiken oversluipen oversluiten oversmeden oversmelten " "oversmeren oversmijten oversmokkelen oversnappen oversnellen oversnijden " "oversnoeien oversolderen oversorteren overspalken overspannen oversparen " "overspatten overspelen overspellen overspijkeren overspinnen overspitten " "overspoeden overspoelen oversporen overspreken overspringen overspruiten " "overspuiten overstaan overstaken overstallen overstampen overstapelen " "overstappen oversteken overstelpen overstemmen overstempelen overstijgen " "overstijven overstimuleren overstomen overstoppen overstorten overstoten " "overstralen overstressen overstrijken overstromen overstrompelen overstuiven " "oversturen oversukkelen overswitchen overtappen overtekenen overtelefoneren " "overtelegraferen overtellen overteren overteuten overtijden overtijgen " "overtikken overtillen overtimmeren overtonnen overtoveren overtrainen " "overtrappen overtreden overtreffen overtrekken overtrippelen overtroeven " "overtrouwen overtuigen overtypen overvaren overvegen overveilen " "oververhitten oververmoeid oververnissen oververtellen oververven " "oververzadigde overvijlen overvlechten overvleugelen overvlieden overvliegen " "overvlieten overvloeien overvlogen overvluchten overvoeden overvoegen " "overvoeren overvormen overvouwen overvragen overvreten overwaaien " "overwaarderen overwaggelen overwalken overwalsen overwandelen overwannen " "overwarmen overwasemen overwassen overwegen overweldigen overwellen " "overwelven overwenden overwerken overwerpen overwieden overwijzen overwinden " "overwinnen overwinteren overwippen overwitten overwoekeren overwrijven " "overwringen overzaaien overzakken overzalven overzeggen overzeilen " "overzenden overzetten overzieden overzien overziften overzingen overzitten " "overzoeken overzolderen overzomen overzouten overzwemmen overzweven " "overzwikken ovuleren oxide oxiden oxideren ozoniseren paaien paalzitten " "paardjerijden paardrijden paardspringen paardvoltigeren paarrijden " "pachtbreken pachten pacificeren pacifiëren paddelen paffen pagaaien " "pagineren pakken palataliseren palaveren palen paleren paletten palettiseren " "palingen palingsteken palingtrekken palingzeilen palissaderen pallepoten " "palmen palmsteken palmwijden palperen palpiteren panacheren panchayat panden " "pandoeren pandverbeuren panellid paneren panikeren panlikken pannenlap " "pannenlikken pantserdoorboren pantseren pantserzakspinnen papegaaien " "papegaaischieten papeten papieren pappen parachuteren parachutespringen " "parachutevouwen paraderen paraferen paraffineren parafraseren paragraferen " "paraisseren paralyseren paranoïde parapenten parasailen parasiteren " "paraspringen pardonneren parelduiken parelen parelmotten parelvissen paren " "pareren parfumeren parkeergelegenheid parkeren parket parketteren parkmoord " "parlementen parlementeren parlesanten parlevinken parodiëren parte parten " "participeren partijkiezen partijtrekken partituurlezen partneren pasporteren " "passagieren passanten passen passeren passioneren passlijpen " "pastelschilderen pasteuriseren patelen patenteren paternosteren patiencen " "patineren patriot patroneren patroniseren patrouilleren patsen pauken " "pauzeren pavoiseren pedaalmotten pedaleren peddelen pedicuren peezen pegelen " "peigeren peilen peinzen peizen pekelen pekken pelen pelgrimeren pellen " "pelletiseren penaliseren pendelen penetreren pennen penselen pensioensparen " "pensioneren penteren penzen peperen peppen peptide percipiëren percoleren " "percuteren peren perfectioneren perforeren performen periodiseren " "perkamenteren perken permanenten permitteren peroreren perpendiculariseren " "perpetueren persecuteren persen persevereren persifleren persisteren " "perslucht personaliseren personifiëren perspectieftekenen perspireren " "persuaderen persvergulden perudoén perverteren pesten petilleren " "petitioneren petrificeren petrifiëren petsen peulen peuren peuteren peuzelen " "pezen pezeweven pf photoshoppen pianiste pianospelen pianostemmen picknicken " "piefpaffen pieken piekeren pielen piemelen piepen piercen piereken pieren " "pierewaaien piesen pieteren pifpaffen pigmenten pigmenteren pijlstaarten " "pijnen pijnigen pijpen pijpendraaien pijproken pikdorsen pikeren piketten " "piketteren pikkelen pikken pileren pillen pillendraaien pimpelen pinceren " "pingelen pingen pingpongen pinkelen pinken pinkeren pinkogen pinnen " "pionieren pipetteren pirouetteren pissen pistonneren pistoolschieten pitsen " "pitten pivoteren plaasteren plaatsen plaatsgrijpen plaatshebben plaatsmaken " "plaatsnaambord plaatsnemen plaatsnijden plaatsvervangen plaatsvinden " "plaatsvormen placeren plafonneren plagen plaggen plagiëren plakken plamen " "plamuren planen planeren planetoïde planimetreren plankschaatsen plankzeilen " "plannen plannenmaken planten plantendelen plantenetend plantenetende " "planteren plasmasnijden plasregenen plassen plastieken plastificeren " "platbellen platbombarderen platbranden platdrukken platduwen plate " "plateeldraaien plateren platgaan platgooien platineren platkloppen " "platleggen platliggen platlopen platmaken platpersen platscheren " "platschieten platslaan platspuiten platstoten platstrijken platten platteren " "plattrappen plattreden platvallen platvoeten platwalsen plaveien playbacken " "playstationen plebisciteren plegen pleisteren pleiten plekken plempen " "plengen plensregenen plenteren plenzen pletsen pletten pletteren pleuren " "pleurocoelen plezieren plisseren ploegen ploegtrekken ploeteren ploffen " "plomberen plompen plonzen plooien ploppen ploten plotten pluggen pluimen " "pluimstrijken pluizen plukharen plukken plunderen plundertochten plussen " "pochen pocheren pocketboeken poedelen poederen poeieren poekelen poelen poen " "poepen poeren poesten poetsen poffen pogen pogoën pointeren pointilleren " "poken pokeren pokertoernooien pokken polariseren polderen polemiseren polen " "poleren polieren polijsten politiseren politoeren pollueren poloën polsen " "polsstokhoogspringen polsstokspringen polsstokverspringen polsvoelen " "polychromeren polymeriseren pommaderen pompen ponden poneren ponsen " "pontificeren ponyrijden pooien pooieren poolen poolstokhoogspringen " "poortsluiten pootjebaden popcornen popelen poppen populariseren porren " "porseleinrijden portelen porten porteren portretteren poseren positioneren " "postcodeoriënteren postdateren posten posteren postgraven postuleren " "postvatten postzegelverzamelen potelen poten potenrammen potloden potten " "pottenbakken potverteren pousseren powiat pozen poëtiseren praaien prachen " "prachtlievende prachtmotten prachtvinken prakken prakkiseren praktiseren " "pralen pramen prangen praten pratikeren pratten preadviseren precederen " "precipiteren preciseren preconiseren prederen predestineren prediceren " "prediken predisponeren predomineren preeklezen prefabriceren prefereren " "prefigeren prefigureren prejudiciëren preken preluderen premediceren " "premediteren prenten prenumereren preoccuperen prepareren prescriberen " "presenteren preseren preserveren presideren pressen presseren presteren " "presumeren pretendent pretenderen pretexteren preutelen prevaleren prevelen " "preveniëren priegelen priemen prijken prijsbevorderen prijsgeven prijsrijden " "prijsschieten prijzen prikkelen prikken primeren principaat prinsgezinde " "printen privaatdocent privatiseren privilegiëren privégesprekken privélessen " "proberen problematiseren procederen proclameren procreëren procureren " "producen produceren proefboren proefbranden proefdraaien proefheien " "proeflezen proefpreken proefrijden proefschieten proefschriftlayouten " "proefstomen proeftrekken proefvaren proefzwemmen proest proesten proeven " "profaan profaneren professen professionaliseren profeteren profielslijpen " "profileren profiteren profloopbaan programmeertalen programmeren projecteren " "projectietekenen proletariseren prolongeren promoten promoveren pronken " "pronostikeren pronunziare proost proosten propaganderen propageren " "proponeren proportioneren proppen proselietenmaken prospecteren prospekken " "prospereren prossen prosterneren prostitueren protegeren protesteren " "protocolleren protonen protoneren protsen protten prouveren proveniëren " "provianderen provisioneren provoceren pruikslaan pruilen pruimen prullen " "prutsen pruttelen prutten psalmen psalmeren psalmodiëren psalmzingen " "pseudo-lezen psychologiseren pterygoïde puberen publiceren publiciste " "publiciteitzoeken puddelen puffen puilen puimen puinruimen pulken pulsen " "pulseren pulveren pulveriseren puncteren punniken punten puntenakkoord " "puntendiëten puntengerechtigd punteren puntlassen puren pureren purgeren " "purificeren purifiëren purperen pushen pussen putsen putt putten puzzelen " "pyromaan quadrilleren quadrupleren quarken queruleren quizzen quoten " "quoteren quotiseren raadgeven raadplegen raaien raaklopen raakslaan " "raaskallen rabatten rabatteren rabbelen raccorderen racefietsen racemotoren " "racen raceronde raceweekend rachelen racletten radbraken raden raderen " "radicaliseren radio-dj radiograferen radiomaken rafelen raffelen raffineren " "raften ragen raggen railleren raisonneren rakelen raken raketten rakken " "rakkeren ramen rammeien rammelen rammen rampdenken rampetampen rampokken " "ramsjen randen randomiseren rangeren rangschikken ranken ranselen ransen " "rantsoeneren rapen rappelleren rappen rapporteren raseren raspen rasteren " "ratelbanden ratelen rateren ratificeren ratineren rationaliseren ratsen " "ratten rauzen ravenbeksbeen ravitailleren ravotten razen razeren reactiveren " "reaffecteren reageren realiseren reanimeren reassureren rebbelen rebelleren " "rebooten rebounden recapituleren reccen recenseren recepteren rechercheren " "rechtbouwen rechtbreien rechtbuigen rechtdoorgaan rechtduwen rechten " "rechteren rechterschouderblad rechthouden rechtigen rechtkloppen rechtkomen " "rechtmaken rechtopgaan rechtopstaand rechtopstaande rechtsdraaiende " "rechtsgeleerdheid rechtslaan rechtspreken rechtspringen rechtstaan " "rechtstrekken rechtswetenschappen rechttrekken rechtuitgaan rechtuitkijken " "rechtuitlopen rechtuitrijden rechtvaardigen rechtzetten rechtzitten " "recidiveren recipiëren reciproceren recirculeren reciteren reclameren " "reclasseren recombineren recommanderen reconciliëren reconstrueren " "recordkampioen recreëren recruteren rectificeren recupereren recuseren " "recyclen recycleren