spaCy/spacy/lang/nl/lemmatizer/_verbs.py
2019-08-20 17:36:34 +02:00

2877 lines
232 KiB
Python

# coding: utf8
from __future__ import unicode_literals
VERBS = set(
(
"-komen -lezen -met -nemen -teken -typen aaien aanaarden aanademen aanbaffen "
"aanbaggeren aanbakken aanballen aanbanden aanbassen aanbehoren aanbelanden "
"aanbelangen aanbellen aanbenen aanberen aanbermen aanbersen aanbesteden "
"aanbesterven aanbetalen aanbeteren aanbetreffen aanbetrouwen aanbeuren "
"aanbevelen aanbidden aanbieden aanbijten aanbikken aanbinden aanblaffen "
"aanblazen aanbleken aanblessen aanblijven aanblikken aanbloeden aanboeken "
"aanboeten aanbollen aanbomen aanbonzen aanboren aanbotsen aanbouwen "
"aanbraden aanbraken aanbranden aanbrassen aanbreien aanbreken aanbrengen "
"aanbriesen aanbruinen aanbruisen aanbrullen aanbuigen aanbulderen "
"aandachtzoeken aandammen aandampen aandaveren aandelenpakket aandienen "
"aandiepen aandijken aandikken aandoen aandossen aandraaien aandragen "
"aandraven aandrentelen aandreven aandrijven aandringen aandrinken aandruisen "
"aandrukken aanduiden aandurven aanduwen aandweilen aaneenbinden aaneenboeien "
"aaneenbouwen aaneenbreien aaneenbrengen aaneendoen aaneendraaien "
"aaneendriegen aaneenflansen aaneengrenzen aaneengroeien aaneenhaken "
"aaneenhangen aaneenhechten aaneenhouden aaneenketenen aaneenkitten "
"aaneenklampen aaneenkleven aaneenklinken aaneenkluisteren aaneenknopen "
"aaneenkoeken aaneenkoppelen aaneenkrijgen aaneenlassen aaneenleggen "
"aaneenliggen aaneenlijmen aaneennaaien aaneennagelen aaneenpassen "
"aaneenplaatsen aaneenplakken aaneenpraten aaneenrijgen aaneenschakelen "
"aaneenschieten aaneenschrijven aaneensluiten aaneensmeden aaneensnoeren "
"aaneensolderen aaneenspijkeren aaneenstoten aaneenstrikken aaneenvlechten "
"aaneenvoegen aaneenwellen aaneenzetten aaneenzitten aanerven aanetteren "
"aanfietsen aanflitsen aanfloepen aanfluiten aanfokken aanfronsen aanfruiten "
"aangaan aangapen aangepassen aangeraken aangespen aangevaren aangeven "
"aangezuurd aangieren aangieten aangifte aanglijden aanglimmen aangloeien "
"aangloren aangluipen aangluren aangolven aangooien aangorden aangrauwen "
"aangraven aangrenzen aangrijnzen aangrijpen aangrimmen aangrinniken "
"aangroeien aangroenen aangrommen aanhaken aanhalen aanhalingsteken aanhangen "
"aanharden aanharken aanhebben aanhechten aanheffen aanhelen aanhelpen "
"aanhikken aanhinken aanhitsen aanhobbelen aanhogen aanhollen aanhopen "
"aanhoren aanhouden aanhuppelen aanhuwelijken aanhuwen aanijlen aanjagen "
"aanjakkeren aanjanken aanjoelen aanjuichen aankaarten aankakken aankalken "
"aankankeren aankanten aankappen aankarren aankauwen aankeffen aankeren "
"aankermen aankerven aankijken aanklagen aanklampen aanklappen aanklauwen "
"aankleden aanklemmen aankletsen aankleven aanklikken aanklinken aanklooien "
"aankloppen aanklossen aankloten aanklotsen aanknagen aanknijpen aanknippen "
"aanknoeien aanknopen aankoeken aankoersen aankomen aankond aankondigen "
"aankooien aankopen aankoppelen aankoppen aankorsten aankraaien aankrammen "
"aankrijgen aankrijten aankrikken aankruien aankruipen aankruisen aankuieren "
"aankunnen aankwakken aankwatsen aankweken aankwispelen aanlachen aanladen "
"aanlanden aanlangen aanlappen aanlassen aanlaten aanlaveren aanleggen "
"aanleiden aanlengen aanleren aanleunen aanleuteren aanleveren aanlichten "
"aanliggen aanlijken aanlijmen aanlijnen aanloden aanloeien aanloeren "
"aanloeven aanloggen aanlokken aanlonken aanlopen aanlummelen aanmaken "
"aanmanen aanmannen aanmarcheren aanmatigen aanmelden aanmengen aanmeren "
"aanmerken aanmeten aanmetselen aanmodderen aanmoedigen aanmoeren "
"aanmonsteren aanmunten aannaaien aannaderen aannagelen aannemen aanpakken "
"aanpalen aanpappen aanpassen aanpennen aanpersen aanpezen aanpiafferen "
"aanpijpen aanpikken aanpingen aanplakken aanplanten aanpleisteren aanplempen "
"aanploegen aanploffen aanporren aanpoten aanpraaien aanpraten aanpreken "
"aanpresenteren aanprijzen aanprikkelen aanprikken aanpunten aanraden "
"aanraken aanrakken aanranden aanraseren aanrazen aanrazeren aanrechten "
"aanreed aanreiken aanrekenen aanrennen aanrichten aanrijden aanrijgen "
"aanrijken aanrijpen aanrijven aanrimpelen aanrissen aanristen aanritsen "
"aanroeien aanroepen aanroeren aanroesten aanroken aanrollen aanrommelen "
"aanrotzooien aanrouwen aanruisen aanrukken aanruwen aansarren aanschaffen "
"aanschakelen aanscharrelen aanschaven aanschellen aanschemeren aanschenden "
"aanscherpen aanschieten aanschijten aanschikken aanschimmelen aanschitteren "
"aanschoffelen aanschoppen aanschoten aanschouwen aanschrappen aanschreeuwen "
"aanschreien aanschrijden aanschrijven aanschroeven aanschudden aanschuieren "
"aanschuinen aanschuiven aanschurken aansingelen aansissen aansjokken "
"aansjorren aansjouwen aanslaan aanslagen aanslappen aanslenteren aanslepen "
"aansleuren aanslibben aanslijken aanslijmen aanslijpen aanslingeren "
"aansloffen aansluipen aansluiten aansmeden aansmeken aansmelten aansmeren "
"aansmeulen aansmijten aansmoezen aansnauwen aansnellen aansnijden aansnoeren "
"aansnorren aansolderen aanspannen aanspatten aanspelden aanspelen aanspeten "
"aanspieën aanspijkeren aanspijlen aanspinnen aanspitsen aansplitsen "
"aanspoeden aanspoelen aansporen aanspreken aanspringen aanspugen aanspurten "
"aanspuwen aanstaan aanstaarten aanstampen aanstappen aanstaren aansteken "
"aanstellen aansterken aansterven aanstevenen aanstichten aanstiefelen "
"aanstijven aanstikken aanstippen aanstoffen aanstoken aanstomen aanstoppen "
"aanstormen aanstorten aanstoten aanstouwen aanstoven aanstralen aanstranden "
"aanstraten aanstrepen aanstrijken aanstrikken aanstromen aanstrompelen "
"aanstuiken aanstuiven aansturen aanstuwen aansukkelen aantakelen aantappen "
"aantasten aanteken aantekenen aantelen aantellen aantichten aantieren "
"aantijgen aantikken aantillen aantimmeren aantippen aantodderen aantoddiken "
"aantoefelen aantoeteren aantoetsen aantokkelen aantonen aantoveren "
"aantrappen aantreden aantreffen aantrekken aantrippelen aantrouwen aanturen "
"aantuttelen aanvaarden aanvallen aanvangen aanvaren aanvatten aanvechten "
"aanvegen aanverdienen aanvertrouwen aanvetten aanvijlen aanvijzen aanvinken "
"aanvlakken aanvlammen aanvlechten aanvletten aanvliegen aanvlijen aanvloeien "
"aanvlotten aanvoegen aanvoelen aanvoerdersband aanvoeren aanvollen aanvonken "
"aanvragen aanvreten aanvriezen aanvullen aanvuren aanwaaien aanwachten "
"aanwaggelen aanwakkeren aanwandelen aanwassen aanwellen aanwenden aanwenken "
"aanwennen aanwentelen aanwerken aanwerpen aanwerven aanwetten aanweven "
"aanwezen aanwijeren aanwijzen aanwinden aanwinnen aanwinteren aanwippen "
"aanwitten aanwoekeren aanwrijven aanwuiven aanzaaien aanzakken aanzanden "
"aanzegelen aanzeggen aanzeilen aanzenden aanzetten aanzeulen aanzeuren "
"aanzien aanzitten aanzoeken aanzoeten aanzouten aanzuigen aanzuiveren "
"aanzuren aanzwaaien aanzwarten aanzwellen aanzwemmen aanzwengelen aanzwepen "
"aanzweven aanzwoegen aardappelrooien aarden aardvarken aardwarmte aarzelen "
"abandonneren abbreviëren abdiceren abdiqueren aboleren abonneren aborteren "
"abricoteren abseilen absenteren absoluteren absolveren absorberen abstineren "
"abstraheren abuseren accapareren accelereren accentueren accepteren "
"acclimatiseren accommoderen accompagneren accorderen accoucheren "
"accrediteren accrocheren accumuleren accuseren achten achteraanblaffen "
"achteraanblijven achteraangaan achteraanhollen achteraanijlen "
"achteraankeffen achteraankomen achteraanlopen achteraanrennen "
"achteraansnellen achteraanstellen achteraanzitten achterafbrengen "
"achterafzetten achterblijven achterdoen achterdraaien achterduwen achtergaan "
"achterhalen achterhouden achterklappen achterlaten achterliggen achterlopen "
"achternablaffen achternablikken achternabruisen achternabrullen achternadoen "
"achternadragen achternadraven achternafietsen achternagaan achternageven "
"achternagillen achternagooien achternahollen achternaijlen achternajagen "
"achternakeffen achternakijken achternaklossen achternakruien achternakruipen "
"achternalopen achternaogen achternareizen achternarennen achternarijden "
"achternaroepen achternaschieten achternasjouwen achternaslepen "
"achternasmijten achternasnellen achternastaren achternasturen "
"achternasukkelen achternatorsen achternatrekken achternavliegen "
"achternawerpen achternazeilen achternazenden achternazetten achternazien "
"achternazitten achteromblikken achteromgluren achteromhalen achteromkijken "
"achteromkomen achteromloeren achteromlopen achteromzien achteropfietsen "
"achterophinken achterophollen achteropkomen achteroplopen achteropraken "
"achteroprennen achteroprijden achteropvliegen achteropzwemmen "
"achteroverbuigen achteroverbuitelen achteroverdrukken achteroverduikelen "
"achteroverduwen achterovergaan achterovergedrukt achterovergooien "
"achteroverhalen achteroverhellen achteroverkantelen achteroverkrommen "
"achteroverleggen achteroverleunen achteroverliggen achteroverlopen "
"achteroverschoppen achteroverslaan achteroversloegen achteroversmijten "
"achteroverstorten achterovertuimelen achterovervallen achteroverzijgen "
"achteroverzitten achterraken achterstaan achterstellen achterstevoren "
"achteruitbidden achteruitboeren achteruitdeinzen achteruitdrijven "
"achteruitdrukken achteruitduwen achteruitgaan achteruitglijden "
"achteruithalen achteruitjagen achteruitkachelen achteruitkrabbelen "
"achteruitkruipen achteruitleren achteruitlopen achteruitmarcheren "
"achteruitparkeren achteruitraken achteruitrijden achteruitrollen "
"achteruitrukken achteruitschakelen achteruitschieten achteruitschoppen "
"achteruitschuiven achteruitslaan achteruitslepen achteruitspringen "
"achteruitsteken achteruitstellen achteruitstuwen achteruitteren "
"achteruittrappen achteruittreden achteruittrekken achteruitvallen "
"achteruitvaren achteruitvliegen achteruitwerken achteruitwerpen "
"achteruitwijken achteruitzetten achteruitzitten achtervoegen achtervolgen "
"achterwaren achterzeggen achterzeilen achtste acquitteren acteerdebuut "
"acteerlessen acteren actieleren actievoeren actinide activeren activiste "
"actualiseren actueren adapteren adderen adduceren adelborst adelen "
"adembenemend ademen ademhalen aderen aderiseren aderkanalen aderlaten "
"administreren admiraalzeilen adoniseren adopteren adoreren adresseren "
"adsorberen adstrueren adverteren adviseren aerobicen afachten afbaarden "
"afbaarzen afbakenen afbakken afbaljoenen afbalken afbarsten afbassen "
"afbasten afbedelen afbeelden afbeitelen afbekken afbellen afbenen "
"afbestellen afbetalen afbetten afbeuken afbeulen afbeuren afbidden afbieden "
"afbietsen afbiezen afbiggen afbijt afbijten afbikken afbiljoenen afbinden "
"afbladderen afbladen afbladeren afblaffen afblakeren afblaren afblazen "
"afblijven afbliksemen afblokken afblotten afbluffen afblussen afboeken "
"afboenen afboeren afboeten afbollen afbomen afbonken afbonzen afboorden "
"afborduren afboren afborgen afborstelen afbotsen afbottelen afbotten "
"afbouwen afbramen afbranden afbrassen afbreien afbreken afbrengen afbrijnen "
"afbroddelen afbrokkelen afbruien afbuien afbuigen afbuilen afbuitelen "
"afchecken afcommanderen afconcluderen afdalen afdammen afdanken afdansen "
"afdassen afdeinzen afdeizen afdekken afdelen afdelingskampioen afdelven "
"afdempen afdenken afdichten afdienen afdiepen afdieven afdijken afdingen "
"afdingesen afdisselen afdistilleren afdobbelen afdoen afdokken afdolen "
"afdonderen afdoppen afdorsen afdouwen afdraaien afdraden afdragen afdraven "
"afdreggen afdreigen afdrentelen afdreunen afdribbelen afdrijven afdringen "
"afdrinken afdrogen afdromen afdroppelen afdroppen afdruipen afdrukken "
"afdruppelen afdruppen afduikelen afduvelen afduwen afdwaalde afdwalen "
"afdweilen afdwingen afebben afeggen afeisen afeten afetsen afexerceren "
"affakkelen affecteren affeilen afficheren affietsen affikken affiliëren "
"affilteren affiltreren affineren affirmeren affitnessen affladderen "
"afflauwen afflikken affluiten affoezelen affolen affolteren affrezen "
"affronteren affuit affutselen afgaan afgappen afgazen afgebruiken afgeesten "
"afgehangen afgelasten afgeraken afgeren afgeselen afgespen afgeven afgieren "
"afgieten afgillen afglanzen afglijden afglippen afglipperen afgluren "
"afgoeden afgolven afgoochelen afgooien afgorden afgrauwen afgraven afgrazen "
"afgrendelen afgrenzen afgreppelen afgrijpen afgrissen afgronden afgruizelen "
"afgutsen afhaaien afhagelen afhaken afhakkelen afhakken afhalen afhameren "
"afhandelen afhangen afhappen afharden afharen afharken afhaspelen afhebben "
"afhechten afheffen afheien afheinen afhekken afheksen afhellen afhelpen "
"afhengelen afhielen afhijsen afhinkelen afhinken afhoeden afhoeren "
"afhoereren afhoesten afhogen afhollen afhoren afhouden afhouwen afhuilen "
"afhuiven afhuppelen afhuren afjachten afjagen afjakkeren afjapen afjatten "
"afkaarden afkaarten afkaatsen afkabbelen afkaden afkalken afkalven afkammen "
"afkampen afkandelaren afkankeren afkantelen afkanten afkapen afkappen "
"afkatten afkauwen afkaveren afkegelen afkeilen afkeren afkerven afketsen "
"afkeuren afkicken afkiezen afkijken afkijven afkippen afkisten afkitsen "
"afkitten afkladden afklagen afklampen afklappen afklaren afklauteren "
"afkleden afkleien afklemmen afkleppen afkletsen afkletteren afkleuren "
"afklimmen afklinken afkloenen afklokken afkloppen afkluiven afknabbelen "
"afknagen afknakken afknallen afknappen afknarpen afknauwen afknellen "
"afkneuzen afknevelen afknibbelen afknijpen afknikken afknippen afknoeien "
"afknokken afknopen afknotten afknuppelen afknutselen afkoelen afkoersen "
"afkoken afkolven afkomen afkondigen afkopen afkoppelen afkorrelen afkorsten "
"afkorten afkrabbelen afkrabben afkraggen afkraken afkransen afkrassen "
"afkrauwen afkrenten afkrijgen afkrijten afkrimpen afkronen afkronkelen "
"afkrooien afkruien afkruimelen afkruipen afkruisen afkuieren afkuipen "
"afkuisen afkukelen afkunnen afkussen afkwanselen afkwasten afkwijnen "
"afkwispelen aflaatbidden aflachen afladen aflakken aflangen aflappen "
"aflassen aflaten aflatten aflaveren aflazeren aflebberen afleden afleggen "
"afleiden afleken aflekken aflenen aflengen aflenzen afleppen afleren "
"afletteren afleven afleveren aflezen aflichten afliegen afliggen aflijnen "
"aflikken afloden afloeren aflogen afloggen aflokken afloodsen aflooien "
"aflopen aflossen afluiden afluien afluisteren afluizen afmaaien afmailen "
"afmaken afmalen afmanen afmangelen afmarcheren afmarmeren afmartelen "
"afmatten afmazen afmelden afmelken afmennen afmeren afmerken afmesten "
"afmeten afmetselen afmetsen afmieteren afmijnen afmikken afmolmen "
"afmonsteren afmonteren afmoorden afmunten afmuren afnaaien afnaasten "
"afnagelen afnavelen afnemen afneuzen afnijpen afnokken afnummeren afogen "
"afoogsten afpachten afpakken afpalen afpanden afparten afpassen "
"afpatrouilleren afpeddelen afpeigeren afpeilen afpeinzen afpekken afpelen "
"afpellen afpennen afperken afpersen afpeulen afpeuteren afpeuzelen afpiepen "
"afpijnen afpijnigen afpikken afpingelen afpitsen afplaggen afplakken "
"afplamen afplanen afplanten afplassen afplatten afpleisteren afpleiten "
"afplekken afpletten afploegen afploffen afplooien afpluimen afpluizen "
"afplukken afplunderen afpoederen afpoeieren afpoetsen afpoffen afpolderen "
"afpolitoeren afpompen afponden afpraaien afprakkiseren afpramen afprangen "
"afpraten afpreken afprevelen afpriegelen afprijzen afprikken afprinten "
"afproeven afprossen afprutsen afpuimen afpulken afpunten afraaien afrabbelen "
"afraden afrafelen afraffelen afragen afraggen afraken aframmelen afranden "
"afranselen afrapen afraspen afrasteren afratelen afrausjen afrazen "
"afreageren afreden afregelen afregenen afreien afreiken afreizen afrekenen "
"afremmen afrennen afrepelen afrepen afreuzelen africhten afridderen afriemen "
"afrijden afrijgen afrijmen afrijpen afrijten afrijven afrijzelen afrijzen "
"afrikaniseren afrikken afrissen afristen afritselen afritsen afroeien "
"afroemen afroepen afroesten afroffelen afrojemen afroken afrollen afromen "
"afronden afronselen afrooien afrossen afrotsen afrotten afrouwen afroven "
"afruien afruilen afruimen afruisen afruiten afruiven afrukken afruwen "
"afsabbelen afsabberen afsabelen afsappelen afscannen afschaduwen afschaffen "
"afschakelen afschaken afschalen afschampen afschansen afscharren afschatten "
"afschavelen afschaven afschavielen afscheiden afscheidsconcert afschemeren "
"afschenken afschepen afscheppen afscheren afschermen afscherpen afscherven "
"afschetsen afscheuren afschieten afschijnen afschijven afschikken "
"afschilderen afschilferen afschillen afschimpen afschitteren afschminken "
"afschobben afschoffelen afschokken afschommelen afschonen afschooien "
"afschoppen afschotelen afschouwen afschrabben afschrapen afschrappen "
"afschreeuwen afschreien afschrijven afschrikken afschrobben afschroeien "
"afschroeven afschubben afschudden afschuieren afschuimen afschuinen "
"afschuiven afschuren afschutten afseinen afseizen afserveren afsiepelen "
"afsieperen afsijpelen afsingelen afsjacheren afsjokken afsjorren afsjouwen "
"afslaan afslachten afslagen afslakken afslanken afslaven afslechten "
"afslenteren afslepen afsleuren afslibben afslibberen afslieren afslijpen "
"afslijten afslingeren afslippen afslissen afslobberen afsloffen afslonzen "
"afslopen afslorpen afsloten afsloven afsluipen afsluiten afslurpen afsmakken "
"afsmallen afsmeden afsmeken afsmelten afsmeren afsmetten afsmijten "
"afsmokkelen afsnauwen afsnellen afsnijden afsnipperen afsnoeien afsnoepen "
"afsnoeren afsnorren afsnuffelen afsnuiten afsollen afsoppen afspaaien "
"afspaden afspanen afspannen afspatten afspekken afspelden afspelen afspeten "
"afspeuren afspieden afspiegelen afspinnen afspioneren afspitten afsplijten "
"afsplinteren afsplitsen afsplitten afspoelen afsponsen afsponzen afsporen "
"afspouwen afspreiden afspreken afspringen afsprokkelen afspruiten afspuien "
"afspuiten afstaan afstaarten afstammen afstampen afstandsleren afstapelen "
"afstappen afstaren afsteken afstekken afstelen afstellen afstemmen "
"afstempelen afsterven afstevenen afstijgen afstijven afstikken afstippelen "
"afstippen afstoffen afstoken afstomen afstommelen afstompen afstoppen "
"afstormen afstorten afstoten afstoven afstraffen afstralen afstraten "
"afstrepen afstreven afstrijden afstrijken afstrippen afstromen afstrompelen "
"afstrooien afstropen afstroppen afstruinen afstuderen afstuiten afstuiven "
"afsturen afstuwen afsuffen afsukkelen afsullen aftaaien aftafelen aftakelen "
"aftakken aftanden aftanken aftappen aftarnen aftarren aftassen aftast "
"aftasten aftegelen afteilen afteisteren aftekenen aftelefoneren "
"aftelegraferen aftellen afteren aftesten aftikken aftillen aftimmeren "
"aftintelen aftippelen aftippen aftitelen aftobben aftoefelen aftoeken "
"aftoeten aftoeteren aftoetsen aftoffelen aftokken aftomen aftonnen aftoppen "
"aftornen aftouwen aftoveren aftrainen aftrappen aftreden aftrekken aftrekt "
"aftrenzen aftreuren aftrillen aftrimmen aftrippelen aftroefelen aftroeven "
"aftroffelen aftroggelen aftrommelen aftrommen aftrompetten aftronen "
"aftrossen aftruggelen aftuffen aftuigen aftuimelen aftuinen afturen afturven "
"aftypen afvaardigen afvademen afvagen afvallen afvangen afvaren afvatten "
"afvechten afvegen afvellen afvemen afvenen afveren afvergen afvertellen "
"afverven afveteren afvetten afvezelen afvieren afvijlen afvijzen afvillen "
"afvinken afvissen afvlaggen afvlakken afvlechten afvleien afvlekken afvlezen "
"afvlieden afvliegen afvlieten afvliezen afvlijmen afvloeien afvloeken "
"afvloeren afvlooien afvloten afvlotten afvluchten afvoederen afvoegen "
"afvoeren afvollen afvorderen afvormen afvouwen afvragen afvreten afvriezen "
"afvrijen afvullen afvuren afwaaien afwaarderen afwachten afwaggelen afwaken "
"afwallen afwalsen afwandelen afwannen afwapperen afwassen afwateren afwegen "
"afweiden afweken afwelven afwenden afwenen afwenken afwennen afwentelen "
"afweren afwerken afwerpen afweten afweteren afweven afwezen afwiegelen "
"afwijken afwijzen afwikkelen afwimpelen afwinden afwinnen afwinteren "
"afwippen afwisselen afwissen afwitten afwoekeren afwoelen afwonen afworgen "
"afworstelen afwrijven afwrikken afwringen afwroeten afwuiven afwurgen "
"afzabbelen afzabberen afzadelen afzagen afzakken afzanden afzanen afzeggen "
"afzeiken afzeilen afzekeren afzemen afzenden afzengen afzepen afzetten "
"afzeulen afzeven afzichten afzieken afzien afziften afzijgen afzijn afzingen "
"afzinken afzitten afzoden afzoeken afzoenen afzoeten afzomen afzonderen "
"afzouten afzuchten afzuigen afzuipen afzwaaien afzwaarden afzwakken "
"afzwavelen afzwemmen afzwendelen afzwenken afzwepen afzweren afzwerven "
"afzweten afzweven afzwieren afzwijnen afzwoegen against agamen agenderen "
"ageren agglomereren agglutineren aggregeren agioteren agiteren aien ain't "
"airbrushen akkeren al-assad al-bayen al-mulk alarmeren alcoholiseren "
"aldehyde alfabetiseren aligneren aliëneren alkaliseren alkaloïde alkaloïden "
"alkyleren alkyn alleenwerken allerlaatst allertijden allesbeslissen "
"alliantiewapen allitereren allittereren alliëren allroundschaatsen alluderen "
"almanakken almede alomvattende alpineskiën alsjeblieft alstublieft alte "
"altereren alterneren altijddurend aluinen aluminiseren aluminiumchloride "
"aluminiumoxide alumiseren alziend amalgameren amanderen ambeteren "
"ambivalente ambiëren amenderen amerikaniseren amine amortiseren amoveren "
"amphitrite amplificeren amputeren amuseren an analogiseren analyseren "
"anarchist anatomiseren anatoom andante anderszijn angstaanjagend animeren "
"ankeren annexeren annihileren annonceren annoteren annuleren anonimiseren "
"antecederen antedateren antibinden antichambreren anticiperen antidateren "
"antwoorden apaiseren aparte apegapen apen aperitieven aphrodite aplaneren "
"apocoperen apparenteren appelhappen appelleren appelplukken applaudiseren "
"applaudisseren appliqueren apporteren appreciëren appreteren approberen "
"approvianderen après-skiën aquagymmen aquajoggen aquarellen aquarelleren "
"aquarobiccen aquarobikken arabiseren arbeiden arbeidsongeschikte arbitreren "
"arceren archaïseren archeologen archiveren ardoiseren aren argumenteren "
"argwanen aride aromatiseren arrangeren arren arresteren arriveren arrogeren "
"arroseren arseen articuleren artist artiste asemen asfalteren asfyxiëren "
"aspireren assaisoneren assembleren assen asserteren assigneren assimileren "
"assistent-dirigent assisteren associëren assoneren assorteren assumeren "
"assureren astarte aswippen atletiekloopbaan atomiseren atriumfibrilleren "
"atrofiëren attachen attacheren attaqueren attenderen attesteren attraperen "
"attribueren attribuut auditeren augurken ausculteren authentiseren autodelen "
"automatiseren autopetten autoracen autorijden autoriseren avaleren avanceren "
"aviveren avondmalen avondvullende avonturen azen aëreren baad baaivangen "
"baakzetten baanlopen baanmaken baanrijden baantjerijden baanwielrennen "
"baarden baarsachtigen baarzen babbelen babysitten bachelorgraad backen "
"backuppen bacteriedodende badderen badineren badmintonnen baffen "
"bagatelliseren baggelen baggeren baht bajonetschermen bakenen bakeren "
"bakerhaaien bakkeleien bakken bakschieten baksen bakzeilhalen balanceren "
"balansen balderen balen baliën baljoenen balkaniseren balken ballast "
"ballasten ballen balletdansen ballonvaren balloteren balsemen balslaan "
"baltsen bamzaaien banaliseren banderen banderolleren bandstoten banen "
"banjeren bankdrukken banken banketbakken banketteren bankieren bankwerken "
"bannen bantamgewicht banvloeken baratteren barbecuen barbieren barderen "
"baren barnen baronesse barreren barricaderen barsten baseballen basen "
"baseren basketballen basketten bassen bassiste bastaarderen basten "
"bastonneren baten batikken batonneren batten batteren bauwen bazelen bazen "
"bazuinen beaarden beademen beamen beangsten beangstigen beantwoorden "
"bearbeiden beargumenteren beasemen beatificeren bebaarden bebabbelen "
"bebakenen bebinden bebladerd bebloeden beboeren beboeten bebossen beboteren "
"bebouwen bebroeden becijferen becommentariëren beconcurreren bedammen "
"bedampen bedanken bedaren bedauwen bedden bedeesd bedekken bedelen bedelven "
"bedenken bederven bedevaarten bedienen bedijken bedillen bedingen "