redden redderen reddingszwemmen reddingzwemmen " "redekavelen redeneren redetwisten redevoeren redigeren redoubleren " "redresseren reduceren redundant redupliceren reeuwen refereren reflecteren " "reformen reformeren refuseren refuteren regaleren regard regarderen regelen " "regenen regenereren regenwulpen regeren regering- regeringsgezind " "regeringsgezinde reggen regionaliseren regisseren registeren registermaken " "registreren reglementeren regroeperen regulariseren reguleren rehabiliteren " "reidansen reien reiken reikhalzen reilen reinigen reizen rekenen " "rekeningrijden rekestreren rekken rekristalliseren rekruteren rekwestreren " "rekwireren relanceren relateren relativeren relaxen relaxeren relaxt " "relayeren releasen relegeren releveren rellen relschoppen remarqueren " "remasteren rembourseren remediëren remigreren remilitariseren remitteren " "remixen remixte remmen remodelleren remonstreren remonteren removeren " "remplaceren remunereren renderen rendierjagen renen reneweren renforceren " "rennen renonceren renoveren rentabiliseren renten rentenieren renumereren " "renunciëren renvooieren reorganiseren reoriënteren repareren repasseren " "repatriëren repelen repen repertoriëren repeteren repliceren repousseren " "reppen represaille representeren reprimeren reproberen reproduceren " "reprograferen repudiëren rescontreren rescriberen researchen reseceren " "reserveren resetten resident resideren resigneren resineren resisteren " "resocialiseren resolveren resoneren resorberen resorteerde respecteren " "respectievelijk respireren responderen responsabiliseren ressorteren " "restaureren resten resteren restitueren restorneren restringeren restylen " "resulteren resumeren resupineren retarderen retireren retoucheren " "retourneren retracteren retribueren retrograderen reutelen reuzelen " "reuzenslangen revaccineren revalideren revaloriseren revalueren revancheren " "revelen reveleren reven revideren revieren reviewen revindiceren reviseren " "revitaliseren revoceren revolteren revolutioneren reëngageren reïncarneren " "reïntegreren reïnterpreteren reünieconcert reüsseren ribbelen ribben richten " "ricocheren ridderen ridderorden ridiculiseren riedelen rieken riemen " "rietdekken riffelen rigide rijcomfort rijden rijen rijgen rijken " "rijksbeschermd rijksmonument rijksmonumenten rijkversierde rijmelen rijmen " "rijpaard rijpen rijsttafelen rijten rijven rijwielen rijzelen rijzen " "rikkekikken rikken rikketikken rikkikken riksmuseet rillen rimmen rimpelen " "ringelen ringeloren ringen ringrijden ringsteken ringvangen rinkelen " "rinkelrooien rinkinken rioleren riposteren rippen risaleren risken riskeren " "rispen rissen risten ristorneren rite ritmeren ritselen ritsen ritten " "ritualiseren rivaliseren riviergeleiden road robbedoezen robberen robineren " "robotiseren rochelen rocken roddelen rodelen roden rodeorijden roderen " "rodineren roedelopen roeien roeiepoetsen roekoeken roekoeën roemen roepen " "roerbakken roeren roesten roestvast roeten roethanen roetsjen roezemoezen " "roezen roffelen rojemen rokeren rokken rokkenen rollebollen rollen rolleren " "rolrijden rolschaatsen rolstoelracen roman romaniseren romantiseren romen " "rommelen rondbabbelen rondbanjeren rondbazuinen rondbellen rondbenen " "rondbezorgen rondbieden rondblikken rondbreien rondbrengen rondbrieven " "rondcirculeren rondcirkelen rondcolporteren rondcrossen ronddaggeren " "ronddalven ronddansen ronddarren ronddartelen ronddelen ronddienen " "ronddobberen ronddolen ronddollen ronddraaien ronddragen ronddraven " "ronddrentelen ronddrijven ronddwalen ronddwarrelen ronddweilen ronden " "ronderecord rondexerceren rondfeesten rondfietsen rondfladderen rondfleren " "rondgaan rondgapen rondgepompt rondgeven rondgluren rondgonzen rondgooien " "rondgraaien rondgrabbelen rondgrijpen rondgroeien rondgroeten rondhakken " "rondhalen rondhangen rondhollen rondhoppen rondhoren rondhossen rondhotsen " "rondhuppelen rondhupsen rondjagen rondjoelen rondkijken rondkletsen " "rondkloppen rondkoersen rondkomen rondkraaien rondkrielen rondkrioelen " "rondkruien rondkruipen rondkruisen rondkuieren rondleggen rondleiden " "rondleuren rondleuteren rondloeren rondlopen rondluieren rondluisteren " "rondlummelen rondmailen rondmaken rondmarcheren rondneuken rondneuzen " "rondpassen rondplassen rondploeteren rondplonsen rondpompen rondpraten " "rondpresenteren rondprutsen rondrazen rondreiken rondreizen rondrennen " "rondrijden rondroeien rondroepen rondrommelen rondschallen rondscharrelen " "rondschenken rondscheppen rondschermen rondscheuren rondschieten " "rondschommelen rondschouwen rondschreeuwen rondschrijven rondseinen " "rondsjouwen rondslaan rondslenteren rondslepen rondsletten rondsleuren " "rondslieren rondslijpen rondslingeren rondsloffen rondsluipen rondsmijten " "rondsnellen rondsnijden rondsnorren rondsnuffelen rondspartelen rondspatten " "rondspelen rondspeuren rondspieden rondspoken rondspringen rondspuiten " "rondstaan rondstappen rondstaren rondsteppen rondstralen rondstrijken " "rondstrompelen rondstrooien rondstruinen rondstuiven rondsturen rondsuizen " "rondsukkelen rondsurfen rondtasten rondtekenen rondtellen rondteuten " "rondtjollen rondtoeren rondtollen rondtrekken rondtrippelen rondtrippen " "rondtrompetten rondtsjollen rondtuinen rondturen rondvaren rondventen " "rondvertellen rondvliegen rondvragen rondwaden rondwalsen rondwandelen " "rondwaren rondwarrelen rondweiden rondwemelen rondwentelen rondwervelen " "rondwoelen rondwurmen rondzaaien rondzeggen rondzeilen rondzenden rondzetten " "rondzeulen rondzien rondzingen rondzoeken rondzwaaien rondzwalken " "rondzwemmen rondzwermen rondzwerven rondzwiepen rondzwieren ronken ronselen " "roodgekleurde roofdieren rooien roosjessnijden roosten roosteren roppen " "roskammen rossen rotantrekken roten roteren rotseiland rotsen rotsklimmen " "rotsteen rotten rotuleren rotverwen rotzooien rouleren routeren rouwdouwen " "rouwen rouwklagen roven roveren royale royeren rozen rubriceren ruften " "rugbyen ruggensteunen rugschild rugsteunen rugvliegen rugwind rugzakken " "rugzwemmen ruien ruiken ruilebuiten ruilen ruimen ruimtevullen ruimtezien " "ruisen ruiten ruitentikken ruiven ruizelen rukken rumineren rummikuppen " "rumoeren runnen russificeren rusten rustgeven rustgevende ruttelen ruwaard " "ruwen ruwslijpen ruwstoken ruziemaken ruziën ruïneren röntgenen " "s-gravenzande s-gravesande s-gravesluiten sabbelen sabberen sabeldansen " "sabelen sabelsprinkhanen saboteren sacreren sacrificeren sacrifiëren " "sagokloppen sagowassen sakkeren salamanderen salariëren salderen salsadansen " "salueren samenballen samenbinden samenblazen samenblijven samenbouwen " "samenbrengen samenbuigen samenbundelen samendoen samendraaien samendragen " "samendrijven samendringen samendrommen samendrukken samenduwen samenflansen " "samengaan samengieten samengroeien samenhalen samenhangen samenhechten " "samenhokken samenhopen samenhoren samenhouden samenhuizen samenketenen " "samenkitten samenklappen samenklemmen samenkleven samenklieken samenklinken " "samenklitten samenklonteren samenknijpen samenknopen samenkoeken samenkomen " "samenkooien samenkoppelen samenkrimpen samenkruipen samenlappen samenleggen " "samenleven samenlezen samenlijmen samenlopen samenmengen samennaaien " "samenpakken samenpersen samenplakken samenproppen samenrapen samenroepen " "samenroeren samenrollen samenrotten samenrukken samenscharrelen " "samenschikken samenscholen samenschrapen samenschroeven samenslaan " "samensmeden samensmelten samensnoeren samenspannen samenspelden samenspelen " "samenspreken samenstelen samenstellen samenstemmen samenstromen samentellen " "samentreffen samentrekken samentroepen samenvallen samenvatten samenvlechten " "samenvlieten samenvloeien samenvoegen samenvouwen samenwerken samenweven " "samenwinden samenwonen samenwringen samenzetten samenzijn samenzitten " "samenzoeken samenzweren sammelen samplede samplen samtgemeinde sanctificeren " "sanctifiëren sanctioneren saneren sanforiseren saoediseren sappelen sapperen " "sarren sassen satineren satureren sauropode sauropoden sausen sauteren " "sauveren sauzen saven savoureren scalperen scanderen scannen scenarissen " "schaakkampioen schaakspelen schaarden schaatsen schaatsenlopen " "schaatsenrijden schachtdelven schadeloosstellen schaden schadeveroorzaken " "schaduwboksen schaduwen schaffen schaften schakelen schaken schakeren " "schalen schallen schalmen schamen schampen schamperen schandaliseren " "schandmerken schandvlekken schansen schansspringen schapenteelt scharen " "scharnieren scharrelbenen scharrelen scharren schateren schaterlachen " "schatgraven schatten schavelen schaven schaverdijnen schavielen " "schedellichten schedulen scheefbuigen scheefdrukken scheefduwen " "scheefgroeien scheefhouden scheeflopen scheefslaan scheefstaan scheeftrekken " "scheefzakken scheelkijken scheelogen scheelzien scheenplaatschildpadden " "scheepgaan scheepsgeschut scheepsruimte scheiden scheidsrechteren schelden " "schelen schellen schematiseren schemeren schenden schenken schennen schepen " "scheppen scheren schermen schermutselen scherpen scherpstellen scherren " "schertsen scherven schetsen schetteren scheuken scheuren scheuvellopen " "schiemannen schieten schiften schijfschieten schijnboktorren schijnen " "schijten schijven schikken schilderen schilferen schillen schimmelen " "schimpen schipperen schitteren schmieren schminken schnabbelen schobben " "schoeien schoenlappen schoenmaken schoenpoetsen schoepen schoffelen " "schofferen schoften schokken schokschouderen scholingsgraad scholpen " "schommelen schonen schooien schooieren schoolblijven schoolgaan schoolhouden " "schoolliggen schoollopen schoolmeesteren schoolrijden schoolsparen " "schoolverlaten schoolzwemmen schoonbijten schoonblazen schoonboenen " "schoonborstelen schoonbranden schoonhakken schoonhouden schoonkrabben " "schoonlikken schoonmaken schoonpoetsen schoonpraten schoonrijden " "schoonschaven schoonschrijven schoonsnijden schoonspoelen schoonspringen " "schoonspuiten schoonstralen schoonvegen schoonwaaien schoonwassen " "schoonwrijven schoonzwemmen schoorsteenvegen schootgaan schoppen schoren " "schorpioenvisachtigen schorren schorsen schorten schotelen schotelwassen " "schouderblad schouderen schouderophalend schout-bij-nacht schouwen schrabben " "schrafelen schrafferen schragen schralen schrammen schrankelen schranken " "schransen schranzen schrapen schrappen schreeuwen schreien schrijbenen " "schrijden schrijnen schrijven schrikkelen schrikken schrobben schroden " "schroefveren schroeien schroeven schromen schrompelen schrooien schroten " "schubben schuddebollen schuddebuiken schuddekoppen schudden schuieren " "schuifelen schuilen schuilgaan schuilhouden schuimbekken schuimcicaden " "schuimen schuinaflopen schuindrukken schuinen schuinogen schuinoplopen " "schuitjevaren schuiven schulpen schulte schuren schurken schutbladen " "schutjassen schutten schutteren schuwen scontreren scoren scout scouten " "scrabbelen scratchen screenen scrollen scrubben scubaduiken sealen " "seconderen secreteren sectiehoofd seculariseren sederen sedimenteren " "segmenteren segregeren seinen seizen seizoenseinde seksen seksualiseren " "sekwestreren selecteren semi-verontschuldigen sennenhond sensibiliseren " "separeren seponeren seppuku sept septiemakkoord serreren serven serveren " "set-uppen settelen sextant sferoïde shaken shamponeren shampooën sharen " "sheten shield shieten shimmiën shirt shit shocken shockeren shoppen shotten " "showen shunten sidderen siepelen siepen sieperen sieren sightseeën " "signaleren signeren sijfelen sijpelen sijt sikkelmotten sikkeneuren sikkeren " "silen silhouetteren siliciumdioxide simmen simpen simplificeren simuleren " "singelen sinteren sissen situeren sjabloneren sjachelen sjacheren sjansen " "sjappen sjezen sjieken sjilpen sjirpen sjoelbakken sjoelen sjoemelen sjokken " "sjorren sjotten sjouwen sjouwenan skateboarden skaten skeeleren " "skeetschieten skeleton skeletteren skelteren skiffen skilopen skinken " "skioord skippen skischansspringen skispringen skivliegen skiën skûtsjesilen " "slaan slaapwandelen slaapzakken slabakken slabben slabberen slachten " "slachtofferen slagen slagersknecht slaggemiddelde slagregenen slaken slakken " "slalommen slampampen slangenhalsschildpadden slangetjesrijden slanken slapen " "slappen slatten slaven slechten slechthorend slechtpraten sleden " "sleepvliegen sleepvoeten sleeën slempen slenteren sletten sleuren sleutelen " "slibben slibberen slichten slidderen slieren slierten slijken slijmen " "slijpen slijten slikken slimmerd slingeren slinken slippen slissen slobberen " "slodderen sloffen slokken slonzen slooien slootjespringen slorpen slott " "slotvoogd sloven slowen sluieren sluiken sluikstorten sluimeren sluipen " "sluiten sluizen slungelen slurpen smachten smaden smaken smakken smalen " "smallen smalvleugelmotten smarten smashen smeden smeken smelt smelten smeren " "smergelen smetten smeulen smiespelen smijdigen smijten smikkelen smilen " "smodderen smoelentrekken smoezelen smoezen smoken smokkelen smokken smoren " "smossen smotsen smousen smousjassen smouten smouzen sms'en smukken smullen " "smulpapen smurfen snaaien snacken snakken snappen snateren snauwen " "snavelbranden sneaken snebbelen snebberen sneeuwbaldenken sneeuwballen " "sneeuwen sneeuwmotten sneeuwruimen sneeuwsurfen sneeuwwitte sneevergulden " "sneldrogen snelfietsen snelgroeien snelheidsbepalende snelheidsrecord " "snelkoken snelkookrijst snellen snellezen snelroeien snelschaatsen " "snelschaken snelschrijven snelstgroeien snelstromen sneltekenen sneltreinen " "snelwandelen snelzwemmen snepen sneren snerken snerpen sneukelen sneuvelen " "sneven snezen snibben sniffen snijbranden snijden snikken snipperen snoeien " "snoeken snoepen snoeren snoeven snokken snollen snookeren snorkelen snorken " "snorren snotteren snowboarden snowscooteren snuffelen snuffen snuisteren " "snuit snuiten snuiven snurken socialiseren socialiste socializen " "sodemieteren soebatten soevereinen soezen sofisticeren softballen soigneren " "sok solderen solemniseren soleren solfegiëren solferen solidariseren " "solideren sollen solliciteren solmiseren solmiëren solokoppen solorijden " "solutiesnuiven solvateren solveren sommen sommeren sonderen sonoriseren " "soppen sort sorteren soude souffleren souperen sourcyzen soutacheren " "souteneren sovjettiseren sp-hybridiseren spaaien spaakbeen spaanvlechten " "spaden spaken spalken spanen spankeren spannen spanseren sparen sparkelen " "sparren spartelbenen spartelen spasten spatiëren spatten spatteren " "specialiseren specificeren specifiëren specimen speculeren speechen speelen " "speelgerechtigd speelgerechtigde speelrecht speelweide speerwerpen speken " "spekglad spekken speksnijden spelden speldenwerken spelemeien spelen " "spelerijden spelerskaart spelersloopbaan spelevaren spellen spenderen spenen " "speren sperren speten spetsen spetten spetteren speuren spieden spiegelen " "spiegelrijden spieken spieren spierverslappen spietsen spiezen spieën " "spijbelen spijen spijkeren spijlen spijten spijzen spijzigen spikkelen " "spillen spinnen spinneruilen spinzen spioneren spiralen spirantiseren " "spitsen spitten splijten splinteren splitsen splitten spodderen spoedeisende " "spoeden spoeien spoejen spoelen spoken spoliëren sponden sponsen sponsoren " "sponsvliegen sponzen sponzenvissen spookrijden spoorbreedte spoorwijdte " "spoorzoeken sporen sporofyt sporrelen sporten sportloopbaan sportschieten " "sportvissen spotlachen spotten spouwen spraakafzien sprankelen sprayen " "spreeuwenjagen spreiden spreken sprekenden sprengen sprenkelen sprieten " "sprietlopen sprietogen sprietsen springen springspinnen sprinten spritsen " "sproeien sproken sprokkelen sprongbeen spruiten spugen spuien spuiten " "spuitvliegen spurten sputteren spuwen squashen squeezen staan staarsteken " "staartbijten staarten staartschudden staartuiteinde staathuishoudkunde " "staatsgezinde staatskampioen stabiliseren stacken stadsarchitect " "stadsgezichten stadsorganist stadsrecht stadswapen stadt staen staffelen " "stag stagelopen stagen stageren stagneren stakelen stalenslaan stalken " "stallen stamelen stammen stampen stampvoeten standaardiseren standaardwapen " "standhouden standweiden stangen stansen stanzen stapelen stapelverliefd " "stappen staren starogen starten startgerechtigd startgewicht stationeren " "statten statussen staven stayeren stechelen steekhouden steenbakken " "steendrukken steenhouwen steensnijden steenwerpen steggelen steigeren " "stekelen stekelroggen steken stekken stelen stellen stellingmolen stelpen " "steltlopen steltmuggen stemgerechtigd stemmen stempelen stencilen stenen " "stengelomvattend stengelomvattende stenigen stenograferen stenotypen steppen " "stereotyperen sterfte steriliseren sterken sterrenkijken sterrenschieten " "sterrenzingen sterven steunen steunrijden steuren stevenen stichten " "stickeren stiefelen stiekemerd stieren stierenrennen stierenvechten stiften " "stigmatiseren stijfkloppen stijfselen stijfslaan stijfvloeken stijgen " "stijldansen stijlen stijven stikken stikstofdioxide stikstofhoudende " "stikstofmonoxide stikstofoxiden stileren stilgezeten stilhouden stilleggen " "stillen stillezen stilliggen stilstaan stilvallen stilzetten stilzitten " "stilzwijgen stimuleren stinken stipendiëren stippelen stippelmotten stippen " "stipuleren stockeren stoefen stoeien stoelen stoelenmatten stoepen " "stoepparkeren stoepranden stoffen stofferen stofhagelen stofregenen " "stofzuigen stofzuigeren stokebranden stoken stokken stoklopen stokschermen " "stollen stollingsgesteente stolpen stomen stommelen stompen stoomhouden " "stoomkraken stoomstrijken stootduiken stopleggen stoppelen stoppen stoptonen " "stopzetten storen stormen stormloopt stormlopen storneren storten " "stortregenen storyboard stoten stotteren stouwen straatjekeren straatkoersen " "straatreinigen straatrodelen straatroven straatschenden straatslijpen " "straatvegen strafexerceren straffen strafverzwaren strakzitten stralen " "stranden strandjutten strandschelp stranguleren straten stratificeren " "streaken streamen streammen streepsteken strekken strelen stremmen " "strengelen strengen strepen stressen stresseren stresskippen stretchen " "streuvelen streven stribbelen striemen strijden strijken strikken strippen " "strodekken stroken stromen strompelen strooien stroombekken stroomdrijven " "stroomlijnen stroomvoeren stroophappen strooplikken stroopsmeren stropen " "stroppen stropzitten strossen strotzingen strovlechten strubbelen " "structureren struikelen struikroven struikzakspinnen struinen struiven " "studeren studietaak stuffen stuifzand stuiken stuiptrekken stuiten stuiteren " "stuiven stuivertje-wisselen stukadoren stukbijten stukbreken stukdraaien " "stuken stukeren stukgaan stukgooien stukhakken stukken stukknijpen stukkoken " "stuklezen stuklopen stukmaken stukpraten stukrijten stukscheuren " "stukschieten stukschoppen stukslaan stuksmijten stuksnijden stukspringen " "stukstoten stuktrappen stuktrekken stukvallen stukvriezen stukwaaien " "stukwoelen stukwrijven stukzeilen stulpen stumperen stunt stuntelen stunten " "stuntvliegen sturen stutten stuwen stylen subduceren sublimeren submitteren " "suborde subordineren subrogeren subsidiëren substantiveren substantiëren " "substitueren sudderen suen sueren sueën suffen suffragaan suggereren " "suikeren suikergehalte suikerhoudende suilen suizebollen suizelen suizen " "sukkelen sullen summeren superaanvullen supergeleiden supergezellig " "superheld superhelden superorde superponeren superstunten superviseren " "superzorgen supineren suppleren suppliëren supponeren supporteren " "supprimeren surfen surinamiseren surplacen surveilleren suspenderen sussen " "sussende suïcideren swietslaan swingen switchen symbioot symboliseren " "sympathiseren synchroniseren synchroonspringen synchroonzwemmen syncoperen " "syncretiseren syndiceren syndikeren synthetiseren syntypen systeemdenken " "systematiseren t'kinen taaien tabakken tabellariseren tabelleren " "tabernakelen tabuleren tackelen tae-boën tafeldekken tafeldienen tafelen " "tafelkloppen tafelschuimen tafelspringen tafeltennissen tafelvoetballen " "taggen taiboksen tailleren taimen takelen taken takken talen taliën talloren " "talmen tamboeren tamboereren tampen tamponneren tanddragen tanden " "tandenknarsen tandenkrijgen tandenpoetsen tandenvijlen tandknarsen tanen " "tanken tankette tankmelken tantaliseren tapdansen tapen tapijtbanen " "tapijtknopen tapiseren tappelen tappen tariferen tarnen tarren tarreren " "tarten tassen tasten tastermotten tateren tatoeëren taxeren taxiën taxon " "teammen teamsprint teaën tectyleren teemsen teerlingen tegelbakken tegelen " "tegelzetten tegemoetkomen tegemoetzien tegenademen tegenblaffen tegenblazen " "tegenblikken tegenblinken tegenboren tegenbotsen tegenbrassen tegendraven " "tegendringen tegendrukken tegenduwen tegeneten tegengaan tegengalmen " "tegengapen tegengestelde tegengeuren tegenglimmen tegenglinsteren " "tegengloeien tegengolven tegenhebben tegenhield tegenhouden tegenjuichen " "tegenkakelen tegenkammen tegenkampen tegenkanten tegenkijven tegenklinken " "tegenknikken tegenkomen tegenlachen tegenliggen tegenlopen tegenmaken " "tegenmarcheren tegenmompelen tegenmorren tegennaaien tegenoverstaand " "tegenoverstaande tegenoverstellen tegenpraten tegenpruttelen tegenrennen " "tegenrijden tegenroepen tegenrollen tegenrukken tegenschitteren " "tegenschoppen tegenschreeuwen tegenscoren tegenslaan tegenslagen " "tegensnellen tegenspannen tegenspartelen tegenspelen tegensporrelen " "tegenspreken tegenspruttelen tegensputteren tegenstaan tegensteken " "tegenstellen tegenstemmen tegenstoten tegenstralen tegenstreven " "tegenstribbelen tegenstrijden tegenstromen tegensturen tegentekenen " "tegentrekken tegenvallen tegenvliegen tegenwaaien tegenwerken tegenwerpen " "tegenworstelen tegenwringen tegenzeggen tegenzetten tegenzit tegenzitten " "tegenzomen teilen teisteren tekeergaan tekend tekenen tekortdoen tekortkomen " "tekortschieten tekstbewerken tekstschrijven tekstverwerken telebankieren " "telefaxen telefoneren telefoondraden telegraferen telegrafist telen " "teleporteren telescoperen teleurstellen televisiebeeld televisiedebuut " "televisiekijken televisieproducent televoten telewerken telewinkelen telexen " "teljoorlikken tellen teloorgaan temen temmen tempeesten tempelen tempen " "temperaturen temperen temporiseren tempteren tenderen teneerdrukken " "tenen-bij-elkaar-knijpen tenenkrommen tengelen tenietdoen tenietgaan " "tenietlopen tennishallen tennissen tentamineren tenteren tentoonspreiden " "tentoonstellen terechtbrengen terechthelpen terechtkomen terechtkunnen " "terechtleggen terechtstaan terechtstellen terechtvallen terechtwijzen " "terechtzetten teren tergen termineren ternederdrukken ternederliggen " "ternederslaan ternedervallen ternederzitten terneerbliksemen terneerbukken " "terneerdrukken terneerklateren terneerliggen terneerschrijven terneerslaan " "terneersmakken terneerstorten terneervallen terneervellen terneervlijen " "terneerwerpen terneerzitten terrassen terrasseren terreinbeheren " "terreinrijden terroriseren terug-sms'en terugbekken terugbekomen terugbellen " "terugbetalen terugbevragen terugbezorgen terugbiggen terugbijten " "terugbladeren terugblikken terugboeken terugbouwen terugbracht terugbrengen " "terugchagrijnen terugclaimen terugcrossen terugdacht terugdeinzen " "terugdenken terugdoen terugdraaien terugdrijven terugdringen terugduiken " "terugduwen terugeisen terugfaxen terugfietsen terugflitsen terugfluiten " "terugfokken teruggaan teruggeleiden teruggepakt teruggerekend teruggeven " "terugglijden teruggooien teruggrijpen teruggroeten terughaken terughalen " "terughangen terughebben terughollen terughoren terughouden terugijlen " "terugjagen terugkaatsen terugkappen terugkeren terugkijken terugkomen " "terugkopen terugkoppelen terugkoppen terugkrabbelen terugkrabben " "terugkrijgen terugkruisen teruglachen terugleggen terugleiden terugleveren " "teruglezen terugliften teruglopen terugluisteren terugmailen terugmarcheren " "terugnemen terugontvangen terugpakken terugpekelen terugpikken terugplaatsen " "terugplagen terugploegen terugplooien terugpraten terugredeneren terugreizen " "terugrekenen terugrennen terugrijden terugroeien terugroepen terugrollen " "terugschaatsen terugschakelen terugschelden terugschenken terugschieten " "terugschoppen terugschreeuwen terugschrijven terugschrikken terugschroeven " "terugschuiven terugseinen terugskiën terugslaan terugsleeën terugslepen " "terugsluizen terugsms'en terugsneaken terugsnijden terugsnoeien terugspelen " "terugsplitsen terugspoeden terugspoelen terugspreken terugspringen " "terugsteken terugstellen terugstorten terugstoten terugstromen terugstuiten " "terugsturen terugtellen terugtitreren terugtoveren terugtrappen terugtreden " "terugtrekken terugvallen terugvaren terugvechten terugveranderd " "terugverdienen terugveren terugvergroten terugverhuizen terugverlangen " "terugveroveren terugverplaatsen terugvertalen terugvertellen terugverwachten " "terugverwijzen terugvinden terugvlaggen terugvliegen terugvloeien " "terugvoeren terugvorderen terugvouwen terugvragen terugvuren terugwandelen " "terugwensen terugwerken terugwerpen terugwijken terugwijzen terugwinden " "terugwinnen terugzakken terugzeggen terugzeilen terugzenden terugzetten " "terugzien terugzoeken terugzwaaien terugzwemmen testen testeren testpiloot " "testrijden testrunnen tetraploïde tetrissen tetteren teugelen teuten " "teuteren tevredenstellen teweegbrengen teweerstellen tewerkstellen tezen " "thaiboksen theaterschool theatraliseren theedrinken theeplukken theeslaan " "theezetten theeën thematiseren theologiseren theoretiseren theropode " "theropoden thesissen thuisbankieren thuisbehoren thuisbezorgen thuisbleven " "thuisblijven thuisbrengen thuishalen thuishoren thuishouden thuiskomen " "thuiskrijgen thuislaten thuisliggen thuislopen thuisnemen thuisspelen " "thuissturen thuisvaren thuiswachten thuiswereld thuiswerken thuiswijzen " "thuiswinden thuiswinkelen thuiswonen thuiszitten thuiszoeken tibetoloog " "tichelen tichten tiefen tierelieren tieren tijdreizen tijdrekken tijdrijden " "tijdscharen tijgen tijgeren tijpen tikkelen tikken tiktakken tillen timen " "timmeren tingelen tinkelen tinken tintelen tintelogen tinten tippelen tippen " "tirailleren tiranniseren tirasseren titelen titreren tituleren tiërceren " "tjangelen tjilpen tjingelen tjirpen tjoempen tjoepen tjokken tjolen tjollen " "toasten tobben tochten todderen toddiken toe-eigenen toeademen toebakken " "toebedelen toebedenken toebedingen toebehoren toebeloven toebereiden " "toebeschikken toebetalen toebetrouwen toebidden toebijten toebinden " "toeblaffen toeblazen toeblinken toebonzen toebouwen toebracht toebranden " "toebreien toebrengen toebrommen toebrullen toebuigen toebulderen toedammen " "toedekken toedelen toedenken toedichten toedienen toedijken toedoen " "toedonderen toedouwen toedraaien toedragen toedrijven toedrinken toedrukken " "toeduwen toefelen toeflappen toefluisteren toefluiten toegaan toegeuren " "toegeven toegieten toegillen toeglimmen toegooien toegrauwen toegrendelen " "toegrijnzen toegrijpen toegroeien toegrommen toehakken toehalen toehappen " "toeheiligen toehoren toehouden toehouwen toejubelen toejuichen toek " "toekaatsen toekalken toeken toekennen toekeren toekijken toeklampen " "toeklappen toeklemmen toekletsen toekleven toeklinken toeknellen toeknijpen " "toeknikken toeknippen toeknopen toekomen toekrijgen toekrijsen toekuipen " "toekunnen toekurken toekussen toelachen toelakken toelangen toelappen " "toelaten toeleggen toeleven toeleveren toelichten toeliggen toelijken " "toelispelen toelonken toelopen toeluiken toeluisteren toemaken toemalen " "toemazen toemeten toemetselen toemetsen toemoffelen toemompelen toemuren " "toenaaien toenaderen toenagelen toenemen toenijpen toepakken toepassen " "toepekken toepen toepennen toepersen toepitsen toeplakken toepleisteren " "toeploffen toeplooien toepraaien toeprangen toeprevelen toeproppen toereden " "toeregenen toereiken toerekenen toeren toerennen toerfietsen toeriemen " "toerijden toeristenoord toernooien toeroepen toerollen toerroeien toerskiën " "toerusten toervaren toerzeilen toeschaken toeschatten toescheiden " "toeschieten toeschijnen toeschikken toeschitteren toeschoppen toeschopt " "toeschouwen toeschreeuwen toeschrijven toeschroeien toeschroeven toeschuiven " "toeseinen toesissen toesjorren toeskaten toeslaan toeslempen toeslepen " "toeslibben toeslijken toeslikken toeslingeren toesluipen toesluiten " "toesluizen toesmakken toesmeden toesmelten toesmeren toesmijten toesnauwen " "toesneeuwen toesnellen toesnepen toesnijden toesnoeren toesnokken " "toesolderen toespelden toespelen toespeten toespiegelen toespijkeren " "toespitsen toespoelen toesponnen toespreken toespringen toestaan toestappen " "toesteken toestellen toestelturnen toestemmen toestikken toestoppen " "toestormen toestorten toestoten toestralen toestrekken toestrijken " "toestrikken toestromen toestroppen toestuiven toesturen toetakelen toetasten " "toetellen toeten toeteren toetimmeren toetrappen toetreden toetrekken " "toetsen toetuigen toevallen toeven toevertrouwen toevijzen toevliegen " "toevloeien toevloeken toevoegen toevoeren toevouwen toevriezen toewaaien " "toewalsen toewandelen toewassen toewegen toewelven toewenden toewenken " "toewensen toewerken toewerpen toewijden toewijzen toewringen toewuiven " "toezakken toezegelen toezeggen toezenden toezetten toezichthouden " "toezichthoudend toezien toezingen toezuigen toezwaaien toezwellen toezweren " "toffelen togen toiletmaken toiletteren tokkelen tokken tolereren tolgeld " "tolken tollen tomen toneellessen toneelspelen tonen tongen tongklakken " "tongklakkeren tongworstelen tongzoenen tonifiëren tonkruipen tonlopen tonnen " "tonsureren tooien toonzetten toornen toosten top topdrukte toppen torderen " "torenen torenspringen tormenteren tornen tornooien torpederen torsen " "tortelen tossen totaal totaliseren tote totentrekken totstandbrengen " "totstandkomen totteren toucheren touchscreen touperen touren tourt " "touwdraaien touwen touwklimmen touwpluizen touwslaan touwtjespringen " "touwtrekken toveren traanbeen traanogen trabakken traceren trachten tracken " "tractorracen trafikeren trainen traineren trainersloopbaan trakteren traliën " "trammen trampolinespringen trancheren tranen transcenderen transcriberen " "transept transfereren transfigureren transfixeren transformeren transigeren " "translateren translitereren transmitteren transmuteren transpireren " "transplanteren transponeren transporteren transsubstantiëren trappelen " "trappen trappenlopen traptoren trassen trasseren traumatiseren traven " "traverseren travesteren trawlen trechteren treden treffen treilen " "treinconcept treinen treiterden treiteren trekkebekken trekkebenen trekken " "treksterkte trembleren tremmen tremuleren trenzen trepaneren tressen treuren " "treuzelen trianguleren triatleet triatlete tribuut triggeren trijsen " "trijzelen triklien triktrakken trillen trilspinnen trimmen triomferen " "tripleren tripliceren trippelen