"bediscussiëren bediscuteren bedisselen bedoelen bedoen bedonderen bedotten "
"bedplassen bedragen bedreigen bedriegen bedrijfshuishoudkunde bedrijfsruimte "
"bedrijven bedrinken bedroeven bedrogene bedroppelen bedroppen bedruipen "
"bedrukken bedruppelen bedruppen beduchten beduiden beduimelen beduvelen "
"bedwateren bedwelmen bedwingen beeksteenvliegen beeldbepalende beelden "
"beeldend beeldgieten beeldhouwen beeldsnijden beeldsteken beeldvormen "
"beendraaien beesten beetgrijpen beethebben beethouden beetkrijgen beetnemen "
"beetpakken beewegen beffen befietsen befloersen befrommelen begaaien begaan "
"begapen begeesteren begeleiden begenadigen begeren begeven begieren begieten "
"begiftigen begillen beginnen beglazen begluren begoochelen begost begosten "
"begrazen begrenzen begrijpen begrinden begrinten begroeien begroeten "
"begrommen begroten begruizen begunstigen behagen behakken behalen behameren "
"behandelen behappen beharen behartigen beheersen beheksen behelpen behelzen "
"beheren behoeden behoeven behoren behouden behouwen behuwen beiaarden "
"beieren beijveren beijzelen beitelen beitsen bejagen bejammeren bejegenen "
"bejubelen bekabelen bekaden bekakken bekalken bekamen bekampen bekappen "
"bekendmaken bekendstaan bekennen bekeren bekeuren bekijken bekijven bekisten "
"bekken bekkensnijden bekkentrekken bekladden beklagen beklampen beklappen "
"beklauteren bekleden beklemmen beklemtonen bekletsen beklijven beklimmen "
"beklinken beklinkeren beklonteren bekloppen beknabbelen beknagen beknellen "
"beknibbelen beknijpen beknippen beknorren beknotten bekoelen bekogelen "
"bekoken bekokstoven bekomen bekommeren bekonkelen bekopen bekoren bekorsten "
"bekorten bekostigen bekrabbelen bekrabben bekrachtigen bekrammen bekransen "
"bekrassen bekreunen bekribben bekrijten bekrimpen bekritiseren bekronen "
"bekruipen bekruisen bekuipen bekvechten bekwamen bekwijlen beladen belagen "
"belanden belangen belangstellen belasten belasteren belastingrecht "
"belatafelen belatten belazeren beledigen belegeren beleggen beleiden "
"belemmeren belenden belenen beleren beletselen beletten beleven beleveren "
"belezen belgen belichamen belichten beliegen believen belijden belijmen "
"belijnen belikken bellen bellenblazen beloeren belommeren belonen belonken "
"belopen beloperen beloven beltmolen beluchten beluiden beluien beluisteren "
"bemachtigen bemalen bemannen bemantelen bemasten bematten bemeesteren "
"bemensen bemerken bemesten bemeten bemeubelen bemiddelen bemillimeteren "
"beminde beminnen bemodderen bemoederen bemoedigen bemoeien bemoeilijken "
"bemonsteren bemorsen bemuren benaarstigen benadelen benaderen benadrukken "
"benagelen benamen benauwen bendelen benedijen beneficiëren benemen benen "
"benevelen bengelen benieuwen benijden benjispringen benne bennen benodigen "
"benoemen benutten beoefenen beogen beoliën beoordelen beoorlogen bepakken "
"bepalen bepantseren beparelen bepeinzen bepekken beperken bepikken bepissen "
"beplaasteren beplakken beplanken beplanten beplassen bepleisteren bepleiten "
"beploegen beplooien bepoederen bepoeieren bepoetelen bepolderen bepotelen "
"bepoten beppen bepraten bepreken beproeven beraadslagen beraden beramen "
"berapen berde berechten beredderen beredeneren beregenen bereiden bereiken "
"bereizen berekenen beren berennen berenten bergbeklimmen bergen berichten "
"beridderen berijden berijmen beringen berispen bermen beroemen beroepen "
"beroepsloopbaan beroepsvaart beroeren beroken berokkenen berouwen beroven "
"bersen bersten beruiken beruste berusten besanden besausen beschadigen "
"beschaduwen beschamen beschansen beschaven bescheiden beschenken bescheren "
"beschermen bescheuren beschieten beschijnen beschijten beschikken "
"beschilderen beschimmelen beschimpen beschoeien beschouwen beschreeuwen "
"beschreien beschrevene beschrijden beschrijven beschuimen beschuldigen "
"beschutten beseffen besjoechelen besjoemelen beslaan beslapen beslechten "
"beslijken beslissen besluipen besluiten besluitvormen besmeren besmetten "
"besmeuren besnaren besnedene besneeuwen besnijden besnoeien besnuffelen "
"besodemieteren besommen besonderen bespannen besparen bespatten bespelen "
"bespeuren bespieden bespiegelen bespijkeren bespikkelen bespioneren "
"bespitten bespoedigen bespoelen bespotten bespreken besprengen besprenkelen "
"bespringen besproeien bespuiten bespuwen bestampen besteden bestedingen "
"besteken bestelen bestellen bestemmen bestempelen bestendigen besterven "
"bestickerden bestickeren bestieren bestijgen bestikken bestippelen bestippen "
"bestoefen bestoelen bestoken bestoppen bestormen bestorten bestraffen "
"bestralen bestraten bestrijden bestrijken bestrooien bestuderen bestuiven "
"besturen bestverkopen besuikeren betalen betamen betasten betegelen "
"betekenen betekenisonderscheiden betelen betelkauwen betengelen beteren "
"beteugelen beteuterd betichten betijen betimmeren betingelen betitelen "
"betittelen betoelagen betogen betomen betonen betonnen betonneren "
"betonstorten betoveren betrachten betraliën betrappen betreden betreffen "
"betrekken betreuren betrouwen betten betuigen betuinen betuttelen "
"betwijfelen betwisten beugelen beugen beuken beulen beunen beunhazen "
"beurelen beuren beursnoteren beurzensnijden beuzelen bevangen bevaren "
"bevatten bevechten bevederde beveiligen bevelen beven bevestigen "
"bevindelijk-gereformeerde bevinden bevingeren bevissen bevitten bevlaggen "
"bevlekken bevleugelen bevliegen bevlijtigen bevloeien bevloeren bevochten "
"bevochtigen bevoegd bevoelen bevolken bevoogden bevoordelen bevoordeligen "
"bevoorraden bevoorrechten bevorderen bevrachten bevragen bevredigen "
"bevreemden bevriezen bevrijden bevroeden bevrouwen bevruchten bevuilen "
"bewaardgebleven bewaarheiden bewaken bewallen bewalmen bewandelen bewapenen "
"bewaren bewasemen bewassen bewateren bewegen bewegwijzeren beweiden bewenen "
"beweren bewerken bewerkstelligen bewesten bewieroken bewijzen bewilligen "
"bewimpelen bewolken bewonderen bewonen bezaaien bezagen bezakken bezanden "
"bezatten bezegelen bezegenen bezeiken bezeilen bezembinden bezemen bezen "
"bezeren bezetten bezeveren bezichtigen bezielen bezien bezigen bezighouden "
"bezingen bezinken bezinnen bezitten bezoden bezoedelen bezoeken bezolderen "
"bezoldigen bezomen bezondigen bezorgen bezuiden bezuinigen bezuipen bezuren "
"bezwadderen bezwalken bezwangeren bezwaren bezwendelen bezweren bezweten "
"bezwijken bezwijmen beëdigen beëindigden beëindigen beëndigen beërven "
"beïnkten beïnvloeden biatleet biatlon bibberen bidden biechten biechthoren "
"bieden biepen bierbrouwen bieten bieteren bietsen biezen big-end bigband "
"biggelen biggen bij-installeren bijbabbelen bijbellezen bijbenen "
"bijberekenen bijbestellen bijbetalen bijbeunen bijbinden bijblijven "
"bijboeken bijboeten bijbouwen bijbrassen bijbrengen bijbrokken bijbuigen "
"bijdoen bijdokken bijdraaien bijdragen bijdrukken bijeenbehoren bijeenbinden "
"bijeenblijven bijeenbrengen bijeendoen bijeendrijven bijeengaren "
"bijeengieten bijeengooien bijeenhalen bijeenhangen bijeenharken bijeenhouden "
"bijeenjagen bijeenkomen bijeenkruipen bijeenleggen bijeenlopen bijeenpakken "
"bijeenpersen bijeenplaatsen bijeenrapen bijeenrekenen bijeenroepen "
"bijeenscharrelen bijeenschrapen bijeensprokkelen bijeensteken bijeentellen "
"bijeentrekken bijeentrommelen bijeenvegen bijeenvloeien bijeenvoegen "
"bijeenwerpen bijeenzamelen bijeenzetten bijeenzijn bijeenzitten bijeenzoeken "
"bijeten bijfatsoeneren bijgaan bijgaand bijgeven bijgieten bijgooien "
"bijgroeien bijhakken bijhalen bijhangen bijharken bijhebben bijhelpen "
"bijhoren bijhouden bijinstalleren bijkletsen bijkleuren bijklussen "
"bijknippen bijkomen bijkopen bijkoppelen bijkrabbelen bijkrijgen bijladen "
"bijlappen bijleggen bijleren bijleveren bijlezen bijlichten bijliggen "
"bijlopen bijmaken bijmengen bijmesten bijmetselen bijnaaien bijnemen "
"bijpassen bijplaatsen bijpleisteren bijplekken bijpompen bijpraten bijpuimen "
"bijpunten bijregelen bijrekenen bijronden bijschaduwen bijschakelen "
"bijschaken bijschaven bijschenken bijscherpen bijschieten bijschijnen "
"bijschikken bijschilderen bijschoffelen bijscholen bijschrapen bijschrijven "
"bijschuiven bijschuren bijslapen bijslechten bijslepen bijsleuren bijslijpen "
"bijsloffen bijsluiten bijsmeden bijsmelten bijsmeren bijsnijden bijsnoeien "
"bijsnuiten bijspelen bijspijkeren bijsponsoren bijspringen bijsprinten "
"bijspuiten bijstaan bijsteken bijstellen bijstoken bijstoppen bijstorten "
"bijstoten bijstouwen bijstraten bijstrijken bijstuderen bijsturen bijtanken "
"bijtekenen bijtellen bijten bijtikken bijtinten bijtippen bijtomen "
"bijtrainen bijtrappen bijtreden bijtrekken bijtuigen bijvallen bijvegen "
"bijverdienen bijverven bijverzekeren bijvieren bijvijlen bijvloeien "
"bijvoeden bijvoederen bijvoegen bijvoeren bijvolgen bijvragen bijvullen "
"bijwerken bijwerpen bijwijzen bijwinnen bijwitten bijwonen bijzakken "
"bijzegelen bijzeggen bijzetten bijzitten bikkelen bikken biljarten biljoenen "
"billen billijken bimbammen binden bingoën binnenbellen binnenbreken "
"binnenbrengen binnendijken binnendoen binnendraaien binnendragen "
"binnendrentelen binnendrijven binnendringen binnendrommen binnendruppelen "
"binnenduiken binnenduwen binnenfietsen binnenfluiten binnengaan "
"binnengeraken binnenglijden binnenglippen binnengooien binnenhalen "
"binnenhollen binnenhouden binnenhuppelen binnenkachelen binnenkijken "
"binnenkomen binnenkoppen binnenkrijgen binnenkruipen binnenkunnen "
"binnenlaten binnenleiden binnenleveren binnenliepen binnenlokken "
"binnenloodsen binnenlopen binnennemen binnenpakken binnenpiepen binnenpompen "
"binnenpraten binnenraken binnenregenen binnenrennen binnenrijden "
"binnenrijven binnenroepen binnenrollen binnenrukken binnenschieten "
"binnenschrijden binnenschuifelen binnenschuiven binnensijpelen binnenslaan "
"binnensleeën binnenslepen binnensluipen binnensluizen binnensmokkelen "
"binnenspelen binnenspringen binnensprinten binnenstaan binnenstappen "
"binnensteken binnenstomen binnenstormden binnenstormen binnenstromen "
"binnenstrompelen binnenstuiken binnenstuiven binnensturen binnensukkelen "
"binnensurfen binnentikken binnentrappen binnentreden binnentrekken "
"binnenvallen binnenvaren binnenvliegen binnenvoeren binnenvragen "
"binnenwaaien binnenwandelen binnenwippen binnenzeilen binnenzetten "
"binnenzuigen binnenzwalpen binnenzwemmen binnenzweven biologeren bisdommen "
"bissen bisseren bitsen bitten bitteren bitumineren bivakkeren blaaskaken "
"blackjacken bladderen bladen bladeren bladlopen bladranden bladrozet "
"bladverliezend bladverliezende bladvlekkenziekte blaffen blaken blakeren "
"blameren blancheren blanketten blaren blasfemeren blaten blauw-zwart "
"blauwbekken blauwen blauwkoken blauwverven blauwzwart blazen bleeft bleiten "
"blekken blessen blesseren bleten blieken bliepen blieven blijken blijven "
"blikken blikkeren blikogen bliksemen bliktanden blinddoeken blinden "
"blinderen blindlopen blindschaken blindslaan blindstaren blindvaren "
"blindvliegen blinken blocken bloedbraken bloeddrukverlagende bloeden "
"bloedlozen bloedplassen bloedspuwen bloedstollende bloedvergieten "
"bloedwateren bloedzuigen bloeien bloemdekbladen bloemen bloemenmaken "
"bloemenschikken bloemschikken bloemschilderen bloesemen bloezen blokken "
"blokker blokkeren blokletteren blokrijden blokzeilen blonderen blootgeven "
"blootleggen blootliggen blootstaan blootstellen bloottrekken blootwoelen "
"bloten blotten blouwen blowen blozen blubberen bluffen blufpokeren blukken "
"blunderen blussen blutsen blèren blèten boarden bobbelen bobben bobberen "
"bobijnen bobsleeën bochelcicaden bodembewonen bodemen bodemjachtspinnen "
"bodemzakspinnen boedelen boefen boegseren boegsprietlopen boeien boekbinden "
"boekdrukken boeken boekenschrijven boekhouden boekstaven boelen boeleren "
"boemelen boenen boeren boerten boeten boetseren boezemen boezemfibrilleren "
"boffen boiseren bokjespringen bokjestaan bokken boksen bokspringen bokstaan "
"boktorren bolderen bollejagen bollen bolronde bolsteren bolwerken bom'en "
"bombarderen bomberen bomen bommelen bommen bonificeren bonjouren bonken "
"bonzen boobytrappen boodschappen booglassen boogschieten boombewonen "
"boomklimmen boomsnoeien boorden boordroeien boosten bootsen bordeauxrood "
"borden borduren borduursel boren borneren borrelen borstelen borstelmotten "
"borstelsteenvliegen borstzwemmen bosbewonen boshoen bosmuizen bosseleren "
"bossen bostonnen bostonneren bosvormen botaniseren boten boteren boterwegen "
"botkloppen botprikken botsen botsteken bottarga bottelen botten botvieren "
"bouderen bougeren bougisseren bouquet bouten bouwen bovenblijven "
"bovenbrengen bovendelen bovendrijven boveneinde bovengemiddelde "
"bovengistende bovenhalen bovenhouden bovenkaaksbeen bovenkomen bovenkopen "
"bovenkrijgen bovenlaten bovenleggen bovenliggen bovenspartelen bovenspitten "
"bowlen boxermotoren boycotten bozen braaien brabbelen brachii braden "
"brainstormen brainwashen brallen bramen branden brandmerken brandschatten "
"brandschilderen brandstichten brandstofverbruik brandweerpakken brandwerend "
"brandwerende braniën braseren brassen braveren bravouren breedgapen breeuwen "
"breidelen breiden breien breken brengen breuken brevetteren brevieren "
"bricoleren bridgen briefen briefscheuren briefwisselen briesen brieven "
"brijhappen brijnen brijzelen briljanteren brillen britsen brocheren "
"broddelen brodden broebelen broeden broedgelegenheid broedparen broeien "
"brokkelen brokken bromide brommen bronsgieten bronswespen bronzen bronzeren "
"broodbakken broodheren broodroven broodschilderen broodsnijden brootsen "
"brossen brouilleren brouwen bruien bruinen bruineren bruinzwart bruisen "
"brullen brunchen bruneren brushen brutaliseren bruteren bruuskeren bubbelen "
"budgetteren buffelen bufferen buideldieren buien buigen buikdansen buiken "
"buikschild buikspreken builen buismuggen buitelen buiten buitenbonjouren "
"buitendijken buitendragen buitendrijven buitenduwen buitenfietsen "
"buitenfluiten buitengaan buitenglijden buitengooien buitenhouden "
"buitenkijken buitenkomen buitenkruipen buitenkuisen buitenlaten buitenliggen "
"buitenliggende buitenlokken buitenlopen buitenomgaan buitenomspoelen "
"buitenrijden buitenroepen buitenschoppen buitenschrijden buitenschuiven "
"buitensjotten buitenslaan buitensleeën buitensluipen buitensluiten "
"buitensluizen buitensmijten buitensmokkelen buitenstaan buitenstappen "
"buitensteken buitenstomen buitenstormen buitenstromen buitenstrompelen "
"buitensukkelen buitensurfen buitentrappen buitenvaren buitenvliegen "
"buitenwerken buitenwerpen buitenzeilen buitenzetten buitenzweven "
"buitenzwieren buitmaken buizen bukken bulderen bulken bullshitten bulten "
"bumperrijden bundelen bungeejumpen bungeespringen bungelen bunkeren "
"bureaucratiseren buren burgemeestersambt burgeren burlen busselen bussen "
"buten butsen buurten bytecode bèta-onverzadigde cachetteren cadanceren "
"caféchaussen calciet calcineren calculeren callen calleren calqueren "
"camoufleren canard cancelen candidate canneleren canoniseren cantate "
"canvassen capitonneren capituleren capteren caramboleren carboniseren "
"carbureren carcinogeen carnavallen carpoolen cashen casseren casten "
"castigeren castreren catalogeren catalogiseren catchen catechiseren "
"categoriseren cateren cc'en cc-en cd'en cd-branden cederen celebreren cell "
"celspinnen cementen cementeren censeren censureren centeren centrale "
"centraliseren centreren centrifugeren certificeren certifiëren "
"chain-cum-belen chambreren changeren chanteren chaperonneren chargeren "
"charmeren charren charteren chassen chatten chaufferen chauffeuren cheaten "
"checken chef-staf chicaneren chinezen chippen chiptunen chloren chloreren "
"chloride chloroformeren chloroformiseren choken choqueren choreograferen "
"chromeren chronometreren cijferen cilinderinhoud circuleren cirkelen "
"ciseleren citeren civiliseren clade claimen classe classificeren clausuleren "
"claxonneren clicheren clublegende clusteren co-counselen co-produceren "
"coachen coaguleren coaten coderen codificeren cohabiteren coifferen "
"cokesnuiven colamerk collaberen collaboreren collationeren collecteren "
"collectioneren collectiviseren collideren collimeren colloceren colloqueren "
"colporteren combinen combineren comitaat commanderen commentariëren "
"commenteren commercialiseren committeren communiceren communiekleren "
"commuteren compareren compartimenteren compenseren competeren "
"competitiedebuut compileren complementeren completeren compliceren "
"complimenteren complotteren componeren componiste composteren compressen "
"compressoren comprimeren compromitteren computeren computeriseren comte "
"concelebreren concentreren concertante concerteren concertpianist "
"concertpianiste conciliëren concipiëren concluderen concorderen "
"concretiseren concrète concubinaat concurreren condensatoren condenseren "
"conditioneren condoleren confectioneren confedereren conferencen confereren "
"configureren confirmeren confisqueren confituurbokalen conflicteren "
"conformeren confronteren conglomereren conglutineren congresseren congrueren "
"conjugeren connecteren consacreren consecreren consenteren conserveren "
"considereren consigneren consolideren conspireren constateren constiperen "
"constitueren construeren consulteren consumeren consummeren contacteren "
"contamineren contenteren contesteren contextualiseren contingenteren "
"continueren contracteren contraheren contramineren contrariëren "
"contrasigneren contrasteren contraveniëren contribueren controleren "
"conveniëren convergent convergente convergeren converseren converteren "
"convoceren copiëren coproduceren copuleren coronoïde correctionaliseren "
"correleren correspondentieschaken corresponderen corrigeren corroderen "
"corrumperen corveeën couldn't counselen counteren countrydansen couperen "
"couturier coveren coëfficiënten coëxisteren coïncideren coïteren coöpereren "
"coöpteren coördineren cracken crashen crawlen crawlzwemmen crediteren "
"cremeren creneleren creosoteren creperen creveren creëren cricketen "
"criminaliseren croonen crossen crossrijden crowd cruisen crunchen culmineren "
"culpabiliseren cultiveren cumuleren cureren curetteren cursiveren cutten "
"cutteren cyanide cyclostyleren d'agoult d'albert d'alembert d'art d'arte "
"d'aspremont-lynden d'aspromonte d'assenede d'aubencourt d'eeckhoutte "
"d'eenhonderd d'erp d'este d'exaerde d'gen d'hoffschmidt d'hont d'hooghvorst "
"d'huart d'huysse d'izoard d'oeste d'oultremont d'rheen d'rna d'ruitlichten "
"d'urgell d'état d'étude daarlaten daarstellen daar\xadnaast dabben "
"dactyloscoperen dagdieven dagdromen dagen daggeren dagtekenen dagtocht "
"daguerreotyperen dagvaarden dagzomen dakdekken dalen dalven damasceren "
"damast damegambiet damesbobben damesondergoed damhert dammen dampen danken "
"dankgebed dankzeggen dansen danslessen darkride darmbeen darren dartelen "
"darten dartsen dassen daten dateren dauwen dauwslaan dauwtrappen daveren "
"dazen de deactiveren dealen deballoteren debarkeren debateren debatteren "
"debben debiliseren debiteren deblokkeren debrailleren debrayeren "
"debureaucratiseren debutante debuteren debuutseizoen decadedagen decalqueren "
"decanteren decarboxyleren decensureren decentraliseren dechargeren decideren "
"decimeren declameren declareren declasseren declineren decoderen "
"deconfessionaliseren decoreren decouperen decreteren decriminaliseren "
"decrypteren dedramatiseren deduceren deejayen deelnemen deemsteren deep "
"default defibrilleren defigureren defileren definiëren deflecteren "
"defloreren deformeren defragmenteren degenereren degouteren degraderen "
"degusteren dehydrateren dehydreren deilden deinen deinzen deizen dejeuneren "
"dekken dekwassen dekzand delegeren delen deleten delgen delibereren dell "
"dell'arte delokaliseren deltavliegen delven demagnetiseren demareren "
"demarqueren demarreren demaskeren dematerialiseren dementeren dementerenden "
"demilitariseren demineraliseren demobiliseren democratiseren demoniseren "
"demonstreren demonteren demoraliseren demotiveren dempen denationaliseren "
"denaturaliseren denatureren denderen denigreren denk- denke denken "
"denonceren denucleariseren denuderen denunciëren deodoriseren depaneren "
"depanneren depenaliseren dependeren depolariseren depolitiseren deponeren "
"deporteren depouilleren deppen depreciëren deprimeren deprivatiseren "
"depriveren deprogrammeren deprotoneren deputeren derailleren derangeren "
"derde dereguleren deren derogeren dertienhonderd derven desacraliseren "
"desapproberen desavoueren desemen desensibiliseren deserteren desespereren "
"designeren desillusioneren desinfecteren desintegreren desisteren "
"desolidariseren desorganiseren desoriënteren dessineren destabiliseren "
"destaliniseren destilleren destineren detacheren detailleren detecteren "
"detectoren determineren detineren detoneren deugen deuken deunen deuviken "
"devalueren devesteren deviëren devolgen deïnstalleren diaboliseren "
"diagnosticeren dialogeren dialogiseren dialyseren diamantkloven "
"diamantslijpen diamantzetten dichtbakeren dichtbebossen dichtbebouwde "
"dichtbijten dichtbinden dichtbouwen dichtbranden dichtdoen dichtdraaien "
"dichtdrukken dichtduwen dichten dichtgaan dichtgieten dichtgooien "
"dichtgroeien dichthalen dichthouden dichtkalken dichtklappen dichtklemmen "
"dichtknallen dichtknellen dichtknijpen dichtknippen dichtknopen dichtkrampen "
"dichtkuipen dichtlakken dichtlappen dichtlassen dichtleggen dichtlijmen "
"dichtlopen dichtmaken dichtmazen dichtmetselen dichtnaaien dichtnieten "
"dichtnijpen dichtpakken dichtpersen dichtplakken dichtplooien dichtreven "
"dichtritsen dichtrollen dichtschroeien dichtschroeven dichtschuiven "
"dichtslaan dichtslempen dichtslibben dichtsluiten dichtsmelten dichtsmijten "
"dichtsneeuwen dichtsnoeren dichtsolderen dichtspijkeren dichtspringen "
"dichtstoppen dichtstrijken dichttimmeren dichttrekken dichtvallen "
"dichtvouwen dichtvriezen dichtwerpen dichtzetten dichtzitten dicteren dienen "
"dienstdoen dienstweigeren diepdoen diepen diepgaan diepgravende dieppersen "
"dieptepeilen dieptrekken diepvriezen diepzeeduiken dierkunde dierven "
"dieselen dieseltreinstellen dieven diffameren differentiaalmeetkunde "
"differentiëren diffunderen diftongeren digereren diggelen digitaliseren "
"digivolven digte dijen dijken dikdrukken dikke dikken dikkopmotten dilateren "
"dimensioneren dimeriseren dimmen dineren dingen dingesen dinobreindenken "
"diplomeren diploïde dipoolmoment dippen dirigeren dirken disciplineren "
"discobowlen disconteren discoskaten discoën discrediteren discrimineren "
"disculperen discussiëren discuswerpen discuteren disfunctioneren "
"disharmoniëren diskrediteren diskwalificeren disloqueren dispenseren "
"displayen disponeren disputeren disselen dissen dissidente dissiperen "
"dissociëren dissoneren distantiëren distilleren distingeren distribueren "
"divergeren diversificeren diversifiëren diverteren dividendstrippen "
"divideren diëten dobbelen dobberen doceren doctoraalexamen doctoreren "
"documenteren doddelen doden dodijnen doedelen doeken doelen doelgericht "
"doelpunten doemdenken doemelen doemen doempen doen doezelen doffelen doffen "
"dogmatiseren dokken dokkeren dokteren doktersrecept doldraaien dolen doleren "
"dollen domen domesticeren domiciliëren domineren dominion dominomotten "
"dominoën dommelen dompelen dompen donderen donderjagen donderstenen "
"donderstralen doneren donkeren donkergekleurd donkergekleurde donkergroen "
"doodbijten doodblijven doodbliksemen doodbloeden doodblussen doodbranden "
"doodcijferen dooddelen dooddoen dooddrinken dooddrukken doodduwen "
"doodergeren doodeten doodfluiten doodfolteren doodgaan doodgooien "
"doodhongeren doodjagen doodjakkeren doodkloppen doodknallen doodkniezen "
"doodknijpen doodknuffelen doodknuppelen doodkrabben doodkraken doodlachen "
"doodleggen doodliggen doodlopen doodmaken doodmalen doodmartelen doodniezen "
"doodnijpen doodpraten doodprijzen doodranselen doodredeneren doodrijden "
"doodroeien doodsbenauwd doodschamen doodschieten doodschilderen doodschoppen "
"doodschransen doodschrikken doodslaan doodsmakken doodsmijten doodsnoeien "
"doodspelen doodspuiten doodstampen doodstaren doodsteken doodtrappen "
"doodvallen doodvechten doodverklaren doodverven doodverwennen doodvissen "