trippen triptrappen trishen trissen tritsen " "trivianten triëren troebleren troefelen troepen troepialen troetelen troeven " "troffelen troggelen trolleybussen trombonist trommelen trommelremmen " "trommelslaan trommen trompen trompetten trompetteren tronen troosten " "tropische trossen trotseren trotten trouwen trufferen truggelen trukeren " "truten trấn tsjilpen tsjirpen tsjoelen tuchtigen tuffen tufsteen tuien " "tuieren tuigen tuilen tuimelen tuinen tuinieren tuisen tuitelen tuiten " "tukken tulken tulku tunen turen turfspitten turfsteken turftonnen " "turftrekken turken turnen turven tusschen tussendraaien tussenhangen " "tussenkomen tussenlassen tussenplaatsen tussenschuiven tussenstoppen " "tussenvoegen tussenzetten tussenzitten tuten tuteren tutoyeren tutten " "tuutten tv-kijken twee-met-stuurman tweedekansronde tweederde tweernen " "tweetakt tweetakten tweetaktmotoren tweevleugeligen tweten twijfelen twijnen " "twinkelen twisten twitteren tyfen tyfoonseizoen typen typeren typesoort " "typespecimen uit-steken uitademen uitbaarden uitbabbelen uitbaggeren " "uitbakenen uitbakken uitbalanceren uitbaliën uitbalken uitbanen uitbannen " "uitbarsten uitbarstten uitbaten uitbazuinen uitbeelden uitbehandelen " "uitbeitelen uitbellen uitbenen uitbesteden uitbetalen uitbetten uitbezemen " "uitbidden uitbiechten uitbijten uitbikken uitbillen uitbinden uitblaken " "uitblakeren uitblazen uitbleken uitblijven uitblinken uitbloeden uitbloeien " "uitbloemen uitblussen uitblutsen uitbobbelen uitboedelen uitboegseren " "uitboeken uitboenen uitboeren uitboeten uitboetseren uitboezemen uitbollen " "uitbomen uitbonjouren uitboren uitborgen uitborrelen uitborstelen uitbotten " "uitbouwen uitbowlen uitbrabbelen uitbraden uitbraken uitbranden uitbreiden " "uitbreien uitbreken uitbrengen uitbrieven uitbroeden uitbroeien uitbrokkelen " "uitbrommen uitbrullen uitbuffelen uitbuien uitbuigen uitbuiken uitbuilen " "uitbuiten uitbulderen uitbulken uitbulten uitcasten uitchecken uitcijferen " "uitdagen uitdampen uitdansen uitdeinen uitdelen uitdelgen uitdelven " "uitdenken uitdeuken uitdienen uitdiepen uitdiept uitdieven uitdijen " "uitdineren uitdiscussiëren uitdoelpunten uitdoen uitdoezelen uitdokken " "uitdokteren uitdonderen uitdoppen uitdorren uitdorsen uitdossen uitdoven " "uitdraaien uitdragen uitdraven uitdrijven uitdringen uitdrinken uitdrogen " "uitdromen uitdroppelen uitdroppen uitdruipen uitdrukken uitdruppelen " "uitdruppen uitduiden uitdunnen uitduvelen uitduwen uitdweilen uiteenbarsten " "uiteenbuigen uiteendoen uiteendraaien uiteendrijven uiteengaan uiteengroeien " "uiteenhouden uiteenjagen uiteenkrijgen uiteenleggen uiteenlopen uiteennemen " "uiteenplaatsen uiteenrafelen uiteenranselen uiteenrijten uiteenrollen " "uiteenrukken uiteenschrijven uiteenschuiven uiteenslaan uiteensmijten " "uiteenspatten uiteensplijten uiteenspringen uiteenstaande uiteenstrijken " "uiteenstuiven uiteentrappen uiteenvallen uiteenvliegen uiteenvloeien " "uiteenvouwen uiteenwerpen uiteenwijken uiteenzetten uiteggen uiten uitenten " "uitenteren uiterwaarden uiteten uitetsen uitetteren uitfaden uitfaseren " "uitfilteren uitfladderen uitflappen uitfloepen uitfluiten uitfoeteren " "uitfreaken uitfrezen uitfuiven uitgaan uitgalmen uitgassen uitgasten " "uitgehard uitgeklopt uitgemikt uitgepeild uitgeraken uitgeven uitgezongen " "uitgieren uitgieten uitgillen uitgipsen uitgisten uitglibberen uitglijden " "uitglippen uitgloeien uitgolven uitgommen uitgooien uitgraven uitgroeien " "uitgummen uithagelen uithaken uithakken uithalen uithallen uithalzen " "uithameren uithangen uitharden uitharen uitharken uitharpen uithebben " "uitheffen uithekelen uithelpen uithevelen uithielen uithijgen uithijsen " "uithikken uithoeken uithoesten uithollen uithongeren uithooien uithoren " "uithorsten uithouden uithouwen uithozen uithuilen uithuizen uithuwelijken " "uithuwen uitijzen uitjagen uitjammeren uitjanken uitjassen uitjoelen " "uitjouwen uitjubelen uitjuichen uitkaaien uitkaarden uitkaderen uitkafferen " "uitkakelen uitkakken uitkalven uitkammen uitkankeren uitkanten uitkappen " "uitkarnen uitkartelen uitkasten uitkauwen uitkavelen uitkeilen uitkepen " "uitkeren uitkermen uitkernen uitkerven uitketteren uitkiemen uitkienen " "uitkiepen uitkieperen uitkiezen uitkijken uitkijktoren uitkippen uitkitsen " "uitklagen uitklappen uitklaren uitklauteren uitkleden uitkleien uitkleppen " "uitkletsen uitklimmen uitklinken uitkloken uitklokken uitkloppen uitklussen " "uitknabbelen uitknagen uitknappen uitkneden uitknijpen uitknikkeren " "uitknippen uitknipt uitknobbelen uitknobelen uitknokken uitknopen uitkoken " "uitkomen uitkopen uitkoppelen uitkoteren uitkotsen uitkotteren uitkraaien " "uitkrabbelen uitkrabben uitkragen uitkramen uitkrassen uitkrauwen uitkrijgen " "uitkrijsen uitkrijten uitkristalliseren uitkroppen uitkruien uitkruipen " "uitkruisen uitkuieren uitkuilen uitkuisen uitkunnen uitkuren uitkweken " "uitkwelen uitlachen uitladen uitlangen uitlappen uitlaten uitlebberen " "uitleenbeurt uitleesten uitleggen uitleiden uitlekken uitlenen uitlengen " "uitlepelen uitlepperen uitlessen uitleuren uitleven uitleveren uitlezen " "uitlichten uitliggen uitlijnen uitlikken uitloden uitloeien uitlogen " "uitloggen uitlokken uitloodsen uitlopen uitloten uitloven uitlozen " "uitluchten uitluiden uitluien uitluisteren uitlullen uitmaken uitmalen " "uitmasseren uitmelken uitmendelen uitmergelen uitmesten uitmeten uitmetselen " "uitmijnen uitmikken uitmixen uitmoeren uitmonden uitmonsteren uitmoorden " "uitmunten uitnemen uitniezen uitnijpen uitnoden uitnodigen uitoefenen " "uitonderhandelden uitonderhandelen uitontwikkeld uitpakken uitpalmen " "uitpeinzen uitpellen uitpennen uitpenselen uitpersen uitpeuteren uitpeuzelen " "uitpezen uitpiekeren uitpieren uitpieteren uitpijnen uitpikken uitpissen " "uitpitten uitplaatsen uitplanten uitploegen uitplooien uitpluizen uitplukken " "uitplunderen uitplussen uitpoepen uitpoesten uitpoetsen uitpoffen uitpoken " "uitpompen uitponden uitponsen uitpooien uitporren uitpoten uitpraten " "uitpreken uitprepareren uitprijzen uitprinten uitproberen uitprocederen " "uitproesten uitpuffen uitpuilen uitpunten uitpuren uitputten uitpuzzelen " "uitraderen uitrafelen uitragen uitrammelen uitrangeren uitrapen uitrazen " "uitredden uitreden uitredeneren uitregenen uitreiken uitrekenen uitrekken " "uitremmen uitrennen uitreven uitrichten uitrijden uitrijpen uitrijzen " "uitrissen uitrochelen uitroeien uitroepen uitroken uitrollen uitromen " "uitronden uitronken uitroosteren uitrotten uitrouwen uitrozen uitruien " "uitruilen uitruimen uitrukken uitrusten uitschakelen uitschallen uitschampen " "uitscharen uitschateren uitschaven uitscheiden uitschelden uitschemeren " "uitschenken uitscheppen uitscheren uitschetsen uitscheuren uitschieten " "uitschiften uitschijnen uitschijten uitschilderen uitschilferen " "uitschitteren uitschoffelen uitschoppen uitschrabben uitschrapen " "uitschrappen uitschreeuwen uitschreien uitschrijven uitschrobben " "uitschroeven uitschudden uitschuieren uitschuiven uitschulpen uitschuren " "uitschutten uitseinen uitselecteren uitserveren uitsijpelen uitsjezen " "uitslaan uitslachten uitslapen uitslepen uitsleuren uitslibben uitslibberen " "uitsliepen uitslijpen uitslijten uitslingeren uitslobberen uitslorpen " "uitsloven uitsluipen uitsluiten uitslurpen uitsmeden uitsmelten uitsmeren " "uitsmijten uitsmokkelen uitsneeuwen uitsnellen uitsnijden uitsnoeien " "uitsnorren uitsnuiten uitsnuiven uitsoevereinen uitsoppen uitsorteren " "uitspaken uitspanen uitspannen uitsparen uitspatten uitspelen uitspellen " "uitspieën uitspinnen uitspitten uitsplijten uitsplitsen uitspoelen uitspoken " "uitspreiden uitspreken uitspringen uitspruiten uitspugen uitspuien " "uitspuiten uitspuwen uitstaan uitstallen uitstamelen uitstampen uitstansen " "uitstappen uitstaren uitsteken uitstekken uitstellen uitsterven uitstevenen " "uitstijgen uitstippelen uitstoelen uitstoffen uitstomen uitstormen " "uitstorten uitstoten uitstotteren uitstralen uitstrekken uitstrepen " "uitstrijden uitstrijken uitstromen uitstrooien uitstropen uitstuffen " "uitstuiven uitstukken uitstulpen uitsturen uitswingen uittakelen uittanden " "uittappen uittarnen uittarten uittekenen uittellen uitteren uittesten " "uittetteren uittieren uittijgen uittijpen uittikken uittillen uittobben " "uittoeteren uittollen uittorenen uittornen uittrainen uittrappen uittreden " "uittrekken uittreuren uittrommelen uittrompetten uittrouwen uittuilen " "uittuimelen uitturen uittypen uitvaardigen uitvagen uitvallen uitvangen " "uitvaren uitvechten uitvegen uitvenen uitventen uitverbreden uitverdedigen " "uitverdienen uitvergaderen uitvergroten uitverkiezen uitverkopen " "uitversterken uitvertellen uitverzoeken uitveteren uitvezelen uitvieren " "uitvigileren uitvijlen uitvinden uitvissen uitvlaggen uitvlakken uitvliegen " "uitvlieten uitvloeien uitvloeken uitvlokken uitvlooien uitvoegen uitvoeren " "uitvoerenden uitvogelen uitvorderen uitvorsen uitvouwen uitvragen uitvreten " "uitvriezen uitvullen uitwaaien uitwaaieren uitwaken uitwalsen uitwandelen " "uitwannen uitwasemen uitwassen uitwateren uitwegen uitweiden uitweken " "uitwellen uitwenen uitwennen uitwerken uitwerpen uitweven uitwieden " "uitwiggen uitwijden uitwijken uitwijzen uitwinden uitwinnen uitwinteren " "uitwippen uitwisselen uitwissen uitwoeden uitwoekeren uitwoelen uitwonen " "uitwortelen uitwrijven uitwringen uitwroeten uitwuiven uitzaaien uitzagen " "uitzakken uitzavelen uitzeggen uitzeilen uitzemen uitzenden uitzepen " "uitzetten uitzeven uitzeveren uitzieden uitzieken uitzien uitziften " "uitzijgen uitzingen uitzitten uitzoedelen uitzoeken uitzonden uitzonderen " "uitzoomen uitzouten uitzuchten uitzuigen uitzuinigen uitzuipen uitzuiveren " "uitzwaaien uitzwabberen uitzwavelen uitzwellen uitzwemmen uitzwenken " "uitzweren uitzwermen uitzwerven uitzweten uitzwieren ul-mulk ultralopen " "unduleren unificeren uniformeren uniformiseren universeren uniëren updaten " "upgraden uploaden urbaniseren urineren urmen usurperen utiliseren utms-en " "vaakste vaandelzwaaien vaardigen vaarwelzeggen vaatjesteken vaatplanten " "vaccineren vaceren vacuümsmelten vacuümtrekken vacuümzuigen vademen vaderen " "vaderlandslievende vaderszijde vagebonderen vagen vakbondsafgevaardigde " "vakgenoot vakkenvullen vaktekenen valen valideren vallen valoriseren " "valschermspringen valuteren valzweven vamen vampieren van't vandaliseren " "vanden vaneenkloven vaneenrijten vaneenrukken vaneenscheiden vaneenscheuren " "vaneensplijten vaneenspringen vaneentrekken vaneenvallen vangen vaporiseren " "varaan varanen varen variabiliseren variëren vastankeren vastbakken " "vastberaden vastbijten vastbinden vastblazen vastboeien vastbouten " "vastbouwen vastdoen vastdraaien vastdrijven vastdrukken vastduwen vasten " "vastgespen vastgevroren vastgieten vastgrabbelen vastgrijpen vastgroeien " "vasthaken vasthangen vasthebben vasthechten vasthouden vastkeggen " "vastketenen vastkitten vastklampen vastklemmen vastkleven vastklikken " "vastklinken vastklitten vastkloppen vastkluisteren vastknellen vastknijpen " "vastknopen vastkoeken vastkoppelen vastkrammen vastkrijgen vastlakken " "vastlassen vastleggen vastliggen vastlijmen vastlopen vastmaken vastmarlen " "vastmeren vastmetselen vastnaaien vastnagelen vastnemen vastnestelen " "vastnieten vastomlijnde vastomlijnen vastpakken vastpinnen vastplakken " "vastpluggen vastpraten vastprikken vastredeneren vastregenen vastrijden " "vastrijgen vastroeien vastroesten vastschieten vastschroeven vastschuiven " "vastsjorren vastslaan vastsmeden vastsnoeren vastsolderen vastspelden " "vastspieën vastspijkeren vaststaan vaststampen vaststeken vaststellen " "vaststikken vaststrikken vaststuwen vasttimmeren vasttrappen vasttreden " "vasttrekken vastvaren vastvijzen vastvliegen vastvragen vastvriezen " "vastwerken vastwiggen vastwoelen vastwortelen vastzeilen vastzetten " "vastzitten vastzuigen vaten vatenwassen vatten vazallen vechten vectorruimte " "vectorveld vedelen vedergewicht vedermotten veefokken veelgebruikt " "veelgevraagd veelscoren veelvoorkomende veenbranden veengraven veenmollen " "veenspitten veentrekken veesten veeweiden vegen vegeteren veilen " "veiligstellen veinzen veldlopen veldrijden veldsprinkhanen velen vellen " "vellenploten velouteren vemen ven vendelen vendelzwaaien venen venereren " "venten ventileren ventjagen veraangenamen veraanschouwelijken verabsoluteren " "veraccijnzen verachtelozen verachten verachteren verademen verafgoden " "verafschuwen verakmenderen veralgemenen veralgemeniseren veramerikaansen " "veramerikaniseren veranderen verankeren verantwoorden verarmen verassen " "verbabbelen verbakken verbaliseren verbannen verbasteren verbazen verbedden " "verbeelden verbeestelijken verbeesten verbeiden verbelgischen verbellen " "verbenen verbergen verbeteren verbeulemansen verbeurdverklaren verbeuren " "verbeuzelen verbidden verbieden verbijsteren verbijten verbijzonderen " "verbinden verbitteren verbleken verblijden verblijven verblikken verblinde " "verblinden verbloeden verbloemen verblozen verbluffen verbodemen verboemelen " "verboeren verboersen verboeten verbouwen verbranden verbrassen verbreden " "verbreiden verbreken verbrijzelen verbroddelen verbrodden verbroederen " "verbroeien verbrokkelen verbruien verbruiken verbuigen verburgerlijken " "verchristelijken verchromen vercijferen vercommercialiseren verdagen " "verdampen verdapperen verdedigen verdeemoedigen verdekken verdelen verdelgen " "verdenken verderdoen verdergaan verderlopen verderspoelen verderven " "verderzetten verderzweven verdichten verdienen verdiepen verdierlijken " "verdietsen verdijen verdikken verdisconteren verdobbelen verdoeken verdoemen " "verdoen verdoezelen verdoffen verdokteren verdolen verdommen verdonkeremanen " "verdonkeren verdopen verdorren verdoven verdraaien verdragen verdrevene " "verdriedubbelen verdrieten verdrievoudigen verdrijven verdringen verdrinken " "verdrogen verdromen verdrukken verdubbelen verduffen verduidelijken " "verduiken verduisteren verduitsen verduizendvoudigen verdunnen verduren " "verdutten verduurzamen verduwen verdwalen verdwazen verdwijnen veredelen " "vereelten vereenvoudigen vereenzamen vereenzelvigen vereeuwigen vereffenen " "vereisen veren verenen verengelsen verengen verenigen verenkelen verenpikken " "vereren verergeren vererven veresteren veretteren vereuropesen verevenen " "verfijnen verfilmen verflauwen verflensen verfoeien verfoeliën verfomfaaien " "verfommelen verfraaien verfransen verfrissen verfrommelen verfronselen " "verfuiven vergaan vergaderen vergallen vergalopperen vergapen vergaren " "vergarsten vergassen vergasten vergeestelijken vergelden vergelen " "vergelijken vergemakkelijken vergen vergenoegen vergeven vergevorderde " "vergewissen vergezellen vergezelschappen vergezochte vergieten vergiftigen " "vergissen vergisten verglazen vergletsjerd vergletsjerde verglijden " "verglimmen vergoddelijken vergoden vergoeden vergoeilijken vergoelijken " "vergokken vergooien vergrammen vergrauwen vergraven vergrendelen vergrijpen " "vergrijzen vergroeien vergroenen vergroten vergroven vergruizelen vergruizen " "verguizen vergulden vergunnen verhaasten verhabbezakken verhagelen " "verhakkelen verhakken verhakselen verhakstukken verhalen verhalvezolen " "verhandelen verhangen verhanselen verhapstukken verharden verharen " "verhaspelen verheerlijken verheffen verheien verheimelijken verhelderen " "verhelen verhelpen verhemeltebeen verheugen verhevigen verhinderen verhippen " "verhitten verhoeden verhoefslagen verhoeren verhogen verhollandsen " "verhonderdvoudigen verhongeren verhoornen verhopen verhoren verhouden " "verhout verhovaardigen verhuizen verhullen verhuren verhypothekeren " "verifiëren verijdelen verijdeltuiten verijzen verindischen verinlandsen " "verinnerlijken verinnigen verinteresten verintresten verjaag verjagen " "verjaren verjeugdigen verjongen verkalken verkalmen verkankelemienen " "verkankeren verkappen verkassen verkavelen verkazen verkennen verkeren " "verkerven verketteren verkeuren verkielen verkiezen verkijken verkillen " "verkindsen verkladden verklanken verklappen verklaren verkleden verkleinen " "verkleinwoord verkletsen verkleumen verkleuren verklikken verkloeken " "verklooien verkloten verklungelen verknallen verknechten verkneukelen " "verkneuteren verkniezen verknijpen verknippen verknoeien verknollen " "verknopen verknutselen verkoelen verkoken verkokeren verkolen verkommeren " "verkonden verkondigen verkondschappen verkonkelen verkopen verkoperen " "verkorrelen verkorsten verkorten verkozene verkrachten verkrampen " "verkreukelen verkreuken verkreupelen verkrijgen verkrimpen verkrommen " "verkroppen verkrotten verkruien verkruimelen verkuilen verkwanselen " "verkwijnen verkwikken verkwisten verladen verlagen verlakken verlammen " "verland verlande verlanden verlangden verlangen verlangzamen verlanterfanten " "verlappen verledigen verleen verleggen verleiden verleien verlekkeren " "verlelijken verlenen verlengen verleppen verleren verletten verleuteren " "verlevendigen verlezen verlichten verliederlijken verlieren verlieslatende " "verlieven verliezen verliggen verlijden verlijmen verlinken verlinksen " "verlittekenen verloden verloederen verlofsparen verlokken verlonen " "verloochenen verlopen verlossen verloten verloven verluchten verluchtigen " "verluiden verluieren verlullen verlummelen verlustigen vermaagschappen " "vermaatschappelijken vermageren vermaken vermaledijden vermaledijen vermalen " "vermanen vermangelen vermannelijken vermannen vermarkt vermarkten " "vermeerderen vermeesteren vermeien vermelden vermemelen vermenen vermengen " "vermenigvuldigen vermenselijken vermeten vermijden vermiljoenen verminderen " "verminken vermissen vermixen vermoeden vermoeien vermoeilijken vermoeren " "vermoffelen vermoffen vermogen vermolmen vermommen vermooien vermoorden " "vermorsen vermorzelen vermuffen vermunten vermurwen vernaaien vernachelen " "vernachten vernagelen vernauwen vernederen vernederlandsen vernemen " "vernestelen verneuken verneuriën vernevelen vernichelen vernielen " "vernietigen vernieuwen vernieuwerwetsen vernikkelen vernissen vernoemen " "vernummeren veronaangenamen veronachtzamen veronderstellen verongelijken " "verongelukken verontachtzamen verontheiligen verontreinigen verontrusten " "verontschuldigen verontwaardigen veroordelen veroorloven veroorzaken " "verootmoedigen veropenbaren verorberen verordenen verordineren verordonneren " "verouderen verouwelijken veroveren verpachten verpakken verpanden verpassen " "verpatsen verpauperen verpekelen verpersoonlijken verpesten verpieteren " "verplaatsen verplanten verpleeghuizen verplegen verpletten verpletteren " "verplichten verplooien verpoesterd verpolitieken verpompen verpompt " "verpoppen verpoten verpotten verpozen verpraten verproperen verprotestantsen " "verprutsen verpulveren verrafelen verraggen verramsjen verrassen verrechtsen " "verrechtvaardigen verregenen verreiken verreizen verrekenen verrekken " "verremmen verrichten verrijden verrijken verrijzen verrimpelen verroeien " "verroeren verroesten verroken verrollen verronselen verroomsen verrotten " "verruilen verruimen verrukken verruwen verruïneren versagen versassen " "verschaffen verschalen verschalken verschansen verscharen verscheiden " "verschelen verschenken verschepen verscheren verscherpen verscherven " "verscheuren verscheven verschieten verschijnen verschikken verschilferen " "verschillen verschillenden verschimmelen verschoeperen verschonen " "verschoppen verschralen verschranken verschrijven verschrikken verschroeien " "verschrompelen verschroten verschudden verschuilen verschuiven verschuldigen " "verschutten versieren versificeren versifiëren versimpelen versjachelen " "versjacheren versjouwen versjteren verslaan verslaggeven verslampampen " "verslapen verslappen verslaven verslechten verslechteren verslensen " "verslepen versleuren versleutelde versleutelen verslibben verslijken " "verslijmen verslijten verslikken verslinden verslingeren verslodderen " "versloffen verslonzen versluieren versluiten versluizen versmachten " "versmaden versmallen versmeden versmelten versmijten versmoren versmullen " "versnellen versnijden versnipperen versnoepen versoberen versoepelen " "versoften versomberen verspaansen verspanen verspannen verspelden verspelen " "verspenen versperren verspieden verspijkeren verspillen verspinnen verspit " "versplinteren verspoelen verspreiden verspreidingsgebied verspreken " "verspringen verstadsen verstalen verstallen verstappen verstarren " "verstatelijken verstedelijken versteedsen versteken verstellen verstempelen " "verstenen versterken versterven verstevigen verstieren verstijven verstikken " "verstillen verstoelen verstoffelijken verstoken