"doodvliegen doodvreten doodvriezen doodwaaien doodwerken doodwringen "
"doodzeilen doodzitten doodzuipen doodzweten doodzwijgen dooien doopsgezind "
"doopsgezinde doorademen dooraderen doorbabbelen doorbarsten doorbellen "
"doorbenen doorberekenen doorbersten doorbesteden doorbetalen doorbeuken "
"doorbeuzelen doorbidden doorbijten doorbladeren doorblazen doorblinken "
"doorbloeden doorbloeien doorblokken doorboeksen doorbollen doorbomen "
"doorborduren doorboren doorbouwen doorbranden doorbrassen doorbreken "
"doorbrengen doorbriefen doorbrieven doorbuigen doorcomponeren doordansen "
"doordekken doordelegeren doordelen doordenken doordienen doordoen doordouwen "
"doordraaien doordragen doordrammen doordraven doordreggen doordrenken "
"doordreunen doordrijven doordringen doordrinken doordromen doordruipen "
"doordrukken doorduren doorduwen doorebben dooreengaan dooreengooien "
"dooreengroeien dooreenhaspelen dooreenjagen dooreenkneden dooreenknoeien "
"dooreenkoken dooreenlopen dooreenmengen dooreenroeren dooreenschudden "
"dooreenschuiven dooreenslaan dooreensmelten dooreensmijten dooreenstrooien "
"dooreenvaren dooreenvlechten dooreenvliegen dooreenvloeien dooreenwarren "
"dooreenwerken dooreenwerpen dooreenwoelen dooremmeren dooreten doorexerceren "
"doorfaxen doorfeesten doorfietsen doorfilosoferen doorfilteren doorfokken "
"doorfourneren doorgaan doorgeleiden doorgelinkt doorgeven doorgieren "
"doorgieten doorglijden doorglimmen doorglinsteren doorglippen doorgloeien "
"doorgooien doorgraven doorgroeien doorgroeven doorgronden doorhakken "
"doorhalen doorhangen doorhebben doorhelpen doorhollen doorhooien doorhouden "
"doorhouwen doorhuppelen doorijlen doorijzen doorjagen doorjakkeren "
"doorjassen doorkaaien doorkabbelen doorkabelen doorkallen doorkankeren "
"doorkappen doorkarren doorkassen doorkauwen doorkerven doorkiezen doorkijken "
"doorkladden doorkletsen doorklieven doorklikken doorklinken doorklodderen "
"doorkloppen doorklutsen doorknabbelen doorknagen doorknauwen doorkneden "
"doorknijpen doorknikken doorknippen doorkoken doorkomen doorkoppen "
"doorkrabbelen doorkrabben doorkrassen doorkrijgen doorkruiden doorkruipen "
"doorkruisen doorkuieren doorkwellen doorladen doorlappen doorlassen "
"doorlaten doorleggen doorlekken doorleren doorleven doorleveren doorlezen "
"doorlichten doorliggen doorloodsen doorlooien doorlopen doorluchten "
"doorlullen doormaaien doormaffen doormailen doormaken doormalen "
"doormarcheren doormengen doormeten doormodderen doornaaien doornagelen "
"doornemen doorneuzen doornijpen doornsprinkhanen doornummeren "
"doorontwikkelde doorontwikkelen doorontzanden doorpakken doorpassageren "
"doorpassen doorpeinzen doorpennen doorpersen doorpeuteren doorpeuzelen "
"doorpiepen doorpikken doorploegen doorploeteren doorpluizen doorpraat "
"doorpraten doorpriemen doorprikken doorprocederen doorpsychologiseren "
"doorrammelen doorrammen doorratelen doorrazen doorredeneren doorregen "
"doorregenen doorregeren doorreizen doorrekenen doorrennen doorrijden "
"doorrijgen doorrijpen doorroeien doorroeren doorroesten doorroken doorrollen "
"doorrommelen doorrotten doorruisen doorrukken doorschaatsen doorschakelen "
"doorschaken doorschemeren doorschepen doorscheuren doorschieten doorschijnen "
"doorschokken doorschoppen doorschouwen doorschrappen doorschrijven "
"doorschudden doorschuiven doorschulpen doorschuren doorschutten doorseinen "
"doorsiepelen doorsieperen doorsijpelen doorslaan doorslaggeven doorslapen "
"doorslenteren doorslepen doorslijpen doorslijten doorslikken doorslingeren "
"doorslippen doorslokken doorsluipen doorsluizen doorsmaken doorsmelten "
"doorsmeren doorsmeulen doorsmokkelen doorsneed doorsneeuwen doorsnellen "
"doorsnijden doorsnotteren doorsnuffelen doorsolliciteren doorsparen "
"doorspartelen doorspekken doorspelen doorspeuren doorspijkerd doorspitten "
"doorsplijten doorspoelen doorsporen doorspreken doorspringen doorspuien "
"doorspuiten doorstaan doorstappen doorstarten doorsteken doorstevenen "
"doorstikken doorstomen doorstorten doorstoten doorstoven doorstralen "
"doorstrepen doorstrijden doorstrijken doorstromen doorstrompelen "
"doorstuderen doorstuiven doorsturen doorsudderen doorsukkelen doortanken "
"doortasten doortekenen doortellen doortikken doortimmeren doortintelen "
"doortobben doortochten doortornen doortranen doortrappen doortreinen "
"doortrekken doortrillen doorvallen doorvaren doorvechten doorvegen "
"doorverbinden doorverdienen doorverhuren doorverkopen doorvertalen "
"doorvertellen doorverwijzen doorveteren doorvlakken doorvlammen doorvlechten "
"doorvliegen doorvlijmen doorvloeien doorvoelen doorvoeren doorvorsen "
"doorvouwen doorvragen doorvreten doorvriezen doorvuren doorwaaien doorwaden "
"doorwaken doorwandelen doorwarmen doorwasemen doorwassen doorwateren "
"doorwegen doorweken doorwenen doorwerken doorweven doorwinteren doorwoekeren "
"doorwoelen doorwonden doorworstelen doorwrijven doorwringen doorwroeten "
"doorwurmen doorzagen doorzakken doorzeilen doorzenden doorzetten doorzeuren "
"doorzeven doorzieken doorzien doorziften doorzijgen doorzijpelen doorzingen "
"doorzinken doorzitten doorzoeken doorzuipen doorzwelgen doorzwemmen "
"doorzweren doorzwerven doorzweten doorzweven doorzwiepen doorzwieren "
"doorzwikken doorzwoegen dooën dopen doppen dora-afstuderen dorpsgezicht "
"dorpswapen dorren dorsen dorsten doseren dossen doteren dotteren doubleren "
"douchen douwen doven downloaden draadsnijden draadtrekken draadwormslangen "
"draagraket draagvermogen draaien draaistellen draaksteken draden dragen "
"draggen draineren dralen dramatiseren dramaën drammen draperen drasland "
"draven dreggen dreigen dreinen drempeldiepte drenken drentelen drenzen "
"dressen dresseren dretsen dreunen dreutelen drevelen dribbelen driebanden "
"driegen driekwartsmaat driften drijven drillen dringen drinken droedelen "
"drogen drogeren dromen drommen droogbakken droogdeppen droogetsen "
"drooghouden droogkuisen droogleggen drooglopen droogmaken droogmalen "
"droogneuken droogpersen droogpoetsen droogpruimen droogreinigen droogscheren "
"droogschuren droogskiën droogslijpen droogspinnen droogstaan droogstappen "
"droogstoken droogvallen droogvliegen droogwrijven droogzetten droogzwemmen "
"droogzwieren droomrijden droppelen droppen drossaard drossen drozen druilen "
"druiloren druipen druipstaarten druisen druivenlezen druiventreden drukken "
"drullen drummen druppelen druppen dtp'en duatlete dubbelen dubbelgelede "
"dubbelklappen dubbelnummeren dubbelplooien dubbelprijzen dubbelprinten "
"dubbelslaan dubbelveren dubbelvouwen dubbelzien dubben dubioën duchten "
"duelleren duffelen duiden duikelen duiken duimen duimendraaien duimzuigen "
"duisteren duivelen duizelen duizenden dulden dumpen dunken dunnen dunslijten "
"duperen dupliceren duren durven dutten duvelen duveljagen duwen dwalen "
"dwangvoeden dwarrelen dwarsbomen dwarsdrijven dwarsen dwarsliggen "
"dwarszitten dweilen dwepen dwerggaasvliegen dwergmineermotten "
"dwergspektorren dwergwerpen dwingen dynamiteren démocrate e-mailen "
"ebaucheren ebben ecarteren echelonneren echoën echtbreken echten eclipseren "
"economiseren eczemen edde edelhert editen eekschillen eenendertigen "
"eenentwintigen eenmaken eenrichtingsdoceren eens eenvijven eerbiedigen "
"eerstbekende eerste-orde eerstgenoemde eesten effectueren effenen egaliseren "
"eggen egotrippen eiereneten eierleggen eierlevendbarend eiertikken eigenen "
"eikschillen eilandhoppen einden eindigen eindigheid eirond eisen ejaculeren "
"elastieken elastiekspringen elektrificeren elektriseren elektrocuteren "
"elektrolyseren elektrolyt elektronenstuwen elektronenzuigen elideren "
"elimineren emailleren emanciperen emaneren emballeren embarkeren embêteren "
"emenderen emigreren emitteren emmen emmeren emotioneren empoweren emuleren "
"emulgeren emulsiereinigen encadreren encanailleren encoderen enden "
"endosseren enerveren engageren enkelgelede enquêteren enregistreren "
"ensceneren ensemblewaarde ensemblewaarden entameren enten enteren "
"entertainen enthousiasmeren entomoloog entraineren enveloppen epateren "
"epileren equiperen eraankomen erachten erbarmen erekoord erelid eren "
"ereteken ereveld ergeren eringooien erkennen erlangen eroderen eropvolgende "
"erotiseren eruitkoppen eruitlichten eruitzetten eruitzien ervaren erven "
"ervoor escaleren escamoteren escorteren essaaieren essayeren estafetteploeg "
"etablisseren etaleren eten etiketteren etsen ette etten etteren "
"etymologiseren europeaniseren euten euthanaseren eutroof evacueren evalueren "
"evangeliseren evaporeren evenaren evenen eventueel evenzogoed evoceren "
"evolueren evoqueren ewwen exagereren exalteren examenvragen examineren "
"excelleren excerperen exciteren exclameren excommuniceren excommuniëren "
"excuseren executeren exerceren exhaleren exhiberen existeren exorciseren "
"expanderen expatriëren expediëren experimenteren expireren expliceren "
"expliciteren expliqueren exploderen exploiteren exploreren exponeren "
"exporteren exposeren extensiveren extirperen extraheren extrapoleren ezelen "
"fabelen fabricaat fabriceren fabrieken fabrikeren fabuleren faceliften "
"faciliteren factureren faden failleren faken fakkelen falen falsificeren "
"falsifiëren familiariseren fanfareorkest fantaseren farceren fascineren "
"faseren fatsoeneren favoriseren faxen fazantachtigen feat fecit "
"federaliseren federeren feesten feestvieren feilen felen felgekleurd "
"feliciteren fellow felrood felsen femelen feppen fermenteren festonneren "
"feuilleteren fezelen fiatteren fibrilleren ficheren fide fiedelen fielden "
"fierljeppen fietsen fietsenrennen fietsrijden figgelen figulieren figureren "
"figuurrijden figuurzagen figuurzwemmen fijfelen fijnbijten fijnhakken "
"fijnkappen fijnkauwen fijnknijpen fijnmaken fijnmalen fijnscherven fijnslaan "
"fijnsnijden fijnspinnen fijnstampen fijnstompen fijnstoten fijntrappen "
"fijnwrijven fikfakken fikken fiksen fileparkeren fileren filerijden "
"filharmoniske filmcomponist filmen filmmaken filmproducente filmwerk "
"filosoferen filteren filtreren finaleronde finaliseren financieren "
"financiëren fineren fingeren finishen fitnessen fitten fixen fixeren "
"flabberen fladderen flagelleren flakkeren flamberen flaneren flankeren "
"flansen flappen flapperen flashen flateren flatteren flauwekullen flauwen "
"flauwvallen flecteren flemen flensen flenzen fleppen fleren flessen fleuren "
"flexibiliseren flexwerken flierefluiten flikflooien flikken flikkeren "
"flippen flipperen flipperkasten flirten flitsen flocculeren flodderen "
"floepen flonkeren floppen floreren floret flossen floteren flotteren "
"fluctueren fluimen fluisteren fluiten fluitist flunken fluoreren "
"fluoresceren fluoride fluorideren fluïdiseren flyeren fnuiken focaliseren "
"focussen focusseren foefelen foeliën foerageren foerieren foetelen foeteren "
"foezelen fokken fold folen foliën foliëren follikelstimuleren folteren "
"fomenteren fompen fonderen fonduen fonkelen fonteinkruid foppen forceren "
"forces-akkoord forenzen formaliseren formateren formatiekraken "
"formatievliegen formatteren formeren formuleren forsgebouwd forte "
"fortificeren forwarden fosforesceren fosforyleren fossielhoudende "
"fossiliseren fotograferen fotokopiëren fotozetten fouilleren fourneren "
"foutparkeren foxtrotten fractioneren fragmentariseren fragmenteren frankeren "
"fransen frapperen fraseren fraterniseren frauderen frazelen freaken "
"freelancen freestylen freestyleskiën freewheelen frequenteren "
"frescoschilderen fretten frezen frictioneren friemelen frijnen frisbeeën "
"friseren frissen frituren froisseren frommelen fronderen fronselen fronsen "
"frotten frotteren fructifiëren fruiten frullen frummelen frunniken "
"frustreren frutselen frutte frutten fröbelen ftp'en fuifroeien fuiken fuiven "
"fulmineren fumigeren functioneren funderen fungeren fuseren fusilleren "
"fusioneren futselen fysioloog fêteren föhnen gaaibollen gaaischieten gaan "
"gaarstoken gaasvliegen gabberen gadeslaan gaffelen gaggelen gakken gakkeren "
"galbraken galgenveld gallen galmen galonneren galopperen galvaniseren "
"gambiet gamen gametofyt gank ganneven gansknuppelen gansrijden ganssabelen "
"gansslaan ganstrekken ganzenborden gapen gappen garanderen garen gareren "
"garneren garnieren garven gaslaan gassen gasten gasteren gasveld gaten "
"gatlikken gaufreren gazen geaccidenteerd geaccidenteerde gearabiseerde "
"gearmd gebaren gebeteren gebeuren gebieden geblondeerde gebochelde "
"geboortegewicht gebraggen gebromeerde gebruggen gebruiken gebruikmaken "
"gebruikmakend gebuurt gecarteleerde gecomplementeerd gecontraïndiceerd "
"gedachtelezen gedansen gedenazificeerde gedenken gedeutereerde gedijen "
"gedingen gediversifieerde gedogen gedraft geel-rode geel-zwart geeletsen "
"geelgekleurde geelgerande geelgieten geelwitte geesten geestverruimende "
"geeuwen gefaalde gefictionaliseerde gefosforyleerde gegen geheel "
"geheimhouden gehengen geherintroduceerd geheugenschaken gehistorieerde "
"gehoornde gehoorzamen gehumeurd gehydrolyseerd geien geilen geinen "
"geintroduceerd gekamerde gekanteelde gekaramelliseerde gekerfde gekken gekko "
"gekraagde gekroesde gekscheren gekunstelde gekwantiseerde gekwetste gelagerd "
"gelagerde gelasten gelden geldschieten geldsnoeien geleased geleasede "
"geleiden geleidingsvermogen gelen geleren gelicenseerde gelicentieerd "
"gelieven gelift gelijkberechten gelijkberechtigd gelijkblijven gelijkbreien "
"gelijken gelijkgaan gelijkgezinde gelijkkloppen gelijkknippen gelijkkomen "
"gelijkleggen gelijkliggen gelijklopen gelijkluidend gelijkluidende "
"gelijkmaakt gelijkmaken gelijknamige gelijkopgaan gelijkrichten gelijkrijden "
"gelijkrollen gelijkschakelen gelijkscharen gelijkschaven gelijkscheren "
"gelijkslaan gelijkslijpen gelijksnijden gelijkspelen gelijkstaan "
"gelijkstampen gelijksteken gelijkstellen gelijkstemmen gelijkstoten "
"gelijkstroom gelijktrekken gelijkvaren gelijkverdelen gelijkvijlen "
"gelijkwerken gelijkzetten gelijkzweven geloven geluiddicht geluidsdicht "
"gelukken gelukwensen gemeentearchitect gemeentecode gemeentewapen "
"gemidgetgolven genaald genaemen genaken genamen generaliseren generen "
"genereren generfd generlei geneste genieten genoegen genoemden genogrammen "
"genotteren genrestukken gentknuppelen gentrijden gentsabelen gentslaan "
"geofyt geoogde geoord geoorde geoorloofde geparametriseerd geparametriseerde "
"gepermanente gepersonaliseerde gepivoteerde geplaatste gepneumatiseerd "
"gepneumatiseerde gepolymeriseerd geport gepotdekselde gepouled gepromulgeerd "
"geprononceerd geprononceerde geprotoneerde geraken gerecycleerde "
"gereedhangen gereedhouden gereedkomen gereedleggen gereedliggen gereedmaken "
"gereedstaan gereedzetten gerelateerde gereleased geremasterde geremixte "
"geren gerieven geringachten geringschatten germaniseren gerokken geronnen "
"geroteerde geruchtmakend geruststellen geschenken geschiede geschieden "
"geschilderen gescout gesculpteerde geselen gesikkerd gesinterde "
"geslachtsaanpassen geslachtsveranderen gesnater gesnavelen gespen gespiest "
"gespiraliseerde gesteggeld gesticuleren gestucte gesubduceerde "
"gethematiseerde getoogde getransporteerde getroosten getruct getuigen "
"getypecast geuren gevangenhouden gevangenmaken gevangennemen gevangenzetten "
"gevangenzitten gevechtspiloot geveerde geven gevoelen gevoelswereld gevorkt "
"gevragen gewaardigen gewaarworden gewagen gewat geweerschieten gewennen "
"gewervelden gewesen gewichtheffen gewichtwerpen gewiekst gewimperd "
"gewimperde gewinnen gezaghebbend gezalfde gezeggen gezichtsbepalend geziene "
"gezinde gezochte gezondbidden geëmotioneerde geïncubeerd geïnfecteerden "
"geïnhibeerd geïnnerveerd geüpgraded geüpload gidsen giebelen giechelen "
"giegagen gieren gierzwaluwen gieten gietwielen gijlen gijnen gijpen gijzelen "
"gillen ginnegappen gipsbranden gipsen girafrijden gireren girotellen gispen "
"gissen gisten gitarissen glaceren gladboenen gladborstelen gladden "
"gladhameren gladkammen gladmaaien gladmaken gladplooien gladschaven "
"gladscheren gladschuren gladslaan gladslijpen gladstrijken gladvegen "
"gladvijlen gladwrijven glanzen glarieogen glariën glas-in-loodramen "
"glasblazen glasetsen glasscherf glasschrijven glasslijpen glassnijden "
"glasvezelversterken glazenmaken glazuren gletsjerwandelen glibberen glijden "
"glimlachen glimmen glimwormen glinsteren glippen glipperen glissen "
"glittermotten globaliseren gloeien gloeiendheet glooien gloren gloriëren "
"glosseren gluipen glunderen gluren gluurogen glycoside gniffelen gnuiven "
"gocarten godenbeelden goed goedachten goedbewaren goeddoen goeddunken "
"goedemorgenzeggen goeden goedenacht goedenachtkussen goedenachtzeggen "
"goedendagzeggen goedhouden goedkeuren goedleggen goedmaken goedpraten "
"goedrekenen goedschrijven goedspreken goedvinden gokken golfen golfslijpen "
"golfspelen golfsurfen golftoernooien golven gommen gondelen gonzen goochelen "
"gooien gorden gorgelen gorren gorzen goudborduren gouddraadtrekken "
"goudglanzen goudspinnen goudtrekken gourmetten gouteren gouverneren graaien "
"grabbelen graderen gradueren graeciseren grafveld granen granuleren "
"grapjassen grappen grasduinen grasgroen grasmaaien grasmineermotten "
"grasmotten grasseren gratificeren gratifiëren gratineren gratiëren grauwen "
"graven graveren graviteren grazen greinen greineren grendelen "
"grensoverschrijdende grensschieten grenzen greppelen greppen grienen grieven "
"griezelen griffelen griffen grijnen grijnslachen grijnzen grijpen grijsbruin "
"grijsdraaien grijsrijden grijswitte grijzen grillen grilleren grimassen "
"grimeren grimlachen grimmen grinden grinniken grinten grissen groeien "
"groen-wit groenblijvend groenen groenlopen groenmaken groepdraaien groepen "
"groeperen groepshoofd groeten grofspinnen grollen grommelen grommen gronden "
"grondhaaien grondverven grondvesten grondvlakken grondwetgevende grondzeiler "
"grootbrengen grootdoen groote groothouden grootmaken grootseminarie "
"grootspreken grootvleugeligen grosseren grossieren grotetochtenrijden "
"grottensprinkhanen große gruizelen gruizen grutten gruwelen gruwen gsm'en "
"guiden guillocheren guillotineren gulpen gummen gunnen gutsen gymmen "
"gymnastiseren gård haaien haareten haargolven haarkappen haarklieven "
"haarkloven haarknippen haarplukken haarsnijden haarwassen haasten haasvreten "
"habiliteren hachelen hacken hagelen hagelschieten hagen haken hakenkruisen "
"hakkelen hakken hakketakken hakketeren hakselen haktakken halen halfacht "
"halfgeleiden halfronde halfsluiten halftien hallen hallucineren halogeneren "
"halsschild halsteren halteren halucineren halveren halvezolen halzen hameren "
"hamerslingeren hamerwerpen hamsteren handballen handbediende handboeien "
"handeldrijven handelen handelsrekenen handen handenwringen handgeschakelde "
"handgiften handgranaatwerpen handhaven handicappen handjeklappen handkijken "
"handlezen handmaken handmelken handopsteken handsmeden handspinnen "
"handstoppen handtekenen handvergulden handwerken handweven handzetten "
"handzingen hangaritem hangen hangmatspinnen hangvliegen hannesen hanteren "
"haperen haploïde happen hardcourtbanen harddraven hardebollen harden "
"hardgekookt hardlopen hardmaken hardrennen hardrijden hardroeien "
"hardsolderen hardvallen hardzeilen hardzwemmen haren haringkaken "
"haringspeten harken harmonischen harmoniseren harmoniëren harnassen harpen "
"harpiste harpoeneren harpuizen harrewarren harsen hartenjagen hartjesjagen "
"hartschild hasjroken haspelen hassebassen haten havenen havezate "
"havikachtigen hazelwormen hd-dvd headbangen hebben hecate hechten "
"hectograferen heef heenbidden heenblazen heenbrachten heenbranden "
"heenbrengen heenbrengt heendingessen heendragen heendraven heendrijven "
"heenfietsen heengaan heenglijden heenkeuvelen heenkomen heenleiden heenlezen "
"heenlopen heenreizen heenrennen heenrijden heenslinken heensluipen "
"heensnellen heenspoeden heenstappen heentijgen heentrekken heenvaren "
"heenvlieden heenvliegen heenvlieten heenvloeien heenvluchten heenvoeren "
"heenwerpen heenwijzen heenzenden heerlijkheidswapen heersen heetlopen heffen "
"heidegrond heideveld heidevelden heien heiligdomsvaart heiligen "
"heiligenbeelden heiligverklaren heinen heisteren hekelen hekken heksen "
"helderen heldergroen helderrood helderziende helen heliograferen hellen "
"helleniseren helmteken helpen hemelen hemmen hengelen hengsen hengsten "
"hennen heraanleggen heraanstellen heractiveren herademen herbebossen "
"herbeginnen herbegraven herbehangen herbekijken herbeleven herbenoemen "
"herberekenen herbergen herbeschrijven herbestemmen herbevestigde "
"herbevestigen herbevolkt herbewapenen herbezinnen herboren herbouwen "
"herbronnen herbruiken hercomponeren herdefinieerde herdefiniëren herdenken "
"herdijkt herdoen herdopen herdraaien herdrukken herenen herenigen "
"herexamineren herformatteren herformuleren herfstkampioen hergebruiken "
"hergeven hergroeperen herhalen herijken herindelen herindijken herinneren "
"herinrichten herinstalleren herinterpreteren herintreden herintroduceren "
"herinvoeren herkansen herkapitaliseren herkauwen herkennen herkeuren "
"herkiezen herkrijgen herladen herleggen herleiden herleven herlezen hermaken "
"hermunten hernemen hernieuwen hernoemen hernummeren heronderzoeken "
"herontdekken herontginnen herontwikkeld herontwikkelen herontworpen "
"heropbouwen heropdoen heropenen heropgericht heropladen heropleven "
"heropnemen heroprichten heropstarten heropvissen heropvoeden heropvoeren "
"herorganiseren heroriënteren heroveren heroverwegen herpakken herplaatsen "
"herpositioneren herproduceren herprogrammeren herpubliceren herrekenen "
"herrijzen herroepen herschatten herscheppen herschikken herschilderen "
"herscholen herschrijven hersenspoelen hersmeden herspelen herspellen "
"herstart herstarten herstellen herstemmen herstructureren herstuderen "
"hertalen hertekende hertekenen hertellen hertikken hertrouwen heruitbrengen "
"heruitgeven heruitrusten heruitvinden heruitzenden hervallen hervatten "
"herverdelen herverkavelen herverkiezen hervertellen herverzekeren hervinden "
"hervormen hervullen herwaarderen herwerken herwinnen herzeggen herzien heten "
"heuen heugen heulen heupwiegen hevelen hielen hielenlikken hieropvolgende "
"hieuwen high-end hijgen hijsen hikken hinderen hink-stap-springen "
"hink-stapspringen hinkelen hinkelenpinkelen hinkelstappen hinken hinkepinken "
"hinkstapspringen hinniken hinsen hinten hippelen hippen hippolyte "
"historiseren hitsen hitteschild hobbelen hockeyen hoeden hoekbanden hoeken "
"hoen hoepelen hoeren hoerenlopen hoereren hoesten hoetelen hoeven hofstede "
"hogen hogerwallen hogeschoolrijden hokken holesbaan hollen homogeniseren "
"homologeren homoloog hompelen honen hongeren hongerstaken honkballen "
"honkbaltrainen honken honklopen honoreren hoofdbreken hoofdrekenen "
"hoofdschudden hoofdvakdocent hoofdwapen hoogachten hoogbejaard hoogdraaien "
"hooggeplaatst hooghouden hoogmalen hoogontwikkelde hoogoplopend "
"hoogoplopende hoogschatten hoogspringen hoogveen hoogvlakte hooidorsen "
"hooien hooiland hooiruiteren hoorndraaien hoornist hoorspelen hopen hoppen "
"hopsen hordelopen horden horen horlogemaken horoscooptrekken horse horsten "
"horten hospitaliseren hospiteren hossebossen hosselen hossen hosten hotsen "
"hotten houden housedansen houtbranden houtdraaien houtgieten houthakken "
"houtsnijden houtverwerken houtvlotten houwen hoven hovenieren hozen "
"huichelen huiden huidige huidvetten huilebalken huilen huisartsgeneeskunde "
"huiscomponist huishouden huisorde huisvesten huisvrouwen huiven huiveren "
"huizen hukken huldigen hullen hulpmotoren hulpverlenen hulpverlenend "
"humaniseren humiliëren hummen hunebed hunkeren hunnen huppelen huppen hupsen "
"huren hurken husselen hutseklutsen hutselen hutsen huwelijken huwen "
"hybridiseren hydrateren hydreren hydrochloride hydrogeneren hydrolyseren "
"hydroxide hypen hyperboliseren hyperventileren hypnotiseren hypostaseren "
"hypothekeren høken høkken iaën icq'en idealiseren identificeren "
"ideologiseren ignoreren ijken ijlen ijsberen ijsdansen ijskabeljauwen "
"ijskristallen ijssurfen ijveren ijzelen ijzen ijzerdraadtrekken ijzerhoudend "
"ijzerhoudende ijzingwekkend illumineren illusioneren illustreren imagineren "
"imiteren imkeren immanent immatriculeren immigreren immobiliseren "
"immuniseren impediëren implanteren implementeren impliceren imploderen "
"imponeren importeren impregneren improviseren imputeren inactief inactiveren "
"inademen inakkeren inasemen inaugureren inbakenen inbakeren inbakken "
"inbannen inbedden inbeelden inbegrijpen inbeitelen inbellen inberekenen "
"inbesteden inbetonneren inbeuken inbeuren inbijten inbikken inbinden "
"inblazen inblijven inblikken inbliksemen inboeken inboeren inboeten "
"inboezemen inbomen inbonzen inboren inborstelen inbossen inboteren inbotsen "
"inbotten inbouwen inbouwmotoren inbraden inbranden inbrassen inbreien "
"inbreken inbrengen inbrokkelen inbrokken inbuigen inburgeren inbusselen "
"incalculeren incarneren incasseren inchecken inclineren includeren "
"incommoderen inconveniëren incorporeren incorrecte incrementeren "
"incrimineren incrusteren incrypteren inculperen indagen indalen indammen "
"indampen indansen indekken indelen indelven indemniseren indenken indeuken "
"indexeren indiceren indienen indiepen indijken indikken individualiseren "
"indoctrineren indoen indokken indommelen indompelen indonderen "
"indoorkampioen indoorrecord indoorseizoen indoorskiën indopen indosseren "
"indouwen indraaien indragen indrammen indraven indreunen indrijven indrillen "
"indringen indrinken indrogen indroppelen indroppen indruisen indrukken "
"indruppelen indruppen indubben induceren induffelen induiken indunnen "
"industrialiseren indutten induwen indweilen ineenbrengen ineenbuigen "
"ineendraaien ineendrijven ineendringen ineendrukken ineenduiken ineenflansen "
"ineenflikken ineenfoefelen ineenfrommelen ineengedoken ineengrijpen "
"ineengroeien ineenklemmen ineenklinken ineenknijpen ineenkoeken ineenkrimpen "
"ineenkronkelen ineenkruipen ineenlopen ineenpassen ineenpersen ineenrollen "
"ineenschieten ineenschroeven ineenschrompelen ineenschuiven ineenslaan "
"ineensluiten ineensmelten ineenstaan ineenstampen ineensteken ineenstorten "
"ineenstoten ineenstrengelen ineenstuiken ineenvlechten ineenvloeien "
"ineenvoegen ineenvouwen ineenwassen ineenwerken ineenwikkelen ineenwinden "
"ineenwrijven ineenwringen ineenzakken ineenzeilen ineenzetten ineenzinken "
"ineenzitten ineggen inenten ineten inetsen inetteren infaden infante "
"infanterist infantiliseren infecteren infereren infesteren infiltreren "
"inflecteren inflikken inflodderen influenceren influisteren infokken "
"informatieverwerkend informeren infraorde infrotten infrutten ingaan "
"ingasten ingeven ingieten inglijden inglippen ingluren ingooien ingraven "
"ingraveren ingriffelen ingriffen ingrijpen ingroeien ingroeven inhagelen "
"inhaken inhakken inhalen inhaleren inhameren inhangen inhebben inhechten "
"inheien inhengsten inhiberen inhoeken inhouden inhouwen inhuizen inhuldigen "
"inhullen inhuppelen inhuren inhuwen inijzen ininkten initialiseren initiëren "
"injagen injassen injecteren injiciëren inkaderen inkakken inkalenderen "
"inkalven inkankeren inkanten inkappen inkapselen inkassen inkavelen "
"inkegelen inkeilen inkelderen inkepen inkeren inkerven inkiezen inkijken "
"inkisten inklampen inklappen inklaren inklauteren inkleden inklemmen "
"inkleppen inkleuren inkleven inklimmen inklinken inklokken inkloppen "
"inkluizen inknabbelen inknagen inknijpen inknikken inknippen inknopen "
"inkohieren inkoken inkolen inkomen inkopen inkoppen inkorten inkorven "
"inkosten inkrabben inkrassen inkrijgen inkrimpen inkrozen inkruien inkruipen "
"inkruisen inkt inkten inkuilen inkuipen inkwakken inkwartieren inladen "
"inlappen inlassen inlaten inlaveren inlegeren inleggen inleiden inlekken "
"inlenen inlepelen inleren inleven inleveren inlezen inlichten inliggen "
"inliggende inlijmen inlijsten inlijven inlikken inline-skaten inloeren "
"inlogen inloggen inlokken inloodsen inlopen inlossen inloten inluiden "
"inluien inluisteren inluizen inmaken inmalen inmanen inmasseren inmazen "
"inmengen inmennen inmeten inmetselen inmetsen inmijnen inmoffelen inmonteren "
"inmuren innaaien innagelen innemen innen innerveren innestelen innetten "
"innoveren inoculeren inoefenen inogen inoogsten inpakken inpalmen inpappen "
"inparkeren inpassen inpekelen inpekken inpennen inpeperen inperken inpersen "
"inpikken inplakken inplannen inplanten inploegen inploffen inplooien "
"inpluggen inpoeieren inpolderen inpompen inponsen inpoten inpraten inpreken "
"inprenten inprikken inprogrammeren inproppen inprutsen inramen inrammeien "
"inrammen inranselen inregelen inregenen inreizen inrekenen inrennen inreven "
"inrichten inrijden inrijgen inritsen inroeien inroepen inroeren inroesten "
"inroken inrollen inroosteren inrotten inruilen inruimen inrukken ins "
"inscannen inschakelen inschalen inschapen inscharen inscharren inschatten "
"inschenken inschepen inscheppen inscheren inscherpen inscheuren inschieten "
"inschiften inschijnen inschikken inschilderen inschoppen inschrapen "
"inschrijden inschrijven inschroeven inschrokken inschudden inschuiven "
"inschuren inscriberen insealen inseinen inselberg insemineren insereren "
"inshoppen insijpelen insinueren insisteren insjouwen inslaan inslachten "
"inslagbekken inslagen inslapen inslechten inslempen inslenteren insleuren "
"insleutelen inslibberen inslijpen inslijten inslikken inslingeren inslinken "
"inslippen inslobberen inslokken inslorpen insluimeren insluipen insluiten "
"insluizen inslurpen insmakken insmelten insmeren insmijten insmokkelen "
"insnappen insneeuwen insnijden insnoeien insnoeren insnuiven insoezen "
"insoppen inspannen inspecteren inspelden inspelen insperren inspeten "
"inspijkeren inspinnen inspireren inspitten inspoelen insponden inspreken "
"inspringen inspugen inspuiten inspuwen instaan installen installeren "
"instampen instantiëren instappen insteken instellen instemmen instempelen "
"instigeren instijgen instikken instinken instippen institueren "
"institutionaliseren instomen instommelen instompen instoppen instormen "
"instorten instoten instouwen instralen instraten instrijken instromen "
"instrooien instrueren instrumenteren instrumentvliegen instuderen instuiken "
"instuiven instulpen insturen instuwen insuffen insuikeren insukkelen "
"insulteren insussen intafelen intanden intapen intappen integelen integreren "
"intekenen intenderen intensifiëren intensiveren interacteren interageren "
"intercederen interen interesseren interfereren interlanddebuut "
"interlandloopbaan interliniëren internaliseren internationale "
"internationaliseren interneren internet internetachtige internetten "
"interpeleren interpelleren interpoleren interpreteren interpungeren "
"interrailen interrogeren interrumperen interveniëren interviewen inteugelen "
"intikken intillen intimideren intimmeren intippen intituleren intoetsen "
"intomen intoneren intonnen intoveren intoxiceren intrappen intrechteren "
"intreden intrekken intrigeren intrillen introduceren introeven introuwen "
"intuimelen intuinen intunen intypen inunderen invalideren invallen invangen "
"invaren invariant invatten invechten invegen invemen inventariseren "
"inverdienen inverteren inverven investeren invetten invijlen invijzen "
"inviteren invlaggen invlakken invlammen invlechten invlegelen invliegen "
"invlieten invlijen invloeien invluchten invochten invoegen invoelen invoeren "
"involgen invollen involveren invorderen invouwen invreten invriezen invullen "
"inwaaien inwachten inwalsen inwandelen inwassen inwateren inwegen inweiden "
"inweken inwellen inwenden inwenken inwerken inwerpen inweven inwijden "
"inwijken inwikkelen inwilligen inwinden inwinnen inwippen inwisselen "
"inwoekeren inwoelen inwonen inwortelen inwrijven inwringen inwroeten "
"inwuiven inwurmen inzaaien inzagen inzakken inzamelen inzegenen inzeilen "
"inzenden inzepen inzetten inzien inzingen inzinken inzitten inzomen inzoomen "
"inzouten inzuigen inzulten inzwaaien inzwachtelen inzwelgen inzwemmen "
"inzweren inzwerven inzweven inzwieren inzwijmelen ionen ioniseren ipad "
"irc-en iriseren ironiseren irrigeren irriteren islamiseren isoleer isoleren "
"isomeriseren isotopen italianiseren itereren jaargeld jaarlijks jachten jade "
"jagen jakhalzen jakkeren jaknikken jalonneren jammen jammeren janken "
"jankeren japen jassen jatten jazzdansen jazzpianist jeinen jengelen jennen "
"jenzen jeremiëren jeuken jeunen jeuzelen jij jijen jobben jodelen "
"joechjachen joekeren joelen joepen joggelen joggen jojoën joken jokeren "
"jokken jolen jollen jonassen jongen jongleren jouen jouwen joyriden "
"joyrijden jubelen jubileren judassen judiceren judolessen judoën jufferen "
"juichen juinen jukken jumpen jureren justeren justificeren justifiëren "
"jutten kaaidraaien kaaien kaalborstelen kaalgevreten kaalhakken kaalknippen "
"kaalpikken kaalplukken kaalscheren kaalslaan kaarden kaarsjespringen "
"kaartbeeld kaarten kaartjeblazen kaartleggen kaartlezen kaartlopen "
"kaartpassen kaartspelen kaatsen kabbelen kabelen kabelinternetten "
"kabinet-marijnen kabinet-rutte kachelen kadastreren kaden kaderen kadraaien "
"kadreren kafferen kaften kajakken kakelen kaken kakken kakkestoelemeien "
"kalanderen kalefaten kalefateren kalen kalenderen kalfaten kalfateren "
"kalibreren kaliumhydroxide kalkbranden kalken kalkhoudend kalkhoudende "
"kalkminnende kalkoen kalksteen kallen kalligraferen kalmeren kaltstellen "
"kalven kalveren kamen kamenieren kamerorkest kammen kampen kamperen "
"kampioenschapsrecord kanaliseren kandelaberen kandelaren kandideren kanen "
"kankeren kanonneren kanovaren kanoën kansgenereren kantelen kanten "
"kanthouwen kantklossen kantonneren kantoorbediende kantrechten kantwerken "
"kapen kaperen kapitaalparticiperen kapitaliseren kapittelen kapotbijten "
"kapotbreken kapotdrinken kapotgaan kapotgooien kapotkoken kapotlachen "
"kapotlopen kapotmaken kapotrijden kapotroken kapotscheuren kapotschieten "
"kapotschreeuwen kapotslaan kapotsmijten kapotspelen kapottrappen "
"kapottrekken kapotvallen kapotvriezen kapotwaaien kapotwerken kapotzitten "
"kappen kapseizen kapselen karakteriseren karakterlezen karameliseren "
"karikaturiseren karnen karnoffelen karottentrekken karperen karren kartelen "
"karten karteren kartonneren karweien kasseien kassen kasten kastijden "
"katalyseren katapulteren kathalzen katheteriseren katholiseren katjejagen "
"katknuppelen katoen katten kauwen kavelen kaveren kazakdraaien kazen "
"kazerneren keepen keesten keffen kegelen keggen keilen kelderen kelen kenen "
"kenmerken kennen kennisfestival kennisgeven kennismaken kennisnemen "
"kenschetsen kentekenen kenteren kepen keperen keren kerken kerkeren kerkgaan "
"kermen kermisgaan kermissen kernen kerseneten kerstenen kerven ketelboeten "
"ketellappen keten ketenen ketsen ketteren kettingroken keuen keuren keutelen "
"keuteren keuvelen keveren keyboard kezen kibbelen kickboksen kicken kickeren "
"kidnappen kieken kielen kielhalen kielstaartleguanen kiemen kienen kiepen "
"kieperen kieren kiesgerechtigd kieskauwen kietelen kiezen kiften kijken "
"kijven kikhalzen kikken kikkeren killen kimmen kinderen kinderstemmen "
"kinkelen kinken kippen kirke kirren kiskassen kissebissen kissen kisten "
"kitsen kittelen kitten klaargeraken klaarkomen klaarkrijgen klaarleggen "
"klaarliggen klaarmaakten klaarmaken klaarnemen klaarraken klaarspelen "
"klaarstaan klaarstomen klaarstoven klaarzetten klabetteren kladden kladderen "
"klade kladogram kladschilderen klagen klakken klakkeren klamaaien klampen "
"klaplopen klappeien klappen klapperen klappertanden klapwieken klaren "
"klarinetconcert klasseren klateren klauteren klauwen klaverbladknooppunt "
"klaverjassen kledderen kleden kleermaken kleffen kleidelven "
"kleiduivenschieten kleien kleinachten kleineren kleingooien kleinkrijgen "
"kleinmaken kleinseminarie kleinslaan kleinsnijden kleinzagen kleinzen "
"kleitreden klemmen klemrijden klemzetten klepelen kleppen klepperen kleren "
"klessebessen kletsen kletsmeieren kletteren kleumen kleunen kleuren "
"kleurenbeeld kleurenzien kleuteren kleuterzwemmen kleven kliederen klieken "
"klieren klieven klikken klikklakken klimaatschieten klimmen klingelen "
"klinken klinkslaan klissen klisteren klitten klodderen kloenen kloeten "
"kloken klokgieten klokken klokkengieten klokkijken klonen kloneren klonteren "
"klooien kloothannesen klootschieten klootviolen kloppen klossen kloten "
"klotsen kluisteren kluiven kluizen klunen klungelen klunzen kluppelen "
"klussen klutsen kluwen kluwenen knabbelen knagen knakken knalhard knallen "
"knappen knapperen knarpen knarsen knarsetanden knauwen knechten kneden "
"knellen knerpen knersen knetteren kneukelen kneuteren kneuzen knevelen "
"knibbelen kniebanden knielen kniepoten knietjevrijen kniezen knieën knijpen "
"knikkebenen knikkebollen knikken knikkeren knipogen knippen knipperen "
"kniptorren knirpen knisperen knisteren knobbelen knobelen knoeien knokken "
"knopen knopendraaien knoppen knorren knotszwaaien knotten knuffelen "
"knuppelen knutselen knutten kobalt koeioneren koekbakken koekeloeren koeken "
"koekenbakken koekhakken koekhappen koekkappen koekoeken koekplakken koelen "
"koeren koersballen koersbord koersen koesteren koeteren koeterwalen koetsen "
"koetsieren kofferen koffiebranden koffiedikkijken koffiedrinken koffielezen "
"koffiemalen koffiepikken koffietafelen koffiezetten kogelen kogelslingeren "
"kogelstoten kohieren kokarde koken kokermotten koketteren kokhalzen kokkelen "
"kokkerellen kokkeren kokketeren kolderen kolen kolken kollen kolonievormen "
"koloniseren kolonisten kolven komediespelen komen komkommersalade kommen "
"kompaslezen kond kondigen kondschappen konfijten konkelen konkelfoezen "
"konterfeiten kontkruipen kontlikken kontneuken konvooieren kooien koolhakken "
"koolmotten koolstofgehalte koolstofmonoxide koolzuurhoudend koopzondag "
"koorddansen koordendraaien koordtrekken koorheren koorherenstift kopen "
"kopene koperdraaien koperen kopieerapparaat kopiëren kopjebuitelen "
"kopjeduikelen kopklepmotoren kopmaken koppelen koppeltjeduikelen "
"koppeltjeduiken koppen koppensnellen koprollen kopschild kopschudden "
"kopstation koraalslangachtigen korenbranden korenmolen korfballen korrelen "
"korren korsten kortebaan kortebaanrijden kortebaanzwemmen korten "
"kortgesteeld kortleven kortlopen kortneusdraakvissen kortoren kortsluiten "
"kortstaarten kortstlevende kortswijlen kortvleugelen kortwieken korven "
"kosten kostprijsberekenen kostumeren kostuumknippen kostuumnaaien koten "
"koteren kotsen kotteren koudslachten koudsmeden koudstoken koudtrekken "
"koudwalsen koudwaterroten koukleumen kouten kouvatten kraaien krabbedieven "
"krabbelen krabben krabbenetende krachttrainen kragen kraggen krakelen kraken "
"krakken kralen kramen krammen krampen kransen krantenbericht krassen krauwen "
"kreeftachtigen kreek krengen krenken krenten kreppen kressen kretsen "
"kreukelen kreuken kreunen kreupelen krevelen kribbelen kribben kribbenbijten "
"kriebelen krieken krielen krieuwelen krieuwen krijgen krijsen krijten "
"krijzelen krijzeltanden krikken krikkrakken krimpen kringelen krinkelen "
"krioelen kriskrassen krissen kristaliseren kristalliseren kristalzien "
"kritikeren kritiseren krochen kroeglopen kroelen kroezelen kroezen kroken "
"krollen krombuigen kromgroeien kromliggen kromlopen krommen krompraten "
"kromsluiten kromtrekken kronen kronkelen krooien kroppen krozen kruchen "
"kruiden kruidenierswaren kruidenlezen kruien kruimelen kruimen kruinen "
"kruipen kruisband kruisdood kruisen kruisigen kruisjassen kruisribgewelven "
"kruisspreken kruiven kruiwerk krukken krullen kuberen kuchen kuieren "
"kuifarend kuilen kuipen kuipjesteken kuisen kuitschieten kuiven kukelekuen "
"kukelen kullen kunne kunnen kunstelen kunstkoken kunstmatige kunstrijden "
"kunstschaatsen kunstschilderen kunststenen kunststoten kunstvliegen "
"kunstzwemmen kuren kurken kussen kutlikken kutten kwaadspreken kwabben "
"kwadrateren kwadreren kwaken kwakkelen kwakken kwakzalven kwalificeren "
"kwallen kwalmen kwalsteren kwanselen kwantificeren kwantiseren kwartelen "
"kwartetten kwartieren kwartileren kwast kwasten kwatsen kwebbelen kweken "
"kwekkebekken kwekken kwelen kwellen kwelmen kwetsen kwetteren kwezelen "
"kwijlen kwijnen kwijten kwijtgeraken kwijtmaken kwijtraken kwijtschelden "
"kwijtspelen kwikken kwinkeleren kwispelen kwispelstaarten kwiteren "
"kyaniseren körút kúnnen l'art l'hermite laadvermogen laagblijven laaghangen "
"laagliggen laagvliegen laaien laatsten laatstgenoemd labberen labelen "
"labeuren laboreren lachen ladderen laden laederen lageren laken lakken "
"lallen lamballen lambriseren lamelleren lamenteren lamineren lamleggen "
"lammen lammeren lampetten lamslaan lanceren landbewonen landbouwen landcode "
"landen landgemeente landjeveroveren landlopen landmeetkunde landmeten "
"landoppervlakte landsadvocaat landschapschilderen landschildpadden "
"landstellen landtreden landveroveren langduren lange langeafstandslopen "
"langebaanrijden langebaanschaatsen langen langgesteeld langlaufen "
"langlevende langpootmuggen langsbrengen langsdrijven langsfietsen langsgaan "
"langsgeplaatste langsgooien langshouden langshuppelen langskomen langslepen "
"langsloopt langslopen langsrekken langsrennen langsrijden langsrollen "
"langsstromen langstdurende langstrekken langsvaren langswandelen lanteren "
"lanterfanten lanthanide lappen lapperen lapzalven larderen laseren "
"lasersnijden lassen lasten lasteren lastigvallen laten latiniseren latten "
"lauweren laveien laven laveren lawaaien laxeren lay-outen lazeren "
"lazerstralen laïceren laïciseren leasede leasen lebberen ledenbraken ledigen "
"lediggaan leebraken leeftijdgenoot leegblazen leegbloeden leegbranden "
"leegdragen leegdrinken leegeten leeggieten leeggooien leeggraaien leeghalen "
"leegkiepen leegknijpen leegkomen leegkopen leeglebberen leeglikken leeglopen "
"leegmaken leegmalen leegmelken leegplukken leegplunderen leegpompen "
"leegrijden leegroken leegroven leegruimen leegschenken leegscheppen "
"leegschieten leegschudden leegslurpen leegspelen leegspoelen leegsproeien "
"leegstaan leegstelen leegstorten leegstromen leegvissen leegvloeien "
"leegvreten leegzitten leegzuigen leegzwemmen leenden leenhulde leeren "
"leerlooien leertouwen leesten leeuweriken leewieken legaliseren legateren "
"legen legeren leggen legifereren legitimeren leguanen leiden leidinggeven "
"lekenabben lekken lekkerbekken lekrijden lellen lemen lemuren lenen lengen "
"lenigen lenzen lepelen leppen lepperen leraren leren lesgeven lessen letten "
"letteren lettergieten letterzetten letterziften letzte leuchtet leuken "
"leukeren leunen leuren leuteren leven levend levendbarend levendbarende "
"levensredden leveren lezen liasseren liberaliseren licenseren "
"lichaamsvreemde lichtecht lichten lichtgebouwd lichtgekleurde lichtgevend "
"lichtmissen lichtrijden lichtzetten lichtzwaard lieb liefhebben liefhebberen "
"liefkozen liegen lieren lievemoederen lieven liflaffen liften ligand "
"ligboxen liggen lijden lijken lijmen lijmsnuiven lijndraaien lijnen "
"lijntekenen lijntrekken lijsten lijven lijzen likkebaarden likken lillen "
"limiteren lindbergi linguafoon liniëren linken linnennaaien linnenspinnen "
"liplezen lippen lippenstift liquideren lisdodde lispelen lispen "
"lithograferen liëren loaden loartet lobben lobberen lobbyen localiseren "
"lodderen lodderogen loden loeien loeken loensen loeren loerogen loeven "
"logenstraffen logeren loggen logoën lokaliseren lokken lollen lompen lonen "
"lonken loochenen loodsen loofharken looien loonsparen lopen lopenden loperen "
"lorrebossen lorren lorrendraaien losbakeren losbarsten losbeitelen losbetten "
"losbeuken losbijten losbikken losbinden losbranden losbreken losbulderen "
"losdekken losdoen losdonderen losdooien losdraaien losdrukken losduwen "
"losfriemelen losgaan losgespen losgooien losgorden losgraven losgrendelen "
"loshaken loshakken loshalen loshangen losharken loshoesten loshouwen "
"loskerven loskloppen losknagen losknippen losknopen loskomen loskopen "
"loskoppelen loskrijgen loslaten losliggen losliggende loslopen losmaken "
"losnemen lospeuteren lospikken losploegen losplukken lospraten losraken "
"losrijden losrijgen losrukken losscheuren losschieten losschokken "
"losschroeven losschudden lossen losslaan losslingeren lossmijten lossnijden "
"lossolderen losspelden losspringen losstaan losstormen losstrikken "
"losstuiven lostornen lostrappen lostrekken losvijzen losvliegen loswaaien "
"losweken loswerken loswikkelen loswinden loswoelen loswrikken loswringen "
"loswroeten loszagen loszetten loszingen loszitten loten louteren loven lozen "
"lubben lubberen luchten luchtgekoeld luchtgekoelde luchtmalen luchtweerstand "
"luibakken luiden luien luieren luieriken luiken luilakken luimen luisteren "
"luistervinken luiwammesen luizen lukken lulden lullen lumbecken lummelen "
"lunchen lunzen lurken lusten lustreren luteïniseren luwen luxen lynchen "
"lyofiliseren maaibenen maaidorsen maaien maaivoeten maalstenen maandaghouden "
"maandlenzen maatgevende maathouden maatslaan macadamiseren macereren "
"machineren machineschrijven machtigen maderiseren maffen magneten "
"magnetiseren magnitude mailen mainteneren maire maischen majoreren makelen "
"maken makken malen mallen maltraiteren managen mandateren mandiën manen "
"manga mangelen manicuren manifesteren manipuleren manken mankeren mankgaan "
"mannen manoeuvreren maquilleren marathonlopen marathonschaatsen "
"marathonsteden marbreren marchanderen marcheren marcotteren maren "
"marginaliseren marineren markeren marketen markten marlen marmelen marmeren "
"marmersteen maroderen martelen maskeren massacreren massastart masseren "
"massificeren masten masteren mastergraad mastieken mastikeren mastklimmen "
"masturberen matbranden matchen matennaaien materiaalkunde materialiseren "
"mathematiseren matigen matsen matslijpen matten matteren mauwen "
"maximaliseren maximeren mazelen mazen mazzelen meanderen mechaniseren "
"mede-produceren medeaanzitten medebeslissen medebrengen mededelen "
"mededelingenblad mededingen medefinancieren medegaan medeleven medelijden "
"medenemen medeondertekenen medeplegen medeproduceren mederegeren medeslepen "
"medestrijden medewerken mediatiseren medicaliseren medicineren mediteren "
"mediterraan mediëren mee-eten meearbeiden meebabbelen meebeleven "
"meebeluisteren meebeslissen meebesturen meebetalen meebewegen meebidden "
"meeblazen meeblowen meebrengen meebrullen meebuigen meechatten "
"meeconcurreren meedansen meedanst meedeinen meedelen meedenken meedingen "
"meediscussiëren meedoen meedraaien meedragen meedrijven meedrinken "
"meefeesten meefietsen meefinancieren meefluiten meegaan meegappen "
"meegeconcurreerde meegenieten meegeven meegieten meegillen meeglippen "
"meegluren meegooien meegroeien meehebben meehelpen meeheulen meehobbelen "
"meehollen meehuilen meehuppelen meejatten meejuichen meekapen meekijken "
"meeklappen meeklinken meeknikken meeknokken meeknorren meekoersen meekoken "
"meekomen meekrijgen meekuieren meekunnen meelachen meelappen meeleven "
"meeleveren meelezen meeliften meelijden meelokken meelopen meeluisteren "
"meemaken meemarcheren meenemen meeondertekenen meepakken meepikken meepraat "
"meepraten meeprofiteren meepuzzelen meerbepaald meerderen meeredeneren "
"meeregeren meereizen meerekenen meerelativeren meerennen meerijden meeritsen "
"meeroken meerollen meeruiken meervalachtigen meeschilderen meeschreeuwen "
"meeschrijven meeschuiven meesjouwen meeslaan meeslenteren meeslepen "
"meesleuren meesmuilen meesmullen meesnaaien meespelen meespreken meesprinten "
"meespurten meestaken meestappen meestbeloven meestemmen meesteren "
"meestrijden meesturen meestvoorkomende meesudderen meesupporteren meesurfen "
"meetekenen meetellen meetillen meetinstrument meetorsen meetrainde "
"meetrainen meetrekken meetreuren meetrillen meetrommelen meetronen "
"meetuimelen meevallen meevaren meevechten meeverdedigen meeverdienen "
"meeveren meeverhuizen meeverven meeverzekerd meeverzekeren meevieren "
"meevliegen meevluchten meevoelen meevoeren meevoetballen meevolgen meevragen "
"meewaaien meewandelen meewegen meewerken meewillen meezeggen meezeilen "
"meezenden meezeulen meezijn meezingen meezitten meezoeken meezoemen "
"meezuigen meezwemmen meezwepen meeëten meieren mekken mekkeren melas melde "
"melden melen melken melkzweten membraan memmen memoreren memoriseren "
"menageren mendelen menen meneren mengelen mengen meniën mennen mensonterend "
"menstrueren meppen merceriseren meren mergelen merken merkwaardigste "
"mesalliëren mesten metaalbewerken metaaldraaien metaalspuiten metaboliseren "
"metalliseren metamorfoseren metastaseren meten methyleren metselen metsen "
"meubelen meubileren meuken meuren mevrouwen miauwen microfilmen middageten "
"middagmalen middelen middengewicht middennoorden middenwesten midgetgolfen "
"midwesten midwinterblazen miepen mieren mierenleeuwen mieteren miezelen "
"miezeren migreren mijden mijmeren mijnbouwkunde mijnen mijnheren mijten "
"mijteren mikken milderen militariseren militeren millimeteren mimen mimeren "
"minachten minderen mindervalide mineermotten mineraliseren mineren "
"miniaturiseren minimaliseren miniseren minnekozen minnen minoriseren "
"misachten misbruiken miscalculeren mischelen misdelen misdienen misdoen "
"misdragen misdrijven misdrukken misduiden misgaan misgelden misgerieven "
"misgissen misgokken misgooien misgrijpen misgunnen mishagen mishandelen "
"mishoren miskennen miskijken miskleunen miskomen miskopen miskoppen "
"miskweken misleiden mislezen misloop mislopen mislukken mismaken "
"mismeesteren mismikken misnaaien misnoegen misoordelen mispakken mispeuteren "
"mispikkelen misponsen mispraten misprijzen misraden misramen misrekenen "
"misrichten misrijden misschatten misschieten misschrijven missen missioneren "
"missjotten misslaan missnijden misspreken misspringen misstaan misstappen "
"missteken misstoten mistasten mistekenen mistellen misten mistrappen "
"mistreden mistrekken mistrouwen misvallen misvaren misvatten misverstaan "
"misvormen miswerpen miswijzen miszeggen miszeilen miszien miszitten "
"mitigeren mitrailleren mitsen mixen mobiliseren modderen modderworstelen "
"modelbouwen modelleren modelstikken modeltekenen modemen moderamen modereren "
"moderniseren modificeren moduleren moe moede moederen moederszijde moedigen "
"moeien moerasschildpadden moeren moeten moffelen mogen moireren mokeren "
"mokkelen mokken molesteren mollen molmen momentgenereren mommelen mommen "
"mompelen monden monitoren monkelen monken monoftongeren monogrammeren "
"monoklien monologen monopolieën monopoliseren monopoliën monopolyen "
"monsteren montaan monte monteren montignaccen mooipraten mooizitten moorden "
"mopperen moraliseren morrelen morren morsen mortelen mortificeren morzelen "
"motiveren motorblokken motoren motorfietsen motorfietsmerk motoriseren "
"motorren motorrijden motorvermogen motregenen motsen motten mouilleren "
"mouleren mountainbiken mousseren mouten movement moven moveren msn'en muffen "
"muggenvangen muggenzien muggenziften muiken muilbanden muilkorven muiten "
"muizen multipliceren multipliëren mummelen mummificeren munten muntteken "
"muren murmelen murmureren murwen museet musiceren musicologie mutageen "
"muteren mutileren muurklimmen muurschrijven muurtrekken muziekalbum "
"muziekcassette muzieken muzieklezen muziekproducent muziekspelen "
"muziektheorie muzikante myeloïde mystificeren mythiseren mythologiseren "
"mêleren na-apen na-ebben na-echoen na-echoën na-eggen na-eten na-etsen "
"naaien naaktdansen naaktlopen naaktzwemmen naaldsteenvliegen naamgeven "
"naasten naastklauwen naastliggen naastschieten nababbelen nabakken nabauwen "
"nabeelden nabehandelen nabellen nabenen nabeschouwen nabespreken nabestellen "
"nabestralen nabetalen nabewerken nabezorgen nabijkomen nablaffen nablijven "
"nabloeden nabloeien nablussen nabootsen naborduren naborrelen nabouwen "
"nabraden nabranden nabreien nabrengen nabruisen nabrullen nachecken "
"nachtbraken nachtpauwogen nachtvliegen nachtzwemmen nacijferen nacontroleren "
"nacuretteren nadansen nadenken naderen nadichten nadienen nadieselen nadoen "
"nadonderen nadonkeren nadragen nadraven nadrentelen nadreunen nadribbelen "
"nadrijven nadrogen nadruipen nadrukken nadruppelen nadruppen nadubben "
"naduiken nadweilen nafeesten nafietsen nafladderen nafluiten nafoeteren "
"nagaan nagalmen nagapen nagelbijten nagelen nagellakken nagenieten nageven "
"nagieren nagieten nagillen nagisten naglijden nagloeien nagluren nagonzen "
"nagooien nagraveren nahaken nahakkelen nahalen naheffen nahekelen nahijgen "
"nahinken nahippelen nahollen nahouden nahuppelen naijlen najagen najanken "
"najoelen najouwen nakaarten nakakelen nakauwen nakeffen naken nakeuvelen "
"nakijkbladen nakijken nakladden naklappen naklauteren nakletsen naklinken "
"naklossen nakluiven naknippen nakoeteren nakoken nakomen nakopiëren "
"nakraaien nakrabbelen nakrassen nakruien nakruipen nakuieren nakuren "
"nakwelen nalachen nalaten nalekken naleven naleveren nalezen nalichten "
"nalikken naloeien naloeren nalopen naluiden naluien naluisteren namaaien "
"namaken namanen namauwen namelken nameten namijmeren naneuriën naneuzen "
"naogen naoogsten napeinzen napersen napeuren napiepen naplakken napleisteren "
"napleiten naploegen napluizen naplukken napraten napreken narcotiseren "
"nareinigen nareizen narekenen narekken narennen narijden narijmen narijpen "
"naroepen naroeren naroken naromen narommelen narouwen narren nasaleren "
"naschallen naschaven naschelden nascheppen naschetsen naschieten "
"naschilderen nascholen naschouwen naschreeuwen naschrijven naschrobben "
"naschuiven naseinen naslaan naslenteren naslepen nasleuren naslieren "
"naslijpen nasluipen nasmijten nasnellen nasnijden nasnikken nasnoeien "
"nasnorren nasnuffelen nasoezen nasonoriseren naspartelen naspatten naspelen "
"naspellen naspeuren naspoeden naspoelen nasponsen nasponzen nasporen "
"naspringen nasprokkelen nasputteren nastamelen nastappen nastaren nasteken "
"nastevenen nastijgen nastomen nastormen nastorten nastreven nastromen "
"nastrompelen nastuiven nasturen nasukkelen nasynchroniseren natafelen "
"natanden natekenen natelen natellen natemen natgooien natikken natimmeren "
"nationale nationaliseren natmaken natmalen natpersen natrachten natrappen "
"natreden natregenen natrekken natrillen natrippelen natriumchloride "
"natriumhydroxide natscheren natslijpen natspinnen natspuiten natstralen "
"natten naturaliseren naturen natuurlijke natuurrecht nauwsluitende navaren "
"navegen navelen navelstaren naveren navertellen navertonen naverven navieren "
"navigeren navijlen navlammen navliegen navloeien navloeken navlooien "
"navluchten navoederen navoelen navolgen navorderen navormen navorsen "
"navouwen navragen navullen nawaggelen nawandelen nawaren nawarmen nawassen "
"nawegen nawerken nawerpen nawijzen nawitten nawroeten nawuiven nazaaien "
"nazakken nazamelen nazeggen nazeilen nazemen nazenden nazetten nazien "
"nazificeren nazinderen nazingen nazitten nazoeken nazoemen nazwaaien "
"nazwemmen nazweren nazweven nazwieren ne nederdalen nedervallen nederzetten "
"neerbiggelen neerblikken neerbliksemen neerbonzen neerbrengen neerbuigen "
"neerbuitelen neerbukken neerdalen neerdoen neerdompelen neerdonderen "
"neerdraaien neerdrijven neerdruipen neerdrukken neerduiken neerduwen "
"neerdwarrelen neerfladderen neerflappen neergaan neergehangen neergieten "
"neerglijden neergolven neergooien neergooit neergutsen neerhagelen "
"neerhakken neerhalen neerhangen neerhoeken neerhouden neerhouwen neerhurken "
"neerjagen neerkappen neerkegelen neerkijken neerkladden neerkletsen "
"neerkletteren neerklimmen neerklinken neerknallen neerknielen neerknuppelen "
"neerkogelen neerkomen neerkrabbelen neerkruipen neerkwakken neerlaten "
"neerleggen neerliggen neerlopen neermaaien neerpennen neerpersen "
"neerplaatsen neerplakken neerplanten neerplassen neerplenzen neerpletsen "
"neerploffen neerplompen neerplonzen neerpoten neerregenen neerrijzen "
"neerrollen neerrukken neersabelen neerschieten neerschijnen neerschrijven "
"neerschroeven neerschudden neerschuiven neersijpelen neerslaan neersmakken "
"neersmijten neerspatten neerspreiden neerspringen neerstampen neerstaren "
"neersteken neerstijgen neerstormen neerstorten neerstoten neerstrekken "
"neerstrijken neerstromen neerstrooien neerstuiken neerstuiven neertellen "
"neertikken neertransformeren neertrappen neertrekken neertuimelen neertypen "
"neervallen neervellen neervlagen neervliegen neervlieten neervlijen "
"neervloeien neerwaaien neerwarrelen neerwentelen neerwerpen neerzakken "
"neerzeilen neerzetten neerzien neerzijgen neerzinken neerzitten neerzweven "
"negende negeren negligeren negociëren negotiëren negroïde neigen nekken "
"nekschild nemen neppen nestelen netelen netoverschrijden netten "
"netvleugeligen netwerken neuken neuriën neurotiseren neusbeen neuspeuteren "
"neutelen neuten neutraliseren neutronen neuzelen neuzen nevelen neven "
"nierbekken nierstenen niesen niet-baskischspreken niet-begrijpen "
"niet-coderen niet-dringen niet-elektrificeren niet-erken niet-georiënteerde "
"niet-krijgen niet-leven niet-lijden niet-nulzijn niet-overlappen "
"niet-resupineren niet-roken niet-scheiden niet-speelgerechtigde niet-vliegen "
"niet-weten niet-winterharde nieten nietsdoen nietsnutten nietsvermoedend "
"nieuwgebouwde nieuwgevormde nieuwjaarwensen nieuwjaren nieuwslezen niezen "
"nijdassen nijgen nijlpaard nijpen nikken niksen nim nimfen nintendoën nippen "
"nissen nitreren niveaulezen nivelleren niëlleren noden nodigen noemen nokken "
"nomen nominaliseren nomineren noodzaken noordelijken noordnoordoosten "
"noordnoordwesten noordoosteren noordwesteren nopen noppen normaliseren "
"normeren noteren notificeren notifiëren notte notuleren novellen noveren "
"noyauteren nuanceren nucleotide nuclide nulde numereren numeroteren nummeren "
"nutten nuttigen object-georiënteerde objectgeoriënteerd objectgeoriënteerde "
"objectiveren obligeren oblonga obsederen observeren obstrueren occuperen "
"octrooieren oculeren odoriseren oefenen offeren officialiseren officiëren "
"offreren ogen ohaën okroeg oliepeilen olievegen oliën omakkeren omarmen "
"omassen ombabbelen ombaksen ombazuinen ombeelden ombellen ombenen omberen "
"ombeuken ombinden ombladeren omblazen omblikken ombliksemen omboeken "
"omboenen omboeren omboorden ombouwen ombrassen ombreien ombrengen ombuigen "
"ombuiten omcirkelen omdansen omdelen omdelven omdenken omdichten omdijken "
"omdobberen omdoen omdolen omdonderen omdopen omdraaien omdragen omdraven "
"omdrentelen omdriegen omdrijven omdringen omdrinken omdrukken omduikelen "
"omduwen omdwalen omeggen omenten omfietsen omfladderen omflikkeren "
"omfloersen omgaan omgenoemd omgeschreven omgespen omgeuren omgeven "
"omgevingsrecht omgieten omglijden omgluren omgoochelen omgooien omgorden "
"omgracht omgraengen omgraven omgrenzen omgrijpen omgroeien omhaken omhakken "
"omhalen omhalzen omhangen omhebben omheen omheinen omhelzen omhinken "
"omhokken omhoogbeuren omhoogblazen omhoogdragen omhoogdrijven omhoogduwen "
"omhoogfeesten omhooggaan omhooggooien omhooghalen omhooghangen omhoogheffen "
"omhooghouden omhoogjagen omhoogkijken omhoogklauteren omhoogkomen "
"omhoogkruipen omhooglopen omhoogrichten omhoogrijden omhoogrijzen "
"omhoogschieten omhoogschuiven omhoogslaan omhoogsteken omhoogstijgen "
"omhoogstuiteren omhoogtillen omhoogtrekken omhoogturen omhoogvallen "
"omhoogvaren omhoogvliegen omhoogvoeren omhoogwerken omhoogwerpen "
"omhoogwroeten omhoogzien omhoogzitten omhoren omhouden omhouwen omhuiven "
"omhullen omitteren omjagen omjanken omkaden omkaderen omkantelen omkanten "
"omkappen omkapselen omkatten omkegelen omkeilen omkenteren omkeren omkiepen "
"omkieperen omkijken omkippen omklappen omkleden omklemmen omkleren omkletsen "
"omkletteren omklinken omkloppen omklungelen omklutsen omkneden omknellen "
"omknikkeren omknopen omkomen omkopen omkoppen omkrabben omkralen omkransen "
"omkreukelen omkreuken omkristalliseren omkroezelen omkroezen omkrommen "
"omkronkelen omkruien omkruipen omkruisen omkrullen omkuieren omkukelen "
"omkwakken omkwanselen omkwispelen omlaagdrukken omlaagduiken omlaaggaan "
"omlaagglijden omlaaghalen omlaaghellen omlaaghouden omlaagslaan omladen "
"omlapperen omlaveren omleggen omleiden omleven omliggen omlijnen omlijsten "
"omloeren omlopen omluiden omluieren omluisteren omlullen omlummelen ommaken "
"ommalen ommarcheren ommeten ommetselden ommuren omnaaien omnevelen "
"omnummeren ompakken ompalen ompantseren ompassen ompissen omplaatsen "
"omplaggen omplakken omplanten omploegen omploeteren omploffen omplooien "
"ompolen ompoten omprakkiseren omprangen ompraten omprikken omprogrammeren "
"omrammeien omranden omranken omrasteren omratelen omreiken omreizen "
"omrekenen omrennen omrijden omringen omroepen omroeren omrollen omruilen "
"omrukken omsabelen omschaatsen omschakelen omschansen omscharrelen "
"omschenken omscheppen omscheren omschieten omschikken omschoffelen omscholen "
"omschommelen omschoppen omschrijven omschudden omschuiven omschulpen "
"omschuren omsingelen omsjouwen omslaan omslepen omslingeren omsloffen "
"omsluieren omsluit omsluiten omsmakken omsmeden omsmelten omsmijten "
"omsnellen omsnijden omsnoeren omsnuffelen omsollen omspannen omspelden "
"omspelen omspellen omspinnen omspitten omspoelen omspoken omsporen "
"omspringen omstaan omstapelen omstappen omstaren omsteken omstellen "
"omstempelen omstevenen omstikken omstoeien omstomen omstommelen omstormen "
"omstorten omstoten omstralen omstrengelen omstrijken omstrikken omstromen "
"omstrooien omstropen omstuiken omstuiven omstulpen omsturen omstuwen "
"omsuizen omsukkelen omswitchen omtasten omtellen omtijgen omtoeteren "
"omtollen omtorsen omtoveren omtrappen omtreden omtrekken omtrommelen "
"omtuimelen omtuinen omturen omturnen omvademen omvallen omvamen omvangen "
"omvaren omvatten omventen omverblazen omverduwen omvergelopen omvergooien "
"omverhalen omverkantelen omverkegelen omverliggen omverlopen omverlullen "
"omverpraten omverrennen omverrijden omverrukken omverschieten omverslaan "
"omversmakken omverspringen omverstoten omvertrekken omvertuimelen "
"omvervallen omvervaren omverwaaien omverwerpen omverzeilen omvlagen "
"omvlaggen omvlechten omvlieden omvliegen omvloeien omvormen omvouwen "
"omvragen omwaaien omwallen omwalmen omwandelen omwaren omwassen omweiden "
"omwemelen omwenden omwentelen omwerken omwerpen omwiebelen omwikkelen "
"omwinden omwippen omwisselen omwoelen omwolken omwrikken omwringen omwroeten "
"omwurmen omzadelen omzagen omzakken omzeggen omzeilen omzenden omzetten "
"omzien omzitten omzoeken omzomen omzwaaien omzwachtelen omzwalken omzwalpen "
"omzwemmen omzwenken omzwermen omzwerven omzweven omzwiepen omzwieren "
"omzwikken omzwoegen onafgewerkt onafhankelijkheidsbewegingen onafmaken "
"onaneren onbebouwd onbehaard onbeklemtoonde onbelast onbenoemd onbenoemde "
"onbeschermde onbeslist onbestraftfen onbetwist onbevestigd onbevredigende "
"onbevreesd onbewapende onbewerkt onbewezen onbewoond onbezet oncensureren "
"oncontroleren ondefiniëren onderbaggeren onderbelichten onderbetalen "
"onderbevrachten onderbieden onderbijten onderbinden onderblijven onderboord "
"onderbouwen onderbreken onderbrengen onderdeed onderdekken onderdijken "
"onderdoen onderdoffelen onderdompelen onderdoorspelen onderdrukken "
"onderduiken onderduwen ondereendoen ondereengooien ondereenklutsen "
"ondereenroeren ondereensmelten ondereensmijten ondereenwerken ondereenzaaien "
"ondereggen onderfinancieren ondergaan ondergebruiken ondergieten ondergisten "
"ondergooien ondergraven onderhagelen onderhakken onderhalen onderhandelen "
"onderhanden onderheien onderhouden onderhuren onderkelderden onderkennen "
"onderkliederen onderkoelen onderkomen onderkopen onderkotsen onderkruipen "
"onderleggen onderlekken onderliggen onderlijnen onderlopen onderluitenant "
"onderlullen ondermaken ondermengen ondermijnen ondernemen onderontwikkelde "
"onderplanten onderploegen onderplompen onderpoepen onderpompen "
"onderpresteren onderregenen onderrekenen onderrichten onderrijden "
"onderroesten onderroken ondersabelen onderschatten onderscheiden "
"onderscheppen onderschieten onderschijten onderschikken onderschoffelen "
"onderschoren onderschragen onderschrijden onderschrijven onderschuiven "
"ondersneeuwen onderspannen onderspecifiëren onderspitten onderspoelen "
"onderspuiten onderstaan ondersteken onderstellen ondersteunen onderstoffen "
"onderstoppen onderstoten onderstrepen onderstromen onderstuiven ondersturen "
"onderstutten ondertekenen ondertitelen ondertrekken ondertroeven "
"ondertrouwen ondertunneldlen ondertunnelen onderuitgaan onderuitglijden "
"onderuithalen onderuithangen onderuitzakken ondervangen onderverdelen "
"onderverhuren ondervertegenwoordigen ondervinden ondervloeien ondervragen "
"onderwaarderen onderwerken onderwerpen onderwijzen onderwinden onderwoelen "
"onderzaaien onderzetten onderzinken onderzoeken ondiepte ondoorlatende "
"onduleren onechte onfilteren ongeautoriseerd ongebluste ongebroken "
"ongecensureerd ongecompliceerde ongedateerd ongedeelde ongedifferentieerde "
"ongedisciplineerd ongedisciplineerde ongefundeerd ongegronde ongehinderde "
"ongekleurd ongekroonde ongeliefd ongelimiteerde ongelobd ongemengd ongemoeid "
"ongenegen ongenummerd ongenummerde ongeopende ongeordend ongepaarde "
"ongeraffineerd ongerelateerde ongeronde ongeslagen ongesteeld ongesteld "
"ongetrainde ongevlekt ongevleugeld ongewervelden ongezegd onidentificeren "
"onontdekken onontwikkeld onontwikkelde onopgehelderd onoplettende "
"onoverdekte onpigmenteren onplaatsen onpubliceren onrelateren onrustbarend "
"ontaarden ontadelen ontberen ontbieden ontbijten ontbinden ontbladeren "
"ontbloten ontboeken ontboezemen ontbolsteren ontbossen ontbranden ontbreken "
"ontcijferen ontdekken ontdoen ontdooien ontduiken onteigenen onterecht "
"onteren onterven ontfermen ontfronsen ontfutselen ontgaan ontgassen "
"ontgelden ontgeven ontginnen ontglazen ontglijden ontglippen ontgloeien "
"ontgoochelen ontgraven ontgrendelen ontgroeien ontgroenen ontgronden "
"onthaasten onthalen onthalzen ontharden ontharen ontharsen onthechten "
"ontheffen ontheiligen onthoofden onthullen onthutsen ontinkten ontitelen "
"ontkalken ontkapen ontkennen ontkerstenen ontketenen ontkiemen ontkleden "
"ontkleuren ontknopen ontkolen ontkomen ontkoppelen ontkrachten ontkrampen "
"ontkurken ontladen ontlasten ontlaten ontleden ontlenen ontleren ontlokken "
"ontlopen ontluchten ontluiken ontluisteren ontluizen ontmaagden "
"ontmagnetiseren ontmannen ontmantelen ontmaskeren ontmasten ontmengen "
"ontmenselijken ontmijnen ontmoedigen ontmoeien ontmoeten ontmuggen ontmunten "
"ontmythologiseren ontnemen ontnuchteren ontpachten ontpakken ontpersen "
"ontpitten ontploffen ontplooien ontpolderen ontpoppen ontraadselen ontraden "
"ontrafelen ontratten ontregelen ontrieven ontroeren ontroesten ontrollen "
"ontromen ontronden ontroven ontruimen ontrukken ontrusten ontschepen "
"ontschieten ontschoeien ontschorsen ontsieren ontslaan ontslagnemend "
"ontslagnemende ontslaken ontslapen ontslippen ontsluieren ontsluimeren "
"ontsluipen ontsluiten ontsmetten ontsnappen ontsnappingssnelheid ontsnavelen "
"ontspannen ontsparen ontspiegelen ontspinnen ontsporen ontspringen "
"ontspruiten ontsteken ontstekingsremmen ontstelen ontstellen ontstemmen "
"ontstichten ontstijgen ontstoppen ontstoren ontstrijden ontstrikken "
"onttakelen ontteken onttoveren onttrekken onttronen onttuigen ontvallen "
"ontvaren ontveinzen ontvellen ontvetten ontvlammen ontvlechten ontvlekken "
"ontvlezen ontvlieden ontvliegen ontvlocht ontvloeien ontvlokken ontvluchten "
"ontvoeren ontvolken ontvonken ontvoogden ontvouwen ontvreemden ontvriezen "
"ontwaarden ontwaken ontwapenen ontwaren ontwarren ontwassen ontwateren "
"ontweien ontweldigen ontwellen ontwennen ontwerpen ontwijden ontwijken "
"ontwikkelen ontwinden ontwoekeren ontwormen ontworstelen ontwortelen "
"ontwrichten ontwringen ontzadelen ontzanden ontzegelen ontzeggen ontzeilen "
"ontzekeren ontzenuwen ontzetten ontzielen ontzien ontzilten ontzinken "
"ontzinnen ontzouten ontzuilen ontzuren ontzwachtelen ontzwellen onuitgevoerd "
"onveranderde onverbindend onverdedigd onverdedigde onverklaard "
"onverschrokken onversierd onvertaald onvertakt onvertakte onverveerd "
"onverzadigd onverzadigde onverzoend onvolgroeid onvolgroeide onwelkom "
"onweren onzichtbaarheid oogdruppelen oogklepmotten ooglapmotten oogluikend "
"oogsten oogverblindend oordelen oorkonden oorlogen oorlogsheld "
"oorlogsmonumenten oorlogsschade oorlogvoerende oorloven oormerken oorsuizen "
"oosteren oosterlengte oostnoordoosten opaarden opademen opaderen opakkeren "
"opbaggeren opbakken opbaliën opbalken opbanken opbaren opbarsten opbedelen "
"opbellen opbergen opbeuren opbiechten opbieden opbijten opbikken opbillen "
"opbinden opbitten opblauwen opblazen opbleken opblijven opblikken "
"opbliksemen opblinken opbloeien opboedelen opboeien opboenen opboeren "
"opboeten opbokken opboksen opbollen opbomen opbonjouren opboosten opborden "
"opboren opborrelen opborstelen opbossen opbotsen opbouwen opbrabbelen "
"opbraden opbranden opbrassen opbreeuwen opbreien opbreken opbrengen "
"opbriesen opbronzen opbrouwen opbruinen opbruisen opbuigen opbulderen "
"opbulten opbundelen opcommanderen opdagen opdammen opdampen opdansen "
"opdeinen opdekken opdelen opdelven opdeppen opdeunen opdichten opdienen "
"opdiepen opdiggelen opdikken opdingesen opdirken opdissen opdobberen "
"opdoeken opdoemen opdoen opdoffelen opdoffen opdokken opdomen opdonderen "
"opdonkeren opdooien opdoppen opdorsen opdouwen opdraaien opdrachtgevende "
"opdragen opdraven opdreggen opdreunen opdrijven opdrillen opdringen "
"opdrinken opdrogen opdrommen opdrossen opdrukken opduikelen opduiken "
"opdunnen opduvelen opduwen opdwarrelen opdweilen opdwingen opeenbotsen "
"opeenbouten opeendoen opeendrijven opeendringen opeendrukken opeenduwen "
"opeengooien opeenhokken opeenhopen opeenjagen opeenklappen opeenklemmen "
"opeenklinken opeenklitten opeenkruien opeenladen opeenlassen opeenleggen "
"opeenliggen opeennaaien opeenpakken opeenpersen opeenplaatsen opeenplakken "
"opeenrijden opeenschroeven opeenschuiven opeensluiten opeensmijten "
"opeenstaan opeenstapelen opeenstoten opeentassen opeenvallen opeenvliegen "
"opeenvolgen opeenvolgend opeenwaaien opeenwerpen opeenzetten opeenzitten "
"opeggen opeisen open- openbaren openbarst openbarsten openbersten openbijten "
"openblazen openblijven openbloeien openbloemen openbreken openbuigen "
"openbulken opendoen opendraaien opendringen openduwen openen opengaan "
"opengooien openhakken openhalen openhangen openhouden openingsdoelpunt "
"openklappen openknagen openknijpen openknikken openknippen openkoken "
"openkrabben openkraken openlaten openleggen openliggen openlopen openmaken "
"openpersen openpeuteren openpikken openplooien openprikken openrijten "
"openritsen openrollen openrukken openschaven openscheuren openschieten "
"openschoppen openschroeven openschuiven openslaan openslingeren opensluiten "
"opensmijten opensnijden openspalken openspannen openspatten opensperren "
"opensplijten opensplitsen openspreiden openspringen openstaan opensteken "
"openstellen openstomen openstrooien opentarnen openten openteren opentornen "
"opentrappen opentrekken openvallen openverklaren openvijzen openvliegen "
"openvouwen openwaaien openwaterzwemmen openwerken openwerpen openwoelen "
"openwrijven openwringen openzagen openzetten openzwaaien operationaliseren "
"opereren opeten opfietsen opfladderen opflakkeren opfleren opfleuren "
"opflikken opflikkeren opflitsen opfokken opfretten opfrissen opfruiten "
"opgaan opgalmen opgaren opgebruiken opgeien opgeilen opgeraken opgespen "
"opgeven opgieren opgieten opgijnen opgisten opglanzen opglimmen opgloeien "
"opgooien opgrabbelen opgraven opgreppen opgriffelen opgrijpen opgroeien "
"opgroenen ophaasten ophad ophagen ophaken ophakken ophalen ophangen ophappen "
"opharden opharken ophaspelen ophebben opheffen ophekken ophelderen ophelpen "
"ophemelen ophengsten opheuen ophielen ophieuwen ophijsen ophikken ophitsen "
"ophoepelen ophoesten ophogen ophokken ophopen ophoren ophouden ophuiden "
"ophuppelen ophutselen opiniëren opjagen opjuinen opjutten opkaarden "
"opkalanderen opkalefateren opkalfateren opkalken opkammen opkanten opkappen "
"opkarren opkatten opkauwen opkeggen opkeren opkielen opkiemen opkiepen "
"opkietelen opkijken opkikkeren opkimmen opkippen opkisten opkladden "
"opklampen opklappen opklaren opklauteren opkleden opkleppen opkleuren "
"opkleven opklimmen opklinken opklooien opkloppen opklossen opkloven "
"opkluiven opkluwen opkluwenen opknabbelen opknallen opknappen opknetteren "
"opknijpen opknippen opknopen opknutselen opkoelen opkoken opkomen opkooien "
"opkopen opkorten opkoteren opkrabbelen opkrabben opkramen opkrassen "
"opkrauwen opkrijgen opkrikken opkrimpen opkringelen opkroezen opkrommen "
"opkronen opkronkelen opkroppen opkruien opkruinen opkruipen opkruisen "
"opkrullen opkuieren opkuipen opkuisen opkuiven opkweken opkwelmen opkwikken "
"oplaaien opladen oplakken oplangen oplappen oplassen oplaten oplatten "
"oplaveren oplazeren oplebberen opleggen opleiden oplengen oplepelen opleppen "
"oplepperen opleren opletten opleuken opleukeren opleven opleveren oplezen "
"oplichten oplieren opliggen oplijsten oplikken oploden oploeven oplopen "
"oplossen opluchten opluien opluiken opluisteren opluxen opmaken opmalen "
"opmarcheren opmerken opmeten opmetselen opmieteren opmijten opmonteren "
"opnaaien opnemen opneuken opnoemen opofferen opontbieden oppakken oppakten "
"oppalmen oppassen oppennen oppeppen opperarmbeen opperen oppersen oppeuzelen "
"oppiepen oppijpen oppikken oppinnen opplakken opplanten opplassen oppleuren "
"opploegen opplooien opplussen oppoetsen oppoffen oppoken oppolitoeren "
"oppompadoeren oppompen opponeren oppoppen opporren oppoten oppotten "
"opprikken oppronken opproppen oppruimen oppuilen oppuntstellen opputten "
"oprakelen opraken opramen oprammeien oprammelen opranken oprapen opratelen "
"opredderen opreiken oprekenen oprekken oprennen oprichte oprichten oprijden "
"oprijen oprijgen oprijten oprijzen oprispen opritsen oprochelen oproden "
"oproeien oproepen oproeren oproken oprokken oprokkenen oprollen opromen "
"oprommelen opronden oproosteren oprotstralen oprotten opruien opruiken "
"opruimen oprukken opruwen opsalamanderen opschaffen opschaften opschakelen "
"opschalen opscharrelen opscharren opschaven opschellen opschenken opschepen "
"opscheppen opscheren opscherpen opscherren opscheuren opschieten opschijnen "
"opschikken opschilderen opschminken opschoeien opschoffelen opschokken "
"opschommelen opschonen opschooien opschoppen opschorsen opschort opschorten "
"opschrabben opschransen opschranzen opschrapen opschreeuwen opschrijven "
"opschrikken opschrobben opschroeven opschrokken opschudden opschuieren "
"opschuilen opschuimen opschuiven opschuren opschutten opseizen opsieren "
"opsjezen opsjorren opsjouwen opslaan opslabberen opslagen opslaggeheugen "
"opslatten opslechten opslepen opsleuren opslibben opslijken opslijpen "
"opslijten opslikken opslingeren opslobberen opsloffen opslokken opslorpen "
"opsloven opsluipen opsluiten opslurpen opsmeden opsmelten opsmeren "
"opsmergelen opsmijten opsmikkelen opsmoezen opsmukken opsmullen opsnappen "
"opsnellen opsnijden opsnoeien opsnoepen opsnorren opsnuffelen opsnuiven "
"opsodemieteren opsoevereinen opsolferen opsommen opsoppen opsouperen "
"opspalken opspannen opsparen opspatten opspelden opspelen opsperren "
"opspeuren opspieën opspijkeren opspinnen opspitsen opspitten opsplijten "
"opsplitsen opsplitten opspoelen opsporen opspreiden opspreken opspringen "
"opspruiten opspugen opspuiten opspuwen opstaan opstallen opstampen opstangen "
"opstapelen opstappen opstaren opstarten opsteigeren opsteken opstellen "
"opstemmen opstijgen opstijven opstikken opstoepen opstoffen opstoken "
"opstomen opstommelen opstook opstoppen opstormen opstoten opstouwen opstoven "
"opstrekken opstreven opstrijden opstrijken opstrikken opstromen opstrompelen "
"opstropen opstroppen opstuiken opstuiten opstuiven opsturen opstutten "
"opstuwen opsukkelen optafelen optakelen optanden optassen optateren "
"optekenen optellen opteren optillen optimaliseren optimmeren optippen "
"optobben optoddiken optoetsen optomen optonen optonnen optooien optoppen "
"optorenen optornen optransformeren optrappen optreden optrekken optrippelen "
"optroeven optrommelen optuieren optuigen optulken optutten optyfen optypen "
"opvallen opvangen opvaren opvat opvatten opvegen opveilen opveren opverven "
"opvieren opvijlen opvijzelen opvijzen opvissen opvlammen opvlassen "
"opvlechten opvliegen opvlijen opvlijmen opvloeien opvloeken opvoeden "
"opvoederen opvoegen opvoeren opvolgen opvorderen opvouwen opvragen opvreten "
"opvretten opvriezen opvrijen opvrolijken opvullen opwaaien opwaarderen "
"opwachten opwaken opwakkeren opwandelen opwarmen opwarmronde opwassen "
"opwegen opwekken opwellen opwelven opwentelen opwerken opwerpen opwervelen "
"opwiegen opwieken opwiggen opwikkelen opwinden opwippen opwisselen opwissen "
"opwitten opwoelen opwrijven opwroeten opzadelen opzakken opzamelen opzanden "
"opzaniken opzeggen opzeilen opzenden opzetten opzichzelfstaande opzieden "
"opzien opzijgaan opzijleggen opzijschuiven opzijzetten opzingen opzinken "
"opzit opzitten opzoden opzoeken opzoeten opzolderen opzomeren opzooien "
"opzouten opzuigen opzuipen opzuiveren opzwaaien opzwabberen opzwalpen "
"opzwelgen opzwellen opzwemmen opzwengelen opzwepen opzweren opzweven "
"opzwoegen orakelen oranjegezinde orbitalen ordenen ordeteken ordineren "
"ordonneren oreren organiseren organiste orgelen oriëntatielopen oriënteren "
"orkestdirectie orkestreren ornamenteren ornementeren orogenese oscilleren "
"osteodermen otteren outilleren ouwebetten ouwehoeren ouwetakkenbossen "
"ouwetutten overacten overbabbelen overbakken overbedelen overbeladen "
"overbelasten overbelichten overbeschermen overbetalen overbevragen "
"overbieden overbijten overbikken overbillen overbinden overblazen overbleken "
"overblijven overbloezen overblowen overbluffen overboeken overboenen "
"overboeren overborstelen overbossen overbotsen overbottelen overbouwen "
"overbraden overbranden overbreeuwen overbreien overbrengen overbrieven "
"overbroeden overbrouwen overbruggen overbruisen overbuigen overbuizen "
"overbukken overbusselen overcalqueren overcijferen overcompenseren overdagen "
"overdekken overdelen overdemocratiseren overdenken overdienen overdijken "
"overdisponeren overdistilleren overdoen overdonderen overdopen overdorsen "
"overdraaien overdragen overdraven overdrentelen overdribbelen overdrijven "
"overdrogen overdrukken overdubben overduvelen overduwen overdwalen "
"overdweilen overeenbrengen overeenkomen overeenstemmen overeesten overeggen "
"overenten overerven overeten overetsen overfaxen overfietsen overfilteren "
"overfiltreren overfluisteren overfluiten overfoliën overgaan overgaren "
"overgeven overgezalfde overgezochte overgieren overgieten overglanzen "
"overglijden overgloeien overgommen overgooien overgraveren overgrijpen "
"overgroeien overgronden overgutsen overhaasten overhalen overhandigen "
"overhangen overhaspelen overhebben overhechten overheersen overhellen "
"overhevelen overhoopgooien overhoophalen overhoopliggen overhooplopen "
"overhoopraken overhoopschieten overhoopsmijten overhoopsteken overhoopwerpen "
"overhoopzetten overhoren overhouden overhouwen overhuiven overhuizen "
"overijken overijlen overjagen overkaarden overkaatsen overkakelen overkalken "
"overkalkeren overkammen overkantelen overkappen overkarnen overkauwen "
"overkegelen overkeuren overkijken overkisten overkladden overklappen "
"overklassen overklauteren overkleden overkleuren overklikken overklimmen "
"overklinken overkluizen overknabbelen overknagen overknikken overknippen "
"overknopen overkoepelen overkoken overkomen overkopen overkoppen "
"overkrabbelen overkragen overkrijgen overkroppen overkruien overkruipen "
"overkruisen overkuieren overkuipen overkwalificeren overkweken overladen "
"overlakken overlangen overlappen overlasten overlaten overledene overleggen "
"overleiden overleren overleunen overleven overleverden overleveren overlezen "
"overlichten overliggen overlijden overlijmen overlippen overloden overlokken "
"overlommeren overlopen overluiden overluien overmaken overmalen overmangelen "
"overmannen overmarcheren overmatten overmazen overmeesteren overmelken "
"overmeniën overmerken overmeten overmetselen overmijten overmogen overmollen "
"overmonsteren overmorgen overmunten overnaaien overnachten overneigen "
"overnemen overneuriën overnieuw overnummeren overoliën overpakken overpassen "
"overpeinzen overpekken overpennen overpielen overpikken overplaatsen "
"overplakken overplamuren overplanten overpleisteren overpletten overploegen "
"overplooien overpoederen overpoeieren overpoetsen overpolijsten overpompen "
"overpoten overpotten overpraten overprijzen overprikkelen overranken "
"overreageren overredderen overreden overreiken overreizen overrekenen "
"overrekken overrennen overrijden overroeien overroepen overroeren overrollen "
"overrompelen overroten overrulen oversauzen overschaduwen overschakelen "
"overschaken overschatten overschaven overschenken overschepen overscheppen "
"overscheren overschetsen overscheuren overschieten overschilderen "
"overschitteren overschoffelen overschoppen overschouwen overschreeuwen "
"overschrijden overschrijven overschrikkelen overschrobben overschudden "
"overschuieren overschuimen overschuiven overschuren overseinen oversjouwen "
"overslaan overslapen overslenteren overslepen oversleuren overslijpen "
"overslingeren oversluiken oversluipen oversluiten oversmeden oversmelten "
"oversmeren oversmijten oversmokkelen oversnappen oversnellen oversnijden "
"oversnoeien oversolderen oversorteren overspalken overspannen oversparen "
"overspatten overspelen overspellen overspijkeren overspinnen overspitten "
"overspoeden overspoelen oversporen overspreken overspringen overspruiten "
"overspuiten overstaan overstaken overstallen overstampen overstapelen "
"overstappen oversteken overstelpen overstemmen overstempelen overstijgen "
"overstijven overstimuleren overstomen overstoppen overstorten overstoten "
"overstralen overstressen overstrijken overstromen overstrompelen overstuiven "
"oversturen oversukkelen overswitchen overtappen overtekenen overtelefoneren "
"overtelegraferen overtellen overteren overteuten overtijden overtijgen "
"overtikken overtillen overtimmeren overtonnen overtoveren overtrainen "
"overtrappen overtreden overtreffen overtrekken overtrippelen overtroeven "
"overtrouwen overtuigen overtypen overvaren overvegen overveilen "
"oververhitten oververmoeid oververnissen oververtellen oververven "
"oververzadigde overvijlen overvlechten overvleugelen overvlieden overvliegen "
"overvlieten overvloeien overvlogen overvluchten overvoeden overvoegen "
"overvoeren overvormen overvouwen overvragen overvreten overwaaien "
"overwaarderen overwaggelen overwalken overwalsen overwandelen overwannen "
"overwarmen overwasemen overwassen overwegen overweldigen overwellen "
"overwelven overwenden overwerken overwerpen overwieden overwijzen overwinden "
"overwinnen overwinteren overwippen overwitten overwoekeren overwrijven "
"overwringen overzaaien overzakken overzalven overzeggen overzeilen "
"overzenden overzetten overzieden overzien overziften overzingen overzitten "
"overzoeken overzolderen overzomen overzouten overzwemmen overzweven "
"overzwikken ovuleren oxide oxiden oxideren ozoniseren paaien paalzitten "
"paardjerijden paardrijden paardspringen paardvoltigeren paarrijden "
"pachtbreken pachten pacificeren pacifiëren paddelen paffen pagaaien "
"pagineren pakken palataliseren palaveren palen paleren paletten palettiseren "
"palingen palingsteken palingtrekken palingzeilen palissaderen pallepoten "
"palmen palmsteken palmwijden palperen palpiteren panacheren panchayat panden "
"pandoeren pandverbeuren panellid paneren panikeren panlikken pannenlap "
"pannenlikken pantserdoorboren pantseren pantserzakspinnen papegaaien "
"papegaaischieten papeten papieren pappen parachuteren parachutespringen "
"parachutevouwen paraderen paraferen paraffineren parafraseren paragraferen "
"paraisseren paralyseren paranoïde parapenten parasailen parasiteren "
"paraspringen pardonneren parelduiken parelen parelmotten parelvissen paren "
"pareren parfumeren parkeergelegenheid parkeren parket parketteren parkmoord "
"parlementen parlementeren parlesanten parlevinken parodiëren parte parten "
"participeren partijkiezen partijtrekken partituurlezen partneren pasporteren "
"passagieren passanten passen passeren passioneren passlijpen "
"pastelschilderen pasteuriseren patelen patenteren paternosteren patiencen "
"patineren patriot patroneren patroniseren patrouilleren patsen pauken "
"pauzeren pavoiseren pedaalmotten pedaleren peddelen pedicuren peezen pegelen "
"peigeren peilen peinzen peizen pekelen pekken pelen pelgrimeren pellen "
"pelletiseren penaliseren pendelen penetreren pennen penselen pensioensparen "
"pensioneren penteren penzen peperen peppen peptide percipiëren percoleren "
"percuteren peren perfectioneren perforeren performen periodiseren "
"perkamenteren perken permanenten permitteren peroreren perpendiculariseren "
"perpetueren persecuteren persen persevereren persifleren persisteren "
"perslucht personaliseren personifiëren perspectieftekenen perspireren "
"persuaderen persvergulden perudoén perverteren pesten petilleren "
"petitioneren petrificeren petrifiëren petsen peulen peuren peuteren peuzelen "
"pezen pezeweven pf photoshoppen pianiste pianospelen pianostemmen picknicken "
"piefpaffen pieken piekeren pielen piemelen piepen piercen piereken pieren "
"pierewaaien piesen pieteren pifpaffen pigmenten pigmenteren pijlstaarten "
"pijnen pijnigen pijpen pijpendraaien pijproken pikdorsen pikeren piketten "
"piketteren pikkelen pikken pileren pillen pillendraaien pimpelen pinceren "
"pingelen pingen pingpongen pinkelen pinken pinkeren pinkogen pinnen "
"pionieren pipetteren pirouetteren pissen pistonneren pistoolschieten pitsen "
"pitten pivoteren plaasteren plaatsen plaatsgrijpen plaatshebben plaatsmaken "
"plaatsnaambord plaatsnemen plaatsnijden plaatsvervangen plaatsvinden "
"plaatsvormen placeren plafonneren plagen plaggen plagiëren plakken plamen "
"plamuren planen planeren planetoïde planimetreren plankschaatsen plankzeilen "
"plannen plannenmaken planten plantendelen plantenetend plantenetende "
"planteren plasmasnijden plasregenen plassen plastieken plastificeren "
"platbellen platbombarderen platbranden platdrukken platduwen plate "
"plateeldraaien plateren platgaan platgooien platineren platkloppen "
"platleggen platliggen platlopen platmaken platpersen platscheren "
"platschieten platslaan platspuiten platstoten platstrijken platten platteren "
"plattrappen plattreden platvallen platvoeten platwalsen plaveien playbacken "
"playstationen plebisciteren plegen pleisteren pleiten plekken plempen "
"plengen plensregenen plenteren plenzen pletsen pletten pletteren pleuren "
"pleurocoelen plezieren plisseren ploegen ploegtrekken ploeteren ploffen "
"plomberen plompen plonzen plooien ploppen ploten plotten pluggen pluimen "
"pluimstrijken pluizen plukharen plukken plunderen plundertochten plussen "
"pochen pocheren pocketboeken poedelen poederen poeieren poekelen poelen poen "
"poepen poeren poesten poetsen poffen pogen pogoën pointeren pointilleren "
"poken pokeren pokertoernooien pokken polariseren polderen polemiseren polen "
"poleren polieren polijsten politiseren politoeren pollueren poloën polsen "
"polsstokhoogspringen polsstokspringen polsstokverspringen polsvoelen "
"polychromeren polymeriseren pommaderen pompen ponden poneren ponsen "
"pontificeren ponyrijden pooien pooieren poolen poolstokhoogspringen "
"poortsluiten pootjebaden popcornen popelen poppen populariseren porren "
"porseleinrijden portelen porten porteren portretteren poseren positioneren "
"postcodeoriënteren postdateren posten posteren postgraven postuleren "
"postvatten postzegelverzamelen potelen poten potenrammen potloden potten "
"pottenbakken potverteren pousseren powiat pozen poëtiseren praaien prachen "
"prachtlievende prachtmotten prachtvinken prakken prakkiseren praktiseren "
"pralen pramen prangen praten pratikeren pratten preadviseren precederen "
"precipiteren preciseren preconiseren prederen predestineren prediceren "
"prediken predisponeren predomineren preeklezen prefabriceren prefereren "
"prefigeren prefigureren prejudiciëren preken preluderen premediceren "
"premediteren prenten prenumereren preoccuperen prepareren prescriberen "
"presenteren preseren preserveren presideren pressen presseren presteren "
"presumeren pretendent pretenderen pretexteren preutelen prevaleren prevelen "
"preveniëren priegelen priemen prijken prijsbevorderen prijsgeven prijsrijden "
"prijsschieten prijzen prikkelen prikken primeren principaat prinsgezinde "
"printen privaatdocent privatiseren privilegiëren privégesprekken privélessen "
"proberen problematiseren procederen proclameren procreëren procureren "
"producen produceren proefboren proefbranden proefdraaien proefheien "
"proeflezen proefpreken proefrijden proefschieten proefschriftlayouten "
"proefstomen proeftrekken proefvaren proefzwemmen proest proesten proeven "
"profaan profaneren professen professionaliseren profeteren profielslijpen "
"profileren profiteren profloopbaan programmeertalen programmeren projecteren "
"projectietekenen proletariseren prolongeren promoten promoveren pronken "
"pronostikeren pronunziare proost proosten propaganderen propageren "
"proponeren proportioneren proppen proselietenmaken prospecteren prospekken "
"prospereren prossen prosterneren prostitueren protegeren protesteren "
"protocolleren protonen protoneren protsen protten prouveren proveniëren "
"provianderen provisioneren provoceren pruikslaan pruilen pruimen prullen "
"prutsen pruttelen prutten psalmen psalmeren psalmodiëren psalmzingen "
"pseudo-lezen psychologiseren pterygoïde puberen publiceren publiciste "
"publiciteitzoeken puddelen puffen puilen puimen puinruimen pulken pulsen "
"pulseren pulveren pulveriseren puncteren punniken punten puntenakkoord "
"puntendiëten puntengerechtigd punteren puntlassen puren pureren purgeren "
"purificeren purifiëren purperen pushen pussen putsen putt putten puzzelen "
"pyromaan quadrilleren quadrupleren quarken queruleren quizzen quoten "
"quoteren quotiseren raadgeven raadplegen raaien raaklopen raakslaan "
"raaskallen rabatten rabatteren rabbelen raccorderen racefietsen racemotoren "
"racen raceronde raceweekend rachelen racletten radbraken raden raderen "
"radicaliseren radio-dj radiograferen radiomaken rafelen raffelen raffineren "
"raften ragen raggen railleren raisonneren rakelen raken raketten rakken "
"rakkeren ramen rammeien rammelen rammen rampdenken rampetampen rampokken "
"ramsjen randen randomiseren rangeren rangschikken ranken ranselen ransen "
"rantsoeneren rapen rappelleren rappen rapporteren raseren raspen rasteren "
"ratelbanden ratelen rateren ratificeren ratineren rationaliseren ratsen "
"ratten rauzen ravenbeksbeen ravitailleren ravotten razen razeren reactiveren "
"reaffecteren reageren realiseren reanimeren reassureren rebbelen rebelleren "
"rebooten rebounden recapituleren reccen recenseren recepteren rechercheren "
"rechtbouwen rechtbreien rechtbuigen rechtdoorgaan rechtduwen rechten "
"rechteren rechterschouderblad rechthouden rechtigen rechtkloppen rechtkomen "
"rechtmaken rechtopgaan rechtopstaand rechtopstaande rechtsdraaiende "
"rechtsgeleerdheid rechtslaan rechtspreken rechtspringen rechtstaan "
"rechtstrekken rechtswetenschappen rechttrekken rechtuitgaan rechtuitkijken "
"rechtuitlopen rechtuitrijden rechtvaardigen rechtzetten rechtzitten "
"recidiveren recipiëren reciproceren recirculeren reciteren reclameren "
"reclasseren recombineren recommanderen reconciliëren reconstrueren "
"recordkampioen recreëren recruteren rectificeren recupereren recuseren "
"recyclen recycleren redden redderen reddingszwemmen reddingzwemmen "
"redekavelen redeneren redetwisten redevoeren redigeren redoubleren "
"redresseren reduceren redundant redupliceren reeuwen refereren reflecteren "
"reformen reformeren refuseren refuteren regaleren regard regarderen regelen "
"regenen regenereren regenwulpen regeren regering- regeringsgezind "
"regeringsgezinde reggen regionaliseren regisseren registeren registermaken "
"registreren reglementeren regroeperen regulariseren reguleren rehabiliteren "
"reidansen reien reiken reikhalzen reilen reinigen reizen rekenen "
"rekeningrijden rekestreren rekken rekristalliseren rekruteren rekwestreren "
"rekwireren relanceren relateren relativeren relaxen relaxeren relaxt "
"relayeren releasen relegeren releveren rellen relschoppen remarqueren "
"remasteren rembourseren remediëren remigreren remilitariseren remitteren "
"remixen remixte remmen remodelleren remonstreren remonteren removeren "
"remplaceren remunereren renderen rendierjagen renen reneweren renforceren "
"rennen renonceren renoveren rentabiliseren renten rentenieren renumereren "
"renunciëren renvooieren reorganiseren reoriënteren repareren repasseren "
"repatriëren repelen repen repertoriëren repeteren repliceren repousseren "
"reppen represaille representeren reprimeren reproberen reproduceren "
"reprograferen repudiëren rescontreren rescriberen researchen reseceren "
"reserveren resetten resident resideren resigneren resineren resisteren "
"resocialiseren resolveren resoneren resorberen resorteerde respecteren "
"respectievelijk respireren responderen responsabiliseren ressorteren "
"restaureren resten resteren restitueren restorneren restringeren restylen "
"resulteren resumeren resupineren retarderen retireren retoucheren "
"retourneren retracteren retribueren retrograderen reutelen reuzelen "
"reuzenslangen revaccineren revalideren revaloriseren revalueren revancheren "
"revelen reveleren reven revideren revieren reviewen revindiceren reviseren "
"revitaliseren revoceren revolteren revolutioneren reëngageren reïncarneren "
"reïntegreren reïnterpreteren reünieconcert reüsseren ribbelen ribben richten "
"ricocheren ridderen ridderorden ridiculiseren riedelen rieken riemen "
"rietdekken riffelen rigide rijcomfort rijden rijen rijgen rijken "
"rijksbeschermd rijksmonument rijksmonumenten rijkversierde rijmelen rijmen "
"rijpaard rijpen rijsttafelen rijten rijven rijwielen rijzelen rijzen "
"rikkekikken rikken rikketikken rikkikken riksmuseet rillen rimmen rimpelen "
"ringelen ringeloren ringen ringrijden ringsteken ringvangen rinkelen "
"rinkelrooien rinkinken rioleren riposteren rippen risaleren risken riskeren "
"rispen rissen risten ristorneren rite ritmeren ritselen ritsen ritten "
"ritualiseren rivaliseren riviergeleiden road robbedoezen robberen robineren "
"robotiseren rochelen rocken roddelen rodelen roden rodeorijden roderen "
"rodineren roedelopen roeien roeiepoetsen roekoeken roekoeën roemen roepen "
"roerbakken roeren roesten roestvast roeten roethanen roetsjen roezemoezen "
"roezen roffelen rojemen rokeren rokken rokkenen rollebollen rollen rolleren "
"rolrijden rolschaatsen rolstoelracen roman romaniseren romantiseren romen "
"rommelen rondbabbelen rondbanjeren rondbazuinen rondbellen rondbenen "
"rondbezorgen rondbieden rondblikken rondbreien rondbrengen rondbrieven "
"rondcirculeren rondcirkelen rondcolporteren rondcrossen ronddaggeren "
"ronddalven ronddansen ronddarren ronddartelen ronddelen ronddienen "
"ronddobberen ronddolen ronddollen ronddraaien ronddragen ronddraven "
"ronddrentelen ronddrijven ronddwalen ronddwarrelen ronddweilen ronden "
"ronderecord rondexerceren rondfeesten rondfietsen rondfladderen rondfleren "
"rondgaan rondgapen rondgepompt rondgeven rondgluren rondgonzen rondgooien "
"rondgraaien rondgrabbelen rondgrijpen rondgroeien rondgroeten rondhakken "
"rondhalen rondhangen rondhollen rondhoppen rondhoren rondhossen rondhotsen "
"rondhuppelen rondhupsen rondjagen rondjoelen rondkijken rondkletsen "
"rondkloppen rondkoersen rondkomen rondkraaien rondkrielen rondkrioelen "
"rondkruien rondkruipen rondkruisen rondkuieren rondleggen rondleiden "
"rondleuren rondleuteren rondloeren rondlopen rondluieren rondluisteren "
"rondlummelen rondmailen rondmaken rondmarcheren rondneuken rondneuzen "
"rondpassen rondplassen rondploeteren rondplonsen rondpompen rondpraten "
"rondpresenteren rondprutsen rondrazen rondreiken rondreizen rondrennen "
"rondrijden rondroeien rondroepen rondrommelen rondschallen rondscharrelen "
"rondschenken rondscheppen rondschermen rondscheuren rondschieten "
"rondschommelen rondschouwen rondschreeuwen rondschrijven rondseinen "
"rondsjouwen rondslaan rondslenteren rondslepen rondsletten rondsleuren "
"rondslieren rondslijpen rondslingeren rondsloffen rondsluipen rondsmijten "
"rondsnellen rondsnijden rondsnorren rondsnuffelen rondspartelen rondspatten "
"rondspelen rondspeuren rondspieden rondspoken rondspringen rondspuiten "
"rondstaan rondstappen rondstaren rondsteppen rondstralen rondstrijken "
"rondstrompelen rondstrooien rondstruinen rondstuiven rondsturen rondsuizen "
"rondsukkelen rondsurfen rondtasten rondtekenen rondtellen rondteuten "
"rondtjollen rondtoeren rondtollen rondtrekken rondtrippelen rondtrippen "
"rondtrompetten rondtsjollen rondtuinen rondturen rondvaren rondventen "
"rondvertellen rondvliegen rondvragen rondwaden rondwalsen rondwandelen "
"rondwaren rondwarrelen rondweiden rondwemelen rondwentelen rondwervelen "
"rondwoelen rondwurmen rondzaaien rondzeggen rondzeilen rondzenden rondzetten "
"rondzeulen rondzien rondzingen rondzoeken rondzwaaien rondzwalken "
"rondzwemmen rondzwermen rondzwerven rondzwiepen rondzwieren ronken ronselen "
"roodgekleurde roofdieren rooien roosjessnijden roosten roosteren roppen "
"roskammen rossen rotantrekken roten roteren rotseiland rotsen rotsklimmen "
"rotsteen rotten rotuleren rotverwen rotzooien rouleren routeren rouwdouwen "
"rouwen rouwklagen roven roveren royale royeren rozen rubriceren ruften "
"rugbyen ruggensteunen rugschild rugsteunen rugvliegen rugwind rugzakken "
"rugzwemmen ruien ruiken ruilebuiten ruilen ruimen ruimtevullen ruimtezien "
"ruisen ruiten ruitentikken ruiven ruizelen rukken rumineren rummikuppen "
"rumoeren runnen russificeren rusten rustgeven rustgevende ruttelen ruwaard "
"ruwen ruwslijpen ruwstoken ruziemaken ruziën ruïneren röntgenen "
"s-gravenzande s-gravesande s-gravesluiten sabbelen sabberen sabeldansen "
"sabelen sabelsprinkhanen saboteren sacreren sacrificeren sacrifiëren "
"sagokloppen sagowassen sakkeren salamanderen salariëren salderen salsadansen "
"salueren samenballen samenbinden samenblazen samenblijven samenbouwen "
"samenbrengen samenbuigen samenbundelen samendoen samendraaien samendragen "
"samendrijven samendringen samendrommen samendrukken samenduwen samenflansen "
"samengaan samengieten samengroeien samenhalen samenhangen samenhechten "
"samenhokken samenhopen samenhoren samenhouden samenhuizen samenketenen "
"samenkitten samenklappen samenklemmen samenkleven samenklieken samenklinken "
"samenklitten samenklonteren samenknijpen samenknopen samenkoeken samenkomen "
"samenkooien samenkoppelen samenkrimpen samenkruipen samenlappen samenleggen "
"samenleven samenlezen samenlijmen samenlopen samenmengen samennaaien "
"samenpakken samenpersen samenplakken samenproppen samenrapen samenroepen "
"samenroeren samenrollen samenrotten samenrukken samenscharrelen "
"samenschikken samenscholen samenschrapen samenschroeven samenslaan "
"samensmeden samensmelten samensnoeren samenspannen samenspelden samenspelen "
"samenspreken samenstelen samenstellen samenstemmen samenstromen samentellen "
"samentreffen samentrekken samentroepen samenvallen samenvatten samenvlechten "
"samenvlieten samenvloeien samenvoegen samenvouwen samenwerken samenweven "
"samenwinden samenwonen samenwringen samenzetten samenzijn samenzitten "
"samenzoeken samenzweren sammelen samplede samplen samtgemeinde sanctificeren "
"sanctifiëren sanctioneren saneren sanforiseren saoediseren sappelen sapperen "
"sarren sassen satineren satureren sauropode sauropoden sausen sauteren "
"sauveren sauzen saven savoureren scalperen scanderen scannen scenarissen "
"schaakkampioen schaakspelen schaarden schaatsen schaatsenlopen "
"schaatsenrijden schachtdelven schadeloosstellen schaden schadeveroorzaken "
"schaduwboksen schaduwen schaffen schaften schakelen schaken schakeren "
"schalen schallen schalmen schamen schampen schamperen schandaliseren "
"schandmerken schandvlekken schansen schansspringen schapenteelt scharen "
"scharnieren scharrelbenen scharrelen scharren schateren schaterlachen "
"schatgraven schatten schavelen schaven schaverdijnen schavielen "
"schedellichten schedulen scheefbuigen scheefdrukken scheefduwen "
"scheefgroeien scheefhouden scheeflopen scheefslaan scheefstaan scheeftrekken "
"scheefzakken scheelkijken scheelogen scheelzien scheenplaatschildpadden "
"scheepgaan scheepsgeschut scheepsruimte scheiden scheidsrechteren schelden "
"schelen schellen schematiseren schemeren schenden schenken schennen schepen "
"scheppen scheren schermen schermutselen scherpen scherpstellen scherren "
"schertsen scherven schetsen schetteren scheuken scheuren scheuvellopen "
"schiemannen schieten schiften schijfschieten schijnboktorren schijnen "
"schijten schijven schikken schilderen schilferen schillen schimmelen "
"schimpen schipperen schitteren schmieren schminken schnabbelen schobben "
"schoeien schoenlappen schoenmaken schoenpoetsen schoepen schoffelen "
"schofferen schoften schokken schokschouderen scholingsgraad scholpen "
"schommelen schonen schooien schooieren schoolblijven schoolgaan schoolhouden "
"schoolliggen schoollopen schoolmeesteren schoolrijden schoolsparen "
"schoolverlaten schoolzwemmen schoonbijten schoonblazen schoonboenen "
"schoonborstelen schoonbranden schoonhakken schoonhouden schoonkrabben "
"schoonlikken schoonmaken schoonpoetsen schoonpraten schoonrijden "
"schoonschaven schoonschrijven schoonsnijden schoonspoelen schoonspringen "
"schoonspuiten schoonstralen schoonvegen schoonwaaien schoonwassen "
"schoonwrijven schoonzwemmen schoorsteenvegen schootgaan schoppen schoren "
"schorpioenvisachtigen schorren schorsen schorten schotelen schotelwassen "
"schouderblad schouderen schouderophalend schout-bij-nacht schouwen schrabben "
"schrafelen schrafferen schragen schralen schrammen schrankelen schranken "
"schransen schranzen schrapen schrappen schreeuwen schreien schrijbenen "
"schrijden schrijnen schrijven schrikkelen schrikken schrobben schroden "
"schroefveren schroeien schroeven schromen schrompelen schrooien schroten "
"schubben schuddebollen schuddebuiken schuddekoppen schudden schuieren "
"schuifelen schuilen schuilgaan schuilhouden schuimbekken schuimcicaden "
"schuimen schuinaflopen schuindrukken schuinen schuinogen schuinoplopen "
"schuitjevaren schuiven schulpen schulte schuren schurken schutbladen "
"schutjassen schutten schutteren schuwen scontreren scoren scout scouten "
"scrabbelen scratchen screenen scrollen scrubben scubaduiken sealen "
"seconderen secreteren sectiehoofd seculariseren sederen sedimenteren "
"segmenteren segregeren seinen seizen seizoenseinde seksen seksualiseren "
"sekwestreren selecteren semi-verontschuldigen sennenhond sensibiliseren "
"separeren seponeren seppuku sept septiemakkoord serreren serven serveren "
"set-uppen settelen sextant sferoïde shaken shamponeren shampooën sharen "
"sheten shield shieten shimmiën shirt shit shocken shockeren shoppen shotten "
"showen shunten sidderen siepelen siepen sieperen sieren sightseeën "
"signaleren signeren sijfelen sijpelen sijt sikkelmotten sikkeneuren sikkeren "
"silen silhouetteren siliciumdioxide simmen simpen simplificeren simuleren "
"singelen sinteren sissen situeren sjabloneren sjachelen sjacheren sjansen "
"sjappen sjezen sjieken sjilpen sjirpen sjoelbakken sjoelen sjoemelen sjokken "
"sjorren sjotten sjouwen sjouwenan skateboarden skaten skeeleren "
"skeetschieten skeleton skeletteren skelteren skiffen skilopen skinken "
"skioord skippen skischansspringen skispringen skivliegen skiën skûtsjesilen "
"slaan slaapwandelen slaapzakken slabakken slabben slabberen slachten "
"slachtofferen slagen slagersknecht slaggemiddelde slagregenen slaken slakken "
"slalommen slampampen slangenhalsschildpadden slangetjesrijden slanken slapen "
"slappen slatten slaven slechten slechthorend slechtpraten sleden "
"sleepvliegen sleepvoeten sleeën slempen slenteren sletten sleuren sleutelen "
"slibben slibberen slichten slidderen slieren slierten slijken slijmen "
"slijpen slijten slikken slimmerd slingeren slinken slippen slissen slobberen "
"slodderen sloffen slokken slonzen slooien slootjespringen slorpen slott "
"slotvoogd sloven slowen sluieren sluiken sluikstorten sluimeren sluipen "
"sluiten sluizen slungelen slurpen smachten smaden smaken smakken smalen "
"smallen smalvleugelmotten smarten smashen smeden smeken smelt smelten smeren "
"smergelen smetten smeulen smiespelen smijdigen smijten smikkelen smilen "
"smodderen smoelentrekken smoezelen smoezen smoken smokkelen smokken smoren "
"smossen smotsen smousen smousjassen smouten smouzen sms'en smukken smullen "
"smulpapen smurfen snaaien snacken snakken snappen snateren snauwen "
"snavelbranden sneaken snebbelen snebberen sneeuwbaldenken sneeuwballen "
"sneeuwen sneeuwmotten sneeuwruimen sneeuwsurfen sneeuwwitte sneevergulden "
"sneldrogen snelfietsen snelgroeien snelheidsbepalende snelheidsrecord "
"snelkoken snelkookrijst snellen snellezen snelroeien snelschaatsen "
"snelschaken snelschrijven snelstgroeien snelstromen sneltekenen sneltreinen "
"snelwandelen snelzwemmen snepen sneren snerken snerpen sneukelen sneuvelen "
"sneven snezen snibben sniffen snijbranden snijden snikken snipperen snoeien "
"snoeken snoepen snoeren snoeven snokken snollen snookeren snorkelen snorken "
"snorren snotteren snowboarden snowscooteren snuffelen snuffen snuisteren "
"snuit snuiten snuiven snurken socialiseren socialiste socializen "
"sodemieteren soebatten soevereinen soezen sofisticeren softballen soigneren "
"sok solderen solemniseren soleren solfegiëren solferen solidariseren "
"solideren sollen solliciteren solmiseren solmiëren solokoppen solorijden "
"solutiesnuiven solvateren solveren sommen sommeren sonderen sonoriseren "
"soppen sort sorteren soude souffleren souperen sourcyzen soutacheren "
"souteneren sovjettiseren sp-hybridiseren spaaien spaakbeen spaanvlechten "
"spaden spaken spalken spanen spankeren spannen spanseren sparen sparkelen "
"sparren spartelbenen spartelen spasten spatiëren spatten spatteren "
"specialiseren specificeren specifiëren specimen speculeren speechen speelen "
"speelgerechtigd speelgerechtigde speelrecht speelweide speerwerpen speken "
"spekglad spekken speksnijden spelden speldenwerken spelemeien spelen "
"spelerijden spelerskaart spelersloopbaan spelevaren spellen spenderen spenen "
"speren sperren speten spetsen spetten spetteren speuren spieden spiegelen "
"spiegelrijden spieken spieren spierverslappen spietsen spiezen spieën "
"spijbelen spijen spijkeren spijlen spijten spijzen spijzigen spikkelen "
"spillen spinnen spinneruilen spinzen spioneren spiralen spirantiseren "
"spitsen spitten splijten splinteren splitsen splitten spodderen spoedeisende "
"spoeden spoeien spoejen spoelen spoken spoliëren sponden sponsen sponsoren "
"sponsvliegen sponzen sponzenvissen spookrijden spoorbreedte spoorwijdte "
"spoorzoeken sporen sporofyt sporrelen sporten sportloopbaan sportschieten "
"sportvissen spotlachen spotten spouwen spraakafzien sprankelen sprayen "
"spreeuwenjagen spreiden spreken sprekenden sprengen sprenkelen sprieten "
"sprietlopen sprietogen sprietsen springen springspinnen sprinten spritsen "
"sproeien sproken sprokkelen sprongbeen spruiten spugen spuien spuiten "
"spuitvliegen spurten sputteren spuwen squashen squeezen staan staarsteken "
"staartbijten staarten staartschudden staartuiteinde staathuishoudkunde "
"staatsgezinde staatskampioen stabiliseren stacken stadsarchitect "
"stadsgezichten stadsorganist stadsrecht stadswapen stadt staen staffelen "
"stag stagelopen stagen stageren stagneren stakelen stalenslaan stalken "
"stallen stamelen stammen stampen stampvoeten standaardiseren standaardwapen "
"standhouden standweiden stangen stansen stanzen stapelen stapelverliefd "
"stappen staren starogen starten startgerechtigd startgewicht stationeren "
"statten statussen staven stayeren stechelen steekhouden steenbakken "
"steendrukken steenhouwen steensnijden steenwerpen steggelen steigeren "
"stekelen stekelroggen steken stekken stelen stellen stellingmolen stelpen "
"steltlopen steltmuggen stemgerechtigd stemmen stempelen stencilen stenen "
"stengelomvattend stengelomvattende stenigen stenograferen stenotypen steppen "
"stereotyperen sterfte steriliseren sterken sterrenkijken sterrenschieten "
"sterrenzingen sterven steunen steunrijden steuren stevenen stichten "
"stickeren stiefelen stiekemerd stieren stierenrennen stierenvechten stiften "
"stigmatiseren stijfkloppen stijfselen stijfslaan stijfvloeken stijgen "
"stijldansen stijlen stijven stikken stikstofdioxide stikstofhoudende "
"stikstofmonoxide stikstofoxiden stileren stilgezeten stilhouden stilleggen "
"stillen stillezen stilliggen stilstaan stilvallen stilzetten stilzitten "
"stilzwijgen stimuleren stinken stipendiëren stippelen stippelmotten stippen "
"stipuleren stockeren stoefen stoeien stoelen stoelenmatten stoepen "
"stoepparkeren stoepranden stoffen stofferen stofhagelen stofregenen "
"stofzuigen stofzuigeren stokebranden stoken stokken stoklopen stokschermen "
"stollen stollingsgesteente stolpen stomen stommelen stompen stoomhouden "
"stoomkraken stoomstrijken stootduiken stopleggen stoppelen stoppen stoptonen "
"stopzetten storen stormen stormloopt stormlopen storneren storten "
"stortregenen storyboard stoten stotteren stouwen straatjekeren straatkoersen "
"straatreinigen straatrodelen straatroven straatschenden straatslijpen "
"straatvegen strafexerceren straffen strafverzwaren strakzitten stralen "
"stranden strandjutten strandschelp stranguleren straten stratificeren "
"streaken streamen streammen streepsteken strekken strelen stremmen "
"strengelen strengen strepen stressen stresseren stresskippen stretchen "
"streuvelen streven stribbelen striemen strijden strijken strikken strippen "
"strodekken stroken stromen strompelen strooien stroombekken stroomdrijven "
"stroomlijnen stroomvoeren stroophappen strooplikken stroopsmeren stropen "
"stroppen stropzitten strossen strotzingen strovlechten strubbelen "
"structureren struikelen struikroven struikzakspinnen struinen struiven "
"studeren studietaak stuffen stuifzand stuiken stuiptrekken stuiten stuiteren "
"stuiven stuivertje-wisselen stukadoren stukbijten stukbreken stukdraaien "
"stuken stukeren stukgaan stukgooien stukhakken stukken stukknijpen stukkoken "
"stuklezen stuklopen stukmaken stukpraten stukrijten stukscheuren "
"stukschieten stukschoppen stukslaan stuksmijten stuksnijden stukspringen "
"stukstoten stuktrappen stuktrekken stukvallen stukvriezen stukwaaien "
"stukwoelen stukwrijven stukzeilen stulpen stumperen stunt stuntelen stunten "
"stuntvliegen sturen stutten stuwen stylen subduceren sublimeren submitteren "
"suborde subordineren subrogeren subsidiëren substantiveren substantiëren "
"substitueren sudderen suen sueren sueën suffen suffragaan suggereren "
"suikeren suikergehalte suikerhoudende suilen suizebollen suizelen suizen "
"sukkelen sullen summeren superaanvullen supergeleiden supergezellig "
"superheld superhelden superorde superponeren superstunten superviseren "
"superzorgen supineren suppleren suppliëren supponeren supporteren "
"supprimeren surfen surinamiseren surplacen surveilleren suspenderen sussen "
"sussende suïcideren swietslaan swingen switchen symbioot symboliseren "
"sympathiseren synchroniseren synchroonspringen synchroonzwemmen syncoperen "
"syncretiseren syndiceren syndikeren synthetiseren syntypen systeemdenken "
"systematiseren t'kinen taaien tabakken tabellariseren tabelleren "
"tabernakelen tabuleren tackelen tae-boën tafeldekken tafeldienen tafelen "
"tafelkloppen tafelschuimen tafelspringen tafeltennissen tafelvoetballen "
"taggen taiboksen tailleren taimen takelen taken takken talen taliën talloren "
"talmen tamboeren tamboereren tampen tamponneren tanddragen tanden "
"tandenknarsen tandenkrijgen tandenpoetsen tandenvijlen tandknarsen tanen "
"tanken tankette tankmelken tantaliseren tapdansen tapen tapijtbanen "
"tapijtknopen tapiseren tappelen tappen tariferen tarnen tarren tarreren "
"tarten tassen tasten tastermotten tateren tatoeëren taxeren taxiën taxon "
"teammen teamsprint teaën tectyleren teemsen teerlingen tegelbakken tegelen "
"tegelzetten tegemoetkomen tegemoetzien tegenademen tegenblaffen tegenblazen "
"tegenblikken tegenblinken tegenboren tegenbotsen tegenbrassen tegendraven "
"tegendringen tegendrukken tegenduwen tegeneten tegengaan tegengalmen "
"tegengapen tegengestelde tegengeuren tegenglimmen tegenglinsteren "
"tegengloeien tegengolven tegenhebben tegenhield tegenhouden tegenjuichen "
"tegenkakelen tegenkammen tegenkampen tegenkanten tegenkijven tegenklinken "
"tegenknikken tegenkomen tegenlachen tegenliggen tegenlopen tegenmaken "
"tegenmarcheren tegenmompelen tegenmorren tegennaaien tegenoverstaand "
"tegenoverstaande tegenoverstellen tegenpraten tegenpruttelen tegenrennen "
"tegenrijden tegenroepen tegenrollen tegenrukken tegenschitteren "
"tegenschoppen tegenschreeuwen tegenscoren tegenslaan tegenslagen "
"tegensnellen tegenspannen tegenspartelen tegenspelen tegensporrelen "
"tegenspreken tegenspruttelen tegensputteren tegenstaan tegensteken "
"tegenstellen tegenstemmen tegenstoten tegenstralen tegenstreven "
"tegenstribbelen tegenstrijden tegenstromen tegensturen tegentekenen "
"tegentrekken tegenvallen tegenvliegen tegenwaaien tegenwerken tegenwerpen "
"tegenworstelen tegenwringen tegenzeggen tegenzetten tegenzit tegenzitten "
"tegenzomen teilen teisteren tekeergaan tekend tekenen tekortdoen tekortkomen "
"tekortschieten tekstbewerken tekstschrijven tekstverwerken telebankieren "
"telefaxen telefoneren telefoondraden telegraferen telegrafist telen "
"teleporteren telescoperen teleurstellen televisiebeeld televisiedebuut "
"televisiekijken televisieproducent televoten telewerken telewinkelen telexen "
"teljoorlikken tellen teloorgaan temen temmen tempeesten tempelen tempen "
"temperaturen temperen temporiseren tempteren tenderen teneerdrukken "
"tenen-bij-elkaar-knijpen tenenkrommen tengelen tenietdoen tenietgaan "
"tenietlopen tennishallen tennissen tentamineren tenteren tentoonspreiden "
"tentoonstellen terechtbrengen terechthelpen terechtkomen terechtkunnen "
"terechtleggen terechtstaan terechtstellen terechtvallen terechtwijzen "
"terechtzetten teren tergen termineren ternederdrukken ternederliggen "
"ternederslaan ternedervallen ternederzitten terneerbliksemen terneerbukken "
"terneerdrukken terneerklateren terneerliggen terneerschrijven terneerslaan "
"terneersmakken terneerstorten terneervallen terneervellen terneervlijen "
"terneerwerpen terneerzitten terrassen terrasseren terreinbeheren "
"terreinrijden terroriseren terug-sms'en terugbekken terugbekomen terugbellen "
"terugbetalen terugbevragen terugbezorgen terugbiggen terugbijten "
"terugbladeren terugblikken terugboeken terugbouwen terugbracht terugbrengen "
"terugchagrijnen terugclaimen terugcrossen terugdacht terugdeinzen "
"terugdenken terugdoen terugdraaien terugdrijven terugdringen terugduiken "
"terugduwen terugeisen terugfaxen terugfietsen terugflitsen terugfluiten "
"terugfokken teruggaan teruggeleiden teruggepakt teruggerekend teruggeven "
"terugglijden teruggooien teruggrijpen teruggroeten terughaken terughalen "
"terughangen terughebben terughollen terughoren terughouden terugijlen "
"terugjagen terugkaatsen terugkappen terugkeren terugkijken terugkomen "
"terugkopen terugkoppelen terugkoppen terugkrabbelen terugkrabben "
"terugkrijgen terugkruisen teruglachen terugleggen terugleiden terugleveren "
"teruglezen terugliften teruglopen terugluisteren terugmailen terugmarcheren "
"terugnemen terugontvangen terugpakken terugpekelen terugpikken terugplaatsen "
"terugplagen terugploegen terugplooien terugpraten terugredeneren terugreizen "
"terugrekenen terugrennen terugrijden terugroeien terugroepen terugrollen "
"terugschaatsen terugschakelen terugschelden terugschenken terugschieten "
"terugschoppen terugschreeuwen terugschrijven terugschrikken terugschroeven "
"terugschuiven terugseinen terugskiën terugslaan terugsleeën terugslepen "
"terugsluizen terugsms'en terugsneaken terugsnijden terugsnoeien terugspelen "
"terugsplitsen terugspoeden terugspoelen terugspreken terugspringen "
"terugsteken terugstellen terugstorten terugstoten terugstromen terugstuiten "
"terugsturen terugtellen terugtitreren terugtoveren terugtrappen terugtreden "
"terugtrekken terugvallen terugvaren terugvechten terugveranderd "
"terugverdienen terugveren terugvergroten terugverhuizen terugverlangen "
"terugveroveren terugverplaatsen terugvertalen terugvertellen terugverwachten "
"terugverwijzen terugvinden terugvlaggen terugvliegen terugvloeien "
"terugvoeren terugvorderen terugvouwen terugvragen terugvuren terugwandelen "
"terugwensen terugwerken terugwerpen terugwijken terugwijzen terugwinden "
"terugwinnen terugzakken terugzeggen terugzeilen terugzenden terugzetten "
"terugzien terugzoeken terugzwaaien terugzwemmen testen testeren testpiloot "
"testrijden testrunnen tetraploïde tetrissen tetteren teugelen teuten "
"teuteren tevredenstellen teweegbrengen teweerstellen tewerkstellen tezen "
"thaiboksen theaterschool theatraliseren theedrinken theeplukken theeslaan "
"theezetten theeën thematiseren theologiseren theoretiseren theropode "
"theropoden thesissen thuisbankieren thuisbehoren thuisbezorgen thuisbleven "
"thuisblijven thuisbrengen thuishalen thuishoren thuishouden thuiskomen "
"thuiskrijgen thuislaten thuisliggen thuislopen thuisnemen thuisspelen "
"thuissturen thuisvaren thuiswachten thuiswereld thuiswerken thuiswijzen "
"thuiswinden thuiswinkelen thuiswonen thuiszitten thuiszoeken tibetoloog "
"tichelen tichten tiefen tierelieren tieren tijdreizen tijdrekken tijdrijden "
"tijdscharen tijgen tijgeren tijpen tikkelen tikken tiktakken tillen timen "
"timmeren tingelen tinkelen tinken tintelen tintelogen tinten tippelen tippen "
"tirailleren tiranniseren tirasseren titelen titreren tituleren tiërceren "
"tjangelen tjilpen tjingelen tjirpen tjoempen tjoepen tjokken tjolen tjollen "
"toasten tobben tochten todderen toddiken toe-eigenen toeademen toebakken "
"toebedelen toebedenken toebedingen toebehoren toebeloven toebereiden "
"toebeschikken toebetalen toebetrouwen toebidden toebijten toebinden "
"toeblaffen toeblazen toeblinken toebonzen toebouwen toebracht toebranden "
"toebreien toebrengen toebrommen toebrullen toebuigen toebulderen toedammen "
"toedekken toedelen toedenken toedichten toedienen toedijken toedoen "
"toedonderen toedouwen toedraaien toedragen toedrijven toedrinken toedrukken "
"toeduwen toefelen toeflappen toefluisteren toefluiten toegaan toegeuren "
"toegeven toegieten toegillen toeglimmen toegooien toegrauwen toegrendelen "
"toegrijnzen toegrijpen toegroeien toegrommen toehakken toehalen toehappen "
"toeheiligen toehoren toehouden toehouwen toejubelen toejuichen toek "
"toekaatsen toekalken toeken toekennen toekeren toekijken toeklampen "
"toeklappen toeklemmen toekletsen toekleven toeklinken toeknellen toeknijpen "
"toeknikken toeknippen toeknopen toekomen toekrijgen toekrijsen toekuipen "
"toekunnen toekurken toekussen toelachen toelakken toelangen toelappen "
"toelaten toeleggen toeleven toeleveren toelichten toeliggen toelijken "
"toelispelen toelonken toelopen toeluiken toeluisteren toemaken toemalen "
"toemazen toemeten toemetselen toemetsen toemoffelen toemompelen toemuren "
"toenaaien toenaderen toenagelen toenemen toenijpen toepakken toepassen "
"toepekken toepen toepennen toepersen toepitsen toeplakken toepleisteren "
"toeploffen toeplooien toepraaien toeprangen toeprevelen toeproppen toereden "
"toeregenen toereiken toerekenen toeren toerennen toerfietsen toeriemen "
"toerijden toeristenoord toernooien toeroepen toerollen toerroeien toerskiën "
"toerusten toervaren toerzeilen toeschaken toeschatten toescheiden "
"toeschieten toeschijnen toeschikken toeschitteren toeschoppen toeschopt "
"toeschouwen toeschreeuwen toeschrijven toeschroeien toeschroeven toeschuiven "
"toeseinen toesissen toesjorren toeskaten toeslaan toeslempen toeslepen "
"toeslibben toeslijken toeslikken toeslingeren toesluipen toesluiten "
"toesluizen toesmakken toesmeden toesmelten toesmeren toesmijten toesnauwen "
"toesneeuwen toesnellen toesnepen toesnijden toesnoeren toesnokken "
"toesolderen toespelden toespelen toespeten toespiegelen toespijkeren "
"toespitsen toespoelen toesponnen toespreken toespringen toestaan toestappen "
"toesteken toestellen toestelturnen toestemmen toestikken toestoppen "
"toestormen toestorten toestoten toestralen toestrekken toestrijken "
"toestrikken toestromen toestroppen toestuiven toesturen toetakelen toetasten "
"toetellen toeten toeteren toetimmeren toetrappen toetreden toetrekken "
"toetsen toetuigen toevallen toeven toevertrouwen toevijzen toevliegen "
"toevloeien toevloeken toevoegen toevoeren toevouwen toevriezen toewaaien "
"toewalsen toewandelen toewassen toewegen toewelven toewenden toewenken "
"toewensen toewerken toewerpen toewijden toewijzen toewringen toewuiven "
"toezakken toezegelen toezeggen toezenden toezetten toezichthouden "
"toezichthoudend toezien toezingen toezuigen toezwaaien toezwellen toezweren "
"toffelen togen toiletmaken toiletteren tokkelen tokken tolereren tolgeld "
"tolken tollen tomen toneellessen toneelspelen tonen tongen tongklakken "
"tongklakkeren tongworstelen tongzoenen tonifiëren tonkruipen tonlopen tonnen "
"tonsureren tooien toonzetten toornen toosten top topdrukte toppen torderen "
"torenen torenspringen tormenteren tornen tornooien torpederen torsen "
"tortelen tossen totaal totaliseren tote totentrekken totstandbrengen "
"totstandkomen totteren toucheren touchscreen touperen touren tourt "
"touwdraaien touwen touwklimmen touwpluizen touwslaan touwtjespringen "
"touwtrekken toveren traanbeen traanogen trabakken traceren trachten tracken "
"tractorracen trafikeren trainen traineren trainersloopbaan trakteren traliën "
"trammen trampolinespringen trancheren tranen transcenderen transcriberen "
"transept transfereren transfigureren transfixeren transformeren transigeren "
"translateren translitereren transmitteren transmuteren transpireren "
"transplanteren transponeren transporteren transsubstantiëren trappelen "
"trappen trappenlopen traptoren trassen trasseren traumatiseren traven "
"traverseren travesteren trawlen trechteren treden treffen treilen "
"treinconcept treinen treiterden treiteren trekkebekken trekkebenen trekken "
"treksterkte trembleren tremmen tremuleren trenzen trepaneren tressen treuren "
"treuzelen trianguleren triatleet triatlete tribuut triggeren trijsen "
"trijzelen triklien triktrakken trillen trilspinnen trimmen triomferen "
"tripleren tripliceren trippelen trippen triptrappen trishen trissen tritsen "
"trivianten triëren troebleren troefelen troepen troepialen troetelen troeven "
"troffelen troggelen trolleybussen trombonist trommelen trommelremmen "
"trommelslaan trommen trompen trompetten trompetteren tronen troosten "
"tropische trossen trotseren trotten trouwen trufferen truggelen trukeren "
"truten trấn tsjilpen tsjirpen tsjoelen tuchtigen tuffen tufsteen tuien "
"tuieren tuigen tuilen tuimelen tuinen tuinieren tuisen tuitelen tuiten "
"tukken tulken tulku tunen turen turfspitten turfsteken turftonnen "
"turftrekken turken turnen turven tusschen tussendraaien tussenhangen "
"tussenkomen tussenlassen tussenplaatsen tussenschuiven tussenstoppen "
"tussenvoegen tussenzetten tussenzitten tuten tuteren tutoyeren tutten "
"tuutten tv-kijken twee-met-stuurman tweedekansronde tweederde tweernen "
"tweetakt tweetakten tweetaktmotoren tweevleugeligen tweten twijfelen twijnen "
"twinkelen twisten twitteren tyfen tyfoonseizoen typen typeren typesoort "
"typespecimen uit-steken uitademen uitbaarden uitbabbelen uitbaggeren "
"uitbakenen uitbakken uitbalanceren uitbaliën uitbalken uitbanen uitbannen "
"uitbarsten uitbarstten uitbaten uitbazuinen uitbeelden uitbehandelen "
"uitbeitelen uitbellen uitbenen uitbesteden uitbetalen uitbetten uitbezemen "
"uitbidden uitbiechten uitbijten uitbikken uitbillen uitbinden uitblaken "
"uitblakeren uitblazen uitbleken uitblijven uitblinken uitbloeden uitbloeien "
"uitbloemen uitblussen uitblutsen uitbobbelen uitboedelen uitboegseren "
"uitboeken uitboenen uitboeren uitboeten uitboetseren uitboezemen uitbollen "
"uitbomen uitbonjouren uitboren uitborgen uitborrelen uitborstelen uitbotten "
"uitbouwen uitbowlen uitbrabbelen uitbraden uitbraken uitbranden uitbreiden "
"uitbreien uitbreken uitbrengen uitbrieven uitbroeden uitbroeien uitbrokkelen "
"uitbrommen uitbrullen uitbuffelen uitbuien uitbuigen uitbuiken uitbuilen "
"uitbuiten uitbulderen uitbulken uitbulten uitcasten uitchecken uitcijferen "
"uitdagen uitdampen uitdansen uitdeinen uitdelen uitdelgen uitdelven "
"uitdenken uitdeuken uitdienen uitdiepen uitdiept uitdieven uitdijen "
"uitdineren uitdiscussiëren uitdoelpunten uitdoen uitdoezelen uitdokken "
"uitdokteren uitdonderen uitdoppen uitdorren uitdorsen uitdossen uitdoven "
"uitdraaien uitdragen uitdraven uitdrijven uitdringen uitdrinken uitdrogen "
"uitdromen uitdroppelen uitdroppen uitdruipen uitdrukken uitdruppelen "
"uitdruppen uitduiden uitdunnen uitduvelen uitduwen uitdweilen uiteenbarsten "
"uiteenbuigen uiteendoen uiteendraaien uiteendrijven uiteengaan uiteengroeien "
"uiteenhouden uiteenjagen uiteenkrijgen uiteenleggen uiteenlopen uiteennemen "
"uiteenplaatsen uiteenrafelen uiteenranselen uiteenrijten uiteenrollen "
"uiteenrukken uiteenschrijven uiteenschuiven uiteenslaan uiteensmijten "
"uiteenspatten uiteensplijten uiteenspringen uiteenstaande uiteenstrijken "
"uiteenstuiven uiteentrappen uiteenvallen uiteenvliegen uiteenvloeien "
"uiteenvouwen uiteenwerpen uiteenwijken uiteenzetten uiteggen uiten uitenten "
"uitenteren uiterwaarden uiteten uitetsen uitetteren uitfaden uitfaseren "
"uitfilteren uitfladderen uitflappen uitfloepen uitfluiten uitfoeteren "
"uitfreaken uitfrezen uitfuiven uitgaan uitgalmen uitgassen uitgasten "
"uitgehard uitgeklopt uitgemikt uitgepeild uitgeraken uitgeven uitgezongen "
"uitgieren uitgieten uitgillen uitgipsen uitgisten uitglibberen uitglijden "
"uitglippen uitgloeien uitgolven uitgommen uitgooien uitgraven uitgroeien "
"uitgummen uithagelen uithaken uithakken uithalen uithallen uithalzen "
"uithameren uithangen uitharden uitharen uitharken uitharpen uithebben "
"uitheffen uithekelen uithelpen uithevelen uithielen uithijgen uithijsen "
"uithikken uithoeken uithoesten uithollen uithongeren uithooien uithoren "
"uithorsten uithouden uithouwen uithozen uithuilen uithuizen uithuwelijken "
"uithuwen uitijzen uitjagen uitjammeren uitjanken uitjassen uitjoelen "
"uitjouwen uitjubelen uitjuichen uitkaaien uitkaarden uitkaderen uitkafferen "
"uitkakelen uitkakken uitkalven uitkammen uitkankeren uitkanten uitkappen "
"uitkarnen uitkartelen uitkasten uitkauwen uitkavelen uitkeilen uitkepen "
"uitkeren uitkermen uitkernen uitkerven uitketteren uitkiemen uitkienen "
"uitkiepen uitkieperen uitkiezen uitkijken uitkijktoren uitkippen uitkitsen "
"uitklagen uitklappen uitklaren uitklauteren uitkleden uitkleien uitkleppen "
"uitkletsen uitklimmen uitklinken uitkloken uitklokken uitkloppen uitklussen "
"uitknabbelen uitknagen uitknappen uitkneden uitknijpen uitknikkeren "
"uitknippen uitknipt uitknobbelen uitknobelen uitknokken uitknopen uitkoken "
"uitkomen uitkopen uitkoppelen uitkoteren uitkotsen uitkotteren uitkraaien "
"uitkrabbelen uitkrabben uitkragen uitkramen uitkrassen uitkrauwen uitkrijgen "
"uitkrijsen uitkrijten uitkristalliseren uitkroppen uitkruien uitkruipen "
"uitkruisen uitkuieren uitkuilen uitkuisen uitkunnen uitkuren uitkweken "
"uitkwelen uitlachen uitladen uitlangen uitlappen uitlaten uitlebberen "
"uitleenbeurt uitleesten uitleggen uitleiden uitlekken uitlenen uitlengen "
"uitlepelen uitlepperen uitlessen uitleuren uitleven uitleveren uitlezen "
"uitlichten uitliggen uitlijnen uitlikken uitloden uitloeien uitlogen "
"uitloggen uitlokken uitloodsen uitlopen uitloten uitloven uitlozen "
"uitluchten uitluiden uitluien uitluisteren uitlullen uitmaken uitmalen "
"uitmasseren uitmelken uitmendelen uitmergelen uitmesten uitmeten uitmetselen "
"uitmijnen uitmikken uitmixen uitmoeren uitmonden uitmonsteren uitmoorden "
"uitmunten uitnemen uitniezen uitnijpen uitnoden uitnodigen uitoefenen "
"uitonderhandelden uitonderhandelen uitontwikkeld uitpakken uitpalmen "
"uitpeinzen uitpellen uitpennen uitpenselen uitpersen uitpeuteren uitpeuzelen "
"uitpezen uitpiekeren uitpieren uitpieteren uitpijnen uitpikken uitpissen "
"uitpitten uitplaatsen uitplanten uitploegen uitplooien uitpluizen uitplukken "
"uitplunderen uitplussen uitpoepen uitpoesten uitpoetsen uitpoffen uitpoken "
"uitpompen uitponden uitponsen uitpooien uitporren uitpoten uitpraten "
"uitpreken uitprepareren uitprijzen uitprinten uitproberen uitprocederen "
"uitproesten uitpuffen uitpuilen uitpunten uitpuren uitputten uitpuzzelen "
"uitraderen uitrafelen uitragen uitrammelen uitrangeren uitrapen uitrazen "
"uitredden uitreden uitredeneren uitregenen uitreiken uitrekenen uitrekken "
"uitremmen uitrennen uitreven uitrichten uitrijden uitrijpen uitrijzen "
"uitrissen uitrochelen uitroeien uitroepen uitroken uitrollen uitromen "
"uitronden uitronken uitroosteren uitrotten uitrouwen uitrozen uitruien "
"uitruilen uitruimen uitrukken uitrusten uitschakelen uitschallen uitschampen "
"uitscharen uitschateren uitschaven uitscheiden uitschelden uitschemeren "
"uitschenken uitscheppen uitscheren uitschetsen uitscheuren uitschieten "
"uitschiften uitschijnen uitschijten uitschilderen uitschilferen "
"uitschitteren uitschoffelen uitschoppen uitschrabben uitschrapen "
"uitschrappen uitschreeuwen uitschreien uitschrijven uitschrobben "
"uitschroeven uitschudden uitschuieren uitschuiven uitschulpen uitschuren "
"uitschutten uitseinen uitselecteren uitserveren uitsijpelen uitsjezen "
"uitslaan uitslachten uitslapen uitslepen uitsleuren uitslibben uitslibberen "
"uitsliepen uitslijpen uitslijten uitslingeren uitslobberen uitslorpen "
"uitsloven uitsluipen uitsluiten uitslurpen uitsmeden uitsmelten uitsmeren "
"uitsmijten uitsmokkelen uitsneeuwen uitsnellen uitsnijden uitsnoeien "
"uitsnorren uitsnuiten uitsnuiven uitsoevereinen uitsoppen uitsorteren "
"uitspaken uitspanen uitspannen uitsparen uitspatten uitspelen uitspellen "
"uitspieën uitspinnen uitspitten uitsplijten uitsplitsen uitspoelen uitspoken "
"uitspreiden uitspreken uitspringen uitspruiten uitspugen uitspuien "
"uitspuiten uitspuwen uitstaan uitstallen uitstamelen uitstampen uitstansen "
"uitstappen uitstaren uitsteken uitstekken uitstellen uitsterven uitstevenen "
"uitstijgen uitstippelen uitstoelen uitstoffen uitstomen uitstormen "
"uitstorten uitstoten uitstotteren uitstralen uitstrekken uitstrepen "
"uitstrijden uitstrijken uitstromen uitstrooien uitstropen uitstuffen "
"uitstuiven uitstukken uitstulpen uitsturen uitswingen uittakelen uittanden "
"uittappen uittarnen uittarten uittekenen uittellen uitteren uittesten "
"uittetteren uittieren uittijgen uittijpen uittikken uittillen uittobben "
"uittoeteren uittollen uittorenen uittornen uittrainen uittrappen uittreden "
"uittrekken uittreuren uittrommelen uittrompetten uittrouwen uittuilen "
"uittuimelen uitturen uittypen uitvaardigen uitvagen uitvallen uitvangen "
"uitvaren uitvechten uitvegen uitvenen uitventen uitverbreden uitverdedigen "
"uitverdienen uitvergaderen uitvergroten uitverkiezen uitverkopen "
"uitversterken uitvertellen uitverzoeken uitveteren uitvezelen uitvieren "
"uitvigileren uitvijlen uitvinden uitvissen uitvlaggen uitvlakken uitvliegen "
"uitvlieten uitvloeien uitvloeken uitvlokken uitvlooien uitvoegen uitvoeren "
"uitvoerenden uitvogelen uitvorderen uitvorsen uitvouwen uitvragen uitvreten "
"uitvriezen uitvullen uitwaaien uitwaaieren uitwaken uitwalsen uitwandelen "
"uitwannen uitwasemen uitwassen uitwateren uitwegen uitweiden uitweken "
"uitwellen uitwenen uitwennen uitwerken uitwerpen uitweven uitwieden "
"uitwiggen uitwijden uitwijken uitwijzen uitwinden uitwinnen uitwinteren "
"uitwippen uitwisselen uitwissen uitwoeden uitwoekeren uitwoelen uitwonen "
"uitwortelen uitwrijven uitwringen uitwroeten uitwuiven uitzaaien uitzagen "
"uitzakken uitzavelen uitzeggen uitzeilen uitzemen uitzenden uitzepen "
"uitzetten uitzeven uitzeveren uitzieden uitzieken uitzien uitziften "
"uitzijgen uitzingen uitzitten uitzoedelen uitzoeken uitzonden uitzonderen "
"uitzoomen uitzouten uitzuchten uitzuigen uitzuinigen uitzuipen uitzuiveren "
"uitzwaaien uitzwabberen uitzwavelen uitzwellen uitzwemmen uitzwenken "
"uitzweren uitzwermen uitzwerven uitzweten uitzwieren ul-mulk ultralopen "
"unduleren unificeren uniformeren uniformiseren universeren uniëren updaten "
"upgraden uploaden urbaniseren urineren urmen usurperen utiliseren utms-en "
"vaakste vaandelzwaaien vaardigen vaarwelzeggen vaatjesteken vaatplanten "
"vaccineren vaceren vacuümsmelten vacuümtrekken vacuümzuigen vademen vaderen "
"vaderlandslievende vaderszijde vagebonderen vagen vakbondsafgevaardigde "
"vakgenoot vakkenvullen vaktekenen valen valideren vallen valoriseren "
"valschermspringen valuteren valzweven vamen vampieren van't vandaliseren "
"vanden vaneenkloven vaneenrijten vaneenrukken vaneenscheiden vaneenscheuren "
"vaneensplijten vaneenspringen vaneentrekken vaneenvallen vangen vaporiseren "
"varaan varanen varen variabiliseren variëren vastankeren vastbakken "
"vastberaden vastbijten vastbinden vastblazen vastboeien vastbouten "
"vastbouwen vastdoen vastdraaien vastdrijven vastdrukken vastduwen vasten "
"vastgespen vastgevroren vastgieten vastgrabbelen vastgrijpen vastgroeien "
"vasthaken vasthangen vasthebben vasthechten vasthouden vastkeggen "
"vastketenen vastkitten vastklampen vastklemmen vastkleven vastklikken "
"vastklinken vastklitten vastkloppen vastkluisteren vastknellen vastknijpen "
"vastknopen vastkoeken vastkoppelen vastkrammen vastkrijgen vastlakken "
"vastlassen vastleggen vastliggen vastlijmen vastlopen vastmaken vastmarlen "
"vastmeren vastmetselen vastnaaien vastnagelen vastnemen vastnestelen "
"vastnieten vastomlijnde vastomlijnen vastpakken vastpinnen vastplakken "
"vastpluggen vastpraten vastprikken vastredeneren vastregenen vastrijden "
"vastrijgen vastroeien vastroesten vastschieten vastschroeven vastschuiven "
"vastsjorren vastslaan vastsmeden vastsnoeren vastsolderen vastspelden "
"vastspieën vastspijkeren vaststaan vaststampen vaststeken vaststellen "
"vaststikken vaststrikken vaststuwen vasttimmeren vasttrappen vasttreden "
"vasttrekken vastvaren vastvijzen vastvliegen vastvragen vastvriezen "
"vastwerken vastwiggen vastwoelen vastwortelen vastzeilen vastzetten "
"vastzitten vastzuigen vaten vatenwassen vatten vazallen vechten vectorruimte "
"vectorveld vedelen vedergewicht vedermotten veefokken veelgebruikt "
"veelgevraagd veelscoren veelvoorkomende veenbranden veengraven veenmollen "
"veenspitten veentrekken veesten veeweiden vegen vegeteren veilen "
"veiligstellen veinzen veldlopen veldrijden veldsprinkhanen velen vellen "
"vellenploten velouteren vemen ven vendelen vendelzwaaien venen venereren "
"venten ventileren ventjagen veraangenamen veraanschouwelijken verabsoluteren "
"veraccijnzen verachtelozen verachten verachteren verademen verafgoden "
"verafschuwen verakmenderen veralgemenen veralgemeniseren veramerikaansen "
"veramerikaniseren veranderen verankeren verantwoorden verarmen verassen "
"verbabbelen verbakken verbaliseren verbannen verbasteren verbazen verbedden "
"verbeelden verbeestelijken verbeesten verbeiden verbelgischen verbellen "
"verbenen verbergen verbeteren verbeulemansen verbeurdverklaren verbeuren "
"verbeuzelen verbidden verbieden verbijsteren verbijten verbijzonderen "
"verbinden verbitteren verbleken verblijden verblijven verblikken verblinde "
"verblinden verbloeden verbloemen verblozen verbluffen verbodemen verboemelen "
"verboeren verboersen verboeten verbouwen verbranden verbrassen verbreden "
"verbreiden verbreken verbrijzelen verbroddelen verbrodden verbroederen "
"verbroeien verbrokkelen verbruien verbruiken verbuigen verburgerlijken "
"verchristelijken verchromen vercijferen vercommercialiseren verdagen "
"verdampen verdapperen verdedigen verdeemoedigen verdekken verdelen verdelgen "
"verdenken verderdoen verdergaan verderlopen verderspoelen verderven "
"verderzetten verderzweven verdichten verdienen verdiepen verdierlijken "
"verdietsen verdijen verdikken verdisconteren verdobbelen verdoeken verdoemen "
"verdoen verdoezelen verdoffen verdokteren verdolen verdommen verdonkeremanen "
"verdonkeren verdopen verdorren verdoven verdraaien verdragen verdrevene "
"verdriedubbelen verdrieten verdrievoudigen verdrijven verdringen verdrinken "
"verdrogen verdromen verdrukken verdubbelen verduffen verduidelijken "
"verduiken verduisteren verduitsen verduizendvoudigen verdunnen verduren "
"verdutten verduurzamen verduwen verdwalen verdwazen verdwijnen veredelen "
"vereelten vereenvoudigen vereenzamen vereenzelvigen vereeuwigen vereffenen "
"vereisen veren verenen verengelsen verengen verenigen verenkelen verenpikken "
"vereren verergeren vererven veresteren veretteren vereuropesen verevenen "
"verfijnen verfilmen verflauwen verflensen verfoeien verfoeliën verfomfaaien "
"verfommelen verfraaien verfransen verfrissen verfrommelen verfronselen "
"verfuiven vergaan vergaderen vergallen vergalopperen vergapen vergaren "
"vergarsten vergassen vergasten vergeestelijken vergelden vergelen "
"vergelijken vergemakkelijken vergen vergenoegen vergeven vergevorderde "
"vergewissen vergezellen vergezelschappen vergezochte vergieten vergiftigen "
"vergissen vergisten verglazen vergletsjerd vergletsjerde verglijden "
"verglimmen vergoddelijken vergoden vergoeden vergoeilijken vergoelijken "
"vergokken vergooien vergrammen vergrauwen vergraven vergrendelen vergrijpen "
"vergrijzen vergroeien vergroenen vergroten vergroven vergruizelen vergruizen "
"verguizen vergulden vergunnen verhaasten verhabbezakken verhagelen "
"verhakkelen verhakken verhakselen verhakstukken verhalen verhalvezolen "
"verhandelen verhangen verhanselen verhapstukken verharden verharen "
"verhaspelen verheerlijken verheffen verheien verheimelijken verhelderen "
"verhelen verhelpen verhemeltebeen verheugen verhevigen verhinderen verhippen "
"verhitten verhoeden verhoefslagen verhoeren verhogen verhollandsen "
"verhonderdvoudigen verhongeren verhoornen verhopen verhoren verhouden "
"verhout verhovaardigen verhuizen verhullen verhuren verhypothekeren "
"verifiëren verijdelen verijdeltuiten verijzen verindischen verinlandsen "
"verinnerlijken verinnigen verinteresten verintresten verjaag verjagen "
"verjaren verjeugdigen verjongen verkalken verkalmen verkankelemienen "
"verkankeren verkappen verkassen verkavelen verkazen verkennen verkeren "
"verkerven verketteren verkeuren verkielen verkiezen verkijken verkillen "
"verkindsen verkladden verklanken verklappen verklaren verkleden verkleinen "
"verkleinwoord verkletsen verkleumen verkleuren verklikken verkloeken "
"verklooien verkloten verklungelen verknallen verknechten verkneukelen "
"verkneuteren verkniezen verknijpen verknippen verknoeien verknollen "
"verknopen verknutselen verkoelen verkoken verkokeren verkolen verkommeren "
"verkonden verkondigen verkondschappen verkonkelen verkopen verkoperen "
"verkorrelen verkorsten verkorten verkozene verkrachten verkrampen "
"verkreukelen verkreuken verkreupelen verkrijgen verkrimpen verkrommen "
"verkroppen verkrotten verkruien verkruimelen verkuilen verkwanselen "
"verkwijnen verkwikken verkwisten verladen verlagen verlakken verlammen "
"verland verlande verlanden verlangden verlangen verlangzamen verlanterfanten "
"verlappen verledigen verleen verleggen verleiden verleien verlekkeren "
"verlelijken verlenen verlengen verleppen verleren verletten verleuteren "
"verlevendigen verlezen verlichten verliederlijken verlieren verlieslatende "
"verlieven verliezen verliggen verlijden verlijmen verlinken verlinksen "
"verlittekenen verloden verloederen verlofsparen verlokken verlonen "
"verloochenen verlopen verlossen verloten verloven verluchten verluchtigen "
"verluiden verluieren verlullen verlummelen verlustigen vermaagschappen "
"vermaatschappelijken vermageren vermaken vermaledijden vermaledijen vermalen "
"vermanen vermangelen vermannelijken vermannen vermarkt vermarkten "
"vermeerderen vermeesteren vermeien vermelden vermemelen vermenen vermengen "
"vermenigvuldigen vermenselijken vermeten vermijden vermiljoenen verminderen "
"verminken vermissen vermixen vermoeden vermoeien vermoeilijken vermoeren "
"vermoffelen vermoffen vermogen vermolmen vermommen vermooien vermoorden "
"vermorsen vermorzelen vermuffen vermunten vermurwen vernaaien vernachelen "
"vernachten vernagelen vernauwen vernederen vernederlandsen vernemen "
"vernestelen verneuken verneuriën vernevelen vernichelen vernielen "
"vernietigen vernieuwen vernieuwerwetsen vernikkelen vernissen vernoemen "
"vernummeren veronaangenamen veronachtzamen veronderstellen verongelijken "
"verongelukken verontachtzamen verontheiligen verontreinigen verontrusten "
"verontschuldigen verontwaardigen veroordelen veroorloven veroorzaken "
"verootmoedigen veropenbaren verorberen verordenen verordineren verordonneren "
"verouderen verouwelijken veroveren verpachten verpakken verpanden verpassen "
"verpatsen verpauperen verpekelen verpersoonlijken verpesten verpieteren "
"verplaatsen verplanten verpleeghuizen verplegen verpletten verpletteren "
"verplichten verplooien verpoesterd verpolitieken verpompen verpompt "
"verpoppen verpoten verpotten verpozen verpraten verproperen verprotestantsen "
"verprutsen verpulveren verrafelen verraggen verramsjen verrassen verrechtsen "
"verrechtvaardigen verregenen verreiken verreizen verrekenen verrekken "
"verremmen verrichten verrijden verrijken verrijzen verrimpelen verroeien "
"verroeren verroesten verroken verrollen verronselen verroomsen verrotten "
"verruilen verruimen verrukken verruwen verruïneren versagen versassen "
"verschaffen verschalen verschalken verschansen verscharen verscheiden "
"verschelen verschenken verschepen verscheren verscherpen verscherven "
"verscheuren verscheven verschieten verschijnen verschikken verschilferen "
"verschillen verschillenden verschimmelen verschoeperen verschonen "
"verschoppen verschralen verschranken verschrijven verschrikken verschroeien "
"verschrompelen verschroten verschudden verschuilen verschuiven verschuldigen "
"verschutten versieren versificeren versifiëren versimpelen versjachelen "
"versjacheren versjouwen versjteren verslaan verslaggeven verslampampen "
"verslapen verslappen verslaven verslechten verslechteren verslensen "
"verslepen versleuren versleutelde versleutelen verslibben verslijken "
"verslijmen verslijten verslikken verslinden verslingeren verslodderen "
"versloffen verslonzen versluieren versluiten versluizen versmachten "
"versmaden versmallen versmeden versmelten versmijten versmoren versmullen "
"versnellen versnijden versnipperen versnoepen versoberen versoepelen "
"versoften versomberen verspaansen verspanen verspannen verspelden verspelen "
"verspenen versperren verspieden verspijkeren verspillen verspinnen verspit "
"versplinteren verspoelen verspreiden verspreidingsgebied verspreken "
"verspringen verstadsen verstalen verstallen verstappen verstarren "
"verstatelijken verstedelijken versteedsen versteken verstellen verstempelen "
"verstenen versterken versterven verstevigen verstieren verstijven verstikken "
"verstillen verstoelen verstoffelijken verstoken verstokken verstommen "
"verstompen verstoppen verstoren verstoten verstouten verstouwen verstraffen "
"verstrakken verstrammen verstrekken verstrengelen verstrengen verstrijken "
"verstrikken verstrooien verstroppen verstuiken verstuiven versturen "
"verstuwen versuffen versuikeren versukkelen vertakelen vertakken vertalen "
"vertappen vertassen vertasten vertechniseren vertederen vertegenwoordigen "
"vertekenen vertellen verteren verteuten verticuteren vertienden "
"vertiendubbelen vertienvoudigen vertikken vertillen vertimmeren vertinnen "
"vertoeven vertolken vertonen vertonnen vertoornen vertragen vertrappelen "
"vertrappen vertreden vertrekken vertreuzelen vertroebelen vertroetelen "
"vertroosten vertrouwen vertrutten vertuien vertuisen vertwijfelen "
"veruiterlijken veruitwendigen vervaardigen vervagen vervalen vervallen "
"vervalsen vervaren vervatten verveelvoudigen vervelen vervellen verven "
"vervenen verversen vervetten verviervoudigen vervijfvoudigen vervilten "
"vervlaamsen vervlakken vervlechten vervlieden vervliegen vervlieten "
"vervloeien vervloeken vervluchtigen vervoederen vervoegen vervoeren "
"vervolgen vervolledigen vervolmaken vervoogden vervorderen vervormen "
"vervrachten vervreemden vervriezen vervroegen vervrolijken vervrouwelijken "
"vervuilen vervullen vervuren verwaaien verwaardigen verwaarlozen verwachten "
"verwarmen verwarren verwasemen verwassen verwateren verwedden verwegen "
"verweiden verwekelijken verweken verwekken verweldigen verwelken verwelkomen "
"verwelven verwennen verwensen verwereldlijken verweren verwerkelijken "
"verwerken verwerpen verwerven verwesteren verwestersen verweven verwezen "
"verwezenlijken verwijden verwijderen verwijlen verwijten verwijven verwijzen "
"verwikkelen verwikken verwilderen verwinden verwinnen verwinteren "
"verwisselen verwittigen verwoesten verwonden verwonderen verwonen verwoorden "
"verwoordigen verworden verworgen verwortelen verwrikken verwringen verwurgen "
"verzachten verzaden verzadigen verzagen verzakelijken verzaken verzakken