verstokken verstommen " "verstompen verstoppen verstoren verstoten verstouten verstouwen verstraffen " "verstrakken verstrammen verstrekken verstrengelen verstrengen verstrijken " "verstrikken verstrooien verstroppen verstuiken verstuiven versturen " "verstuwen versuffen versuikeren versukkelen vertakelen vertakken vertalen " "vertappen vertassen vertasten vertechniseren vertederen vertegenwoordigen " "vertekenen vertellen verteren verteuten verticuteren vertienden " "vertiendubbelen vertienvoudigen vertikken vertillen vertimmeren vertinnen " "vertoeven vertolken vertonen vertonnen vertoornen vertragen vertrappelen " "vertrappen vertreden vertrekken vertreuzelen vertroebelen vertroetelen " "vertroosten vertrouwen vertrutten vertuien vertuisen vertwijfelen " "veruiterlijken veruitwendigen vervaardigen vervagen vervalen vervallen " "vervalsen vervaren vervatten verveelvoudigen vervelen vervellen verven " "vervenen verversen vervetten verviervoudigen vervijfvoudigen vervilten " "vervlaamsen vervlakken vervlechten vervlieden vervliegen vervlieten " "vervloeien vervloeken vervluchtigen vervoederen vervoegen vervoeren " "vervolgen vervolledigen vervolmaken vervoogden vervorderen vervormen " "vervrachten vervreemden vervriezen vervroegen vervrolijken vervrouwelijken " "vervuilen vervullen vervuren verwaaien verwaardigen verwaarlozen verwachten " "verwarmen verwarren verwasemen verwassen verwateren verwedden verwegen " "verweiden verwekelijken verweken verwekken verweldigen verwelken verwelkomen " "verwelven verwennen verwensen verwereldlijken verweren verwerkelijken " "verwerken verwerpen verwerven verwesteren verwestersen verweven verwezen " "verwezenlijken verwijden verwijderen verwijlen verwijten verwijven verwijzen " "verwikkelen verwikken verwilderen verwinden verwinnen verwinteren " "verwisselen verwittigen verwoesten verwonden verwonderen verwonen verwoorden " "verwoordigen verworden verworgen verwortelen verwrikken verwringen verwurgen " "verzachten verzaden verzadigen verzagen verzakelijken verzaken verzakken " "verzamelen verzamen verzanden verzegelen verzeggen verzeilen verzekeren " "verzelfstandigen verzellen verzenden verzengen verzepen verzesvoudigen " "verzetsheld verzetten verzieden verzieken verzien verzilten verzilveren " "verzinken verzinnebeelden verzinnelijken verzinnen verzitten verzoeken " "verzoenen verzoeten verzolen verzorgen verzotten verzouten verzuchten " "verzuilen verzuimen verzuipen verzuren verzusteren verzwageren verzwakken " "verzwaren verzwelgen verzwendelen verzweren verzwieren verzwijgen verzwijnen " "verzwikken verzwinden vesten vestigen vestingwerken veteren vetkruid " "vetmesten vetten vetweiden veugelen veulenen vexeren vezelen vibreren " "vice-kampioen vice-wereldkampioen vicekampioen vicewereldkampioen vicomte " "videobellen videospellen videotheken vieren vierendelen vierkanten " "vierspanrijden viertakt viertaktmotoren viet vietnamiseren vigeren vigileren " "vijf- vijfde vijgenwespen vijlen vijzelen vijzen villen vilten vimmen vinden " "vindiceren vingeren vingerknippen vingerlezen vingerverven vinken vinvissen " "violeren violiste vioolspelen viride viriliteit visbakken viseren visetende " "visgraatparkeren visioneren visiteren viskaken visman vismarkt vissen " "vissoort visualiseren visverwerkende vitamineren vitaminiseren vitten " "vlagbreken vlagen vlaggen vlakbreien vlakdraaien vlakhameren vlakken " "vlakmaken vlakmalen vlakopgaan vlakschuren vlakslijpen vlakstrijken " "vlamboogsnijden vlammen vlamvatten vlassen vlastrekken vlechtbenen vlechten " "vleesetend vleeshouwen vleesverwerkende vlegelen vleien vlekken " "vlekkenpatroon vlekmineermotten vletten vlezen vlieden vliegen vliegeren " "vlieggewicht vliegreizen vliegtuigspotten vliegvermogen vliegvissen vlieten " "vliezen vlijen vlijmen vlinderen vlinderhaffen vlindervangen vloeien " "vloeistofkoelen vloeken vloeren vlokken vlooien vlootvoogd vloten vlotten " "vluchten vluggeren vlugschriften vmbo-t vocaliseren vochtafdrijven " "vochtgehalte vochthoudende voeden voederen voedselexporteren voedsteren " "voegen voelen voetballen voetballoopbaan voetbalzaken voeteren voetjevrijen " "voetlikken voetspringen voetstampen vogelen vogelschieten vogelspinnen " "voicemail volbabbelen volboeken volbouwen volbrassen volbrengen voldingen " "voldoen volduwen voleinden voleindigen voleten volgemaakt volgen volgieten " "volgooien volgroeien volhangen volharden volhouden volkiepen volkletsen " "volkrabbelen volkrassen volksdansen volkwebbelen volladen vollen volleren " "volleyballen volleyen vollopen vollullen volmachtigen volmaken volpakken " "volpennen volplakken volplannen volplempen volpoepen volpompen volpraten " "volprijzen volproppen volsabelen volschenken volscheppen volschieten " "volschrijven volsmijten volspatten volspelen volstaan volstapelen volstoppen " "volstorten volstouwen volstromen voltigeren voltikken voltooien voltrekken " "voluit volvoeren volwerpen volzuigen vomeren vonkelen vonken vonkenzien " "vonnissen voor-installeren voorafgaan voorbakken voorbedingen voorbehandelen " "voorbehouden voorbeitsen voorbereiden voorbeschikken voorbeschouwen " "voorbestemmen voorbewerken voorbidden voorbij-ijlen voorbijbrengen " "voorbijdommelen voorbijdragen voorbijdraven voorbijdrijven voorbijdringen " "voorbijfietsen voorbijfladderen voorbijflitsen voorbijgaan voorbijglijden " "voorbijjagen voorbijkomen voorbijkruipen voorbijleiden voorbijlopen " "voorbijmarcheren voorbijpraten voorbijrennen voorbijrijden voorbijschieten " "voorbijschuiven voorbijsluipen voorbijsnellen voorbijspurten voorbijstappen " "voorbijsteken voorbijstevenen voorbijstreven voorbijstromen voorbijtrekken " "voorbijvaren voorbijvliegen voorbijwaggelen voorbijwandelen voorbijzeilen " "voorbijzien voorbijzwemmen voorbijzweven voorbinden voorblazen voorblijven " "voorboren voorbraden voorbrengen voorcijferen voordansen voorde voordienen " "voordoen voordragen voordringen voordrogen voordrukken vooretten " "voorfinancieren voorgaan voorgaren voorgedefinieerde voorgeleiden " "voorgelogen voorgenoemde voorgeven voorgloeien voorgoochelen voorgooien " "voorhaken voorhalen voorhangen voorhebben voorhoofdsbeen voorhouden " "voorhuichelen voorhuwelijkssparen voorinnemen voorjokken voorkaaien " "voorkauwen voorkiemen voorkoken voorkomen voorkopen voorkrijgen voorkruipen " "voorkómen voorlaatste voorlakken voorlaten voorleggen voorleiden voorleven " "voorlezen voorlicht voorlichten voorliegen voorliggen voorlooien voorlopen " "voormaken voormelken voormeten voornemen vooronderstellen voorontvangen " "vooropfietsen vooropgaan vooroplopen vooropplaatsen vooroprennen " "vooroprijden vooroproeien vooropstellen vooropsurfen vooropzetten " "vooropzwemmen vooroverbuigen vooroverbukken voorovergaan vooroverhangen " "vooroverhellen vooroverhouden vooroverleggen vooroverleunen vooroverliggen " "vooroverlijden vooroverlopen vooroverstaan voorovervallen vooroverzakken " "vooroverzitten voorpiepen voorponsen voorpraten voorpreken voorprevelen " "voorprijzen voorprinten voorproeven voorprogrammeren voorpubliceren " "voorreinigen voorrekenen voorrekken voorrijden voorrollen voorschakelen " "voorschieten voorschotelen voorschrijven voorschuiven voorselecteren " "voorsinteren voorslaan voorslapen voorslijpen voorsmijten voorsnijden " "voorsorteren voorspannen voorspatbord voorspelden voorspelen voorspellen " "voorspiegelen voorspinnen voorspoelen voorspreken voorsprong voorstaan " "voorsteken voorstellen voorstemmen voorstoten voortademen voortarbeiden " "voortbabbelen voortbestaan voortbewegen voortblazen voortbliksemen " "voortbloeden voortboeren voortbomen voortborduren voortbouwen voortbranden " "voortbrengen voortdobbelen voortdoen voortdolen voortdonderen voortdraaien " "voortdragen voortdraven voortdrentelen voortdribbelen voortdrijven " "voortdringen voortdromen voortdrummen voortduren voortduwen voortdwalen " "voortekenen voortellen voorteten voortgaan voortgalopperen voortgeven " "voortglijden voortgroeien voorthaasten voorthelpen voorthinken voorthollen " "voorthotsen voorthuppelen voorthuppen voortijlen voortjagen voortkabbelen " "voortkankeren voortkomen voortkruien voortkruipen voortkuieren " "voortkwakkelen voortkweken voortleren voortleven voortlezen voortlokken " "voortlopen voortmaken voortmarcheren voortmijmeren voortnummeren voortoveren " "voortpeinzen voortplanten voortploegen voortploeteren voortranselen " "voortrazen voortreden voortredeneren voortregenen voortregeren voortreizen " "voortrekenen voortrekken voortrennen voortrijden voortroeien voortroken " "voortrollen voortrukken voortscharrelen voortschieten voortschoppen " "voortschreeuwen voortschreien voortschrijden voortschrijven voortschuiven " "voortsjokken voortsjouwen voortslaan voortslapen voortslepen voortsleuren " "voortslingeren voortsluipen voortsneeuwen voortsnellen voortspelen " "voortspinnen voortspoeden voortspreken voortspringen voortspruit " "voortspruiten voortstappen voortstaren voortstevenen voortstomen " "voortstormen voortstrijden voortstromen voortstrompelen voortstrooien " "voortstuderen voortstuiven voortstuwen voortsudderen voortsuffen " "voortsukkelen voorttelefoneren voorttelen voorttellen voorttieren " "voorttobben voorttorsen voorttrappen voorttreden voorttrekken voorttuimelen " "voortturnen voorttwisten voorturnen voortvaren voortverkopen voortvertellen " "voortvliegen voortvloeien voortvluchten voortwaaien voortwaggelen " "voortwandelen voortwerken voortwiegelen voortwiegen voortwoekeren " "voortworstelen voortwroeten voortwurmen voortzeggen voortzeilen voortzenden " "voortzetten voortzeuren voortzeveren voortzwemmen voortzwepen voortzweren " "voortzwieren voortzwoegen vooruitbestellen vooruitbetalen vooruitblikken " "vooruitboeren vooruitbranden vooruitbrengen vooruitdenken vooruitdraven " "vooruitdrijven vooruitdringen vooruitduwen vooruitdwingen vooruitgaan " "vooruithelpen vooruitijlen vooruitjagen vooruitkijken vooruitkomen " "vooruitlopen vooruitmaken vooruitnemen vooruitpraten vooruitreizen " "vooruitrennen vooruitrijden vooruitschieten vooruitschoppen vooruitschrijden " "vooruitschuiven vooruitsnellen vooruitspoelen vooruitspringen vooruitsteken " "vooruitstreven vooruitstuiven vooruitvliegen vooruitwandelen vooruitwerken " "vooruitwerpen vooruitzeilen vooruitzenden vooruitzetten vooruitzien " "voorvallen voorverbeelden voorverhitten voorverkopen voorverpakken " "voorverpakt voorvertalen voorverwarmen voorvliegen voorvoegen voorvoelen " "voorvormen voorvriezen voorwarmen voorwegen voorweiden voorwenden voorwerken " "voorwerpen voorzeggen voorzetten voorzien voorzingen voorzitten voorzweven " "vorderen vorkbeen vormen vormgeven vorsen vorstenlanden vossen voteren " "vouwen vozen vrachtvaren vragen vredelievende vreemdgaan vreten vrezen " "vriesdrogen vriezen vrijbuiten vrijbuiteren vrijbuten vrijdenken vrijdingen " "vrijdobbelen vrijen vrijgeven vrijhouden vrijkennen vrijkomen vrijkopen " "vrijlaten vrijleggen vrijleven vrijliggen vrijloopt vrijlopen vrijloten " "vrijmaken vrijpakken vrijpleiten vrijscheppen vrijspelen vrijspreken " "vrijstaan vrijstellen vrijvaren vrijvechten vrijverklaren vrijwaren " "vrijwielen vrijzetten vrijzwemmen vrolijken vuilbekken vuilmaken " "vulgariseren vulkaniseren vullen vuren vutten vuurhouden vuurkracht " "vuurlassen vuurspugen vuurspuwen vóórkomen waaien waaieren waaierrijden waar " "waarborgen waarderen waarheidsdenken waarmaken waarmerken waarnemen " "waarschuwen waarzeggen wachten wachthouden wachtlopen waden wadlopen " "waffelen wagen waggelbenen waggelen waken wakkeren walen walgen walken " "wallebakken wallen walmen walsen wamen wammen wanboffen wandbeen wandelen " "wandelgidsen wandelrijden wanen wanhopen wankelen wannen wanten wantenweven " "wantrouwen wapenen wappen wapperen warmdraaien warmen warmlopen warmspuiten " "warmteminnen warmwaterroten warrelen warren wasemen wassen wateraantrekkend " "waterafstotend waterafstotende waterbewonen waterbouwkunde waterdiepte " "waterdoorlatend waterdoorlatende waterdragegen wateren waterfietsen " "watergaasvliegen watergekoeld watergekoelde watergolven waterhouden " "waterkerende waterminnende waternemen wateroppervlakte waterpassen " "waterskiën waterslangen waterspitten watersport watersporten " "waterstofbromide waterstofchloride waterstofcyanide waterstoffluoride " "waterstofsulfide watertanden watertrappen watertreden watervallen waterveld " "watervoeren watteren wauwelen wazen wecken wedden wederantwoorden wedereisen " "wedergeboren wedergeven wederhoren wederhouden wederinvoeren wederkeren " "wederkomen wederkrijgen wederopbloeien wederopbouwen wederopleven " "wederopstaan wedervaren wedervergelden wedervinden wederzien wedijveren " "wedlopen wedstrijddansen wedstrijdfit wedstrijdrijden wedstrijdroeien " "wedstrijdzeilen weekeinden weekenden weeklagen weekschildpadden weerbellen " "weergalmen weergeven weerhebben weerhouden weerkaatsen weerkeren weerklinken " "weerkomen weerkrijgen weerleggen weerleveren weerlichten weeromkomen " "weerschallen weerschijnen weerspiegelen weerspreken weerstaan weerstreven " "weersturen weervaren weervinden weerzien weeskind weesten weetwoord " "wegademen wegbabbelen wegbaggeren wegbannen wegbeitelen wegbenen wegbergen " "wegbezemen wegbezuinigen wegbijten wegbikken wegblazen wegblijven " "wegbliksemen wegblubberen wegboenen wegboksen wegbombarderen wegbonjouren " "wegbranden wegbreken wegbrengen wegbrokkelen wegbuigen wegcijferen " "wegconcurreren wegdeemsteren wegdenken wegdieven wegdoen wegdoezelen " "wegdommelen wegdonderen wegdooien wegdraaien wegdragen wegdraven " "wegdribbelen wegdrijven wegdringen wegdromen wegdruipen wegdrukken " "wegdrummen wegduiken wegduwen wegdwalen wegdwarrelen wegdweilen wegebben " "wegen wegenbeheer wegeren wegeroderen wegeten wegfantaseren wegfietsen " "wegfilteren wegfladderen wegflikkeren wegflitsen wegfrezen wegfrommelen " "weggaan weggalopperen weggappen weggegraven weggeven weggieten wegglijden " "wegglippen weggommen weggooien weggraaien weggraven weggrijpen weggrissen " "weggummen weghaasten weghakken weghalen weghangen wegharken weghebben " "weghelpen weghollen weghonen weghouden weghuppelen wegijlen wegjagen " "wegkammen wegkankeren wegkapen wegkappen wegkegelen wegkeilen wegketsen " "wegkiepen wegkieperen wegkijken wegklappen wegkletsen wegklikken wegkloppen " "wegknagen wegknikken wegknippen wegkomen wegkopen wegkoppen wegkrabbelen " "wegkrabben wegkrimpen wegkruien wegkruipen wegkuieren wegkussen wegkwijnen " "weglachen weglaten weglaveren wegleggen wegleiden weglekken weglezen " "weglikken weglokken wegloodsen weglopen weglullen wegmaaien wegmaken " "wegmalen wegmarcheren wegmasseren wegminderen wegmixen wegmoffelen wegmolmen " "wegnemen wegorganiseren wegpakken wegpesten wegpiepen wegpikken wegpingelen " "wegpinken wegplukken wegpoetsen wegpompen wegpraten wegpromoveren " "wegrace-seizoen wegraderen wegraken wegredeneren wegregenen wegreizen " "wegrennen wegretoucheren wegrijden wegrit wegritsen wegroepen wegroesten " "wegrollen wegrossen wegrotten wegroven wegruimen wegrukken wegsaneren " "wegschaven wegschenken wegscheppen wegscheren wegscheuren wegschieten " "wegschimmelen wegschoppen wegschrappen wegschrijven wegschrobben wegschuilen " "wegschuiven wegschuren wegsiepelen wegsijpelen wegsjokken wegsjouwen " "wegslaan wegslenteren wegslepen wegslijpen wegslijten wegslikken " "wegslingeren wegslinken wegslippen wegsluipen wegsluiten wegsluizen " "wegslurpen wegsmelten wegsmijten wegsnappen wegsnellen wegsnijden wegsnoeien " "wegsnoepen wegsnuiten wegsoezen wegspelen wegspoeden wegspoelen wegspringen " "wegsprinten wegspuiten wegspurten wegspuwen wegstaan wegstappen wegstarten " "wegsteken wegstelen wegstemmen wegsterven wegstevenen wegstomen wegstoppen " "wegstormen wegstoten wegstouwen wegstrepen wegstrijken wegstromen wegstuffen " "wegstuiteren wegstuiven wegsturen wegsuffen wegtakelen wegteren wegtikken " "wegtillen wegtochten wegtorsen wegtoveren wegtrappen wegtreiteren wegtrekken " "wegtreuren wegtrippelen wegtroggelen wegtronen wegtrouwen wegvagen wegvallen " "wegvangen wegvaren wegvegen wegvissen wegvlieden wegvliegen wegvlieten " "wegvloeien wegvloeken wegvluchten wegvoeren wegvreten wegwaaien wegwandelen " "wegwapperen wegwassen wegwensen wegwentelen wegwerken wegwerpen wegwezen " "wegwielrennen wegwijken wegwippen wegwissen wegwrijven wegwuiven wegzagen " "wegzakken wegzeilen wegzenden wegzetten wegzingen wegzinken wegzuigen " "wegzuipen wegzuiveren wegzwaaien wegzwemmen wegzweven weiden weifelen " "weigeren wekken weldoen welgaan welgeordende welgevallen welgevormd welken " "wellen welslagen welsprekend welvaren welven wemelen wenden wenen wenken " "wennen wensdenken wensen wentelen wereldbekende wereldbekerdebuut " "wereldbekerpunten wereldgeest weren werken werkenden werkstukken " "werktuigbouwkunde werkzoekenden werpen wert wervelen werven west-noordwesten " "westelijken westerlengte westnoordwesten westzuidwesten weten wetenschapsman " "weteren wetgevende wetten wettigen weven whisten wichelen wichelroedelopen " "wiebelen wieden wiegelen wiegen wieken wielen wielerloopbaan wielrennen " "wielrijden wielwebspinnen wiemelen wieroken wieuwen wiewauwen wiezen " "wiggelen wiggen wijden wijdte wijdverspreid wijeren wijken wijlen wijnpersen " "wijnproduceren wijnroeien wijnverlaten wijsmaken wijt wijten wijzen wijzigen " "wikkelen wikken wilayat wildkamperen wildplakken wildplassen wildstropen " "wildwaterkanoën wilgenroosjesmotten willen willigen wimpelen windelen winden " "windsurfen winkelen winkelruimte winkelskijken winnen winstgeven winteren " "winterkoningen winterlinde winterschaatsen wintersporten wippen wispelen " "wispelstaarten wisselen wissen witgekalkt witgepleisterd witkoken " "witloftrekken witlooien witrijzen witschilderen witte wittebroodsweken " "witten witwassen woeden woekeren woelen woerd woerden wohltemperierte " "woiwode wokken wold wolfspinnen wolkaarden wolken wolmaniseren wolplukken " "wolscheiden wolven wolwassen wonderen wonen woonoord woonsparen " "woordenziften worden worgen wormslangen worstelaars worstelen " "worstelevenementen wortelen wortelschieten wortelschrapen worteltrekken " "wouwen wraken wreken wren wrensen wriemelen wriggelen wrijven wrikkelen " "wrikken wringen wrochten wroegen wroet wroeten wrokken wrongelen wuiven " "wurgen wurmen wurtelen xeroxen yahtzeeën yard yosemite yuccamotten " "zaaddorsen zaagden zaaien zaalkerk zabbelen zabberen zachtbehaard zadelen " "zakendoen zakgeld zakken zakkenrollen zaklopen zaksikkelmotten zakspringen " "zakstoten zaligen zaligverklaren zalven zamelen zanden zandingestrooide " "zandschilderen zandslaan zandsnijden zandstralen zanen zaniken zanten " "zapovednik zappen zaterdagavondgevoel zavelen zeegaande zeeheld zeeldraaien " "zeelt zeeschildpadden zeeschuimen zeeslangen zeevarend zeevarende zeeweren " "zeezeilen zegelen zegelplakken zegenen zegepralen zegevieren zeggen zeiken " "zeilen zeilvliegen zeilwedstrijden zekeren zekerstellen zelfbesturen " "zelfcorrigeren zelfgebouwde zelfgemaakt zelfgenezen zelfmoorden zelfregeren " "zelfreguleren zelfvoorzienende zemelen zemelknopen zemen zen zenden " "zendvermogen zengen zenuwen zepen zesde zetelen zetten zeulen zeuren zeven " "zeveren zichten zieden ziegezagen zieken ziekmakend ziekmakende " "ziekte-aftreden ziekzijn zieltogen zien ziften zigzaggen zijdereden zijgen " "zijklepmotoren zijlvest zijn zijpelen zilverdraadtrekken zilvertrekken " "zimmen zin zinderen zingen zinken zinnen zinspelen zippen zitbeen zitten " "zittenblijven zoden zodevormen zoedelen zoekbrengen zoeken zoekmaken " "zoekraken zoekspelen zoemen zoenen zoetbrengen zoeten zoetgeuren zoetschaven " "zoetvijlen zoeven zolderen zolen zomen zomeren zonderen zondigen zonen " "zonnebaden zonschijnen zooien zoomen zorgdragen zorgen zottebollen zouk " "zouten zoutminnende zoutzieden zouwen zoöloog zuchten zuid-noord zuidelijken " "zuidzuidwesten zuigen zuimen zuinigen zuipen zuiveren zullen zulten zuren " "zuurstofduiken zuurverdiende zwaaien zwaarbeschadigd zwaarden zwaardvechten " "zwaargebouwd zwaargewond zwabberen zwachtelen zwakken zwalken zwalpen " "zwaluwstaarten zwammen zwanzen zwart-witdenken zwartblakeren zwarten " "zwartepieten zwartgeblakerde zwartkijken zwartlijven zwartmaken zwartrijden " "zwartselen zwartvissen zwartwerken zwatelen zwavelen zwavelgehalte " "zwavelhoudende zweden zweefvliegen zweepslagen zweetvoeten zweien zwelen " "zwelgen zwellen zwemen zwemkleren zwemmen zwemsporten zwendelen zwengelen " "zwenken zwepen zweren zwermen zwerven zweten zwetsen zweven zwichten " "zwieberen zwiepen zwierbollen zwieren zwiertslaan zwijgen zwijggeld " "zwijmelen zwijmen zwijnen zwikken zwindelen zwingelen zwirrelen zwoegen zèlf " "ëmuleren ëxtruderen ïnterviewen ïntroniseren üploaden ʿabdben β-onverzadigde " "δ-kaart \u200b\u200bbekend" ).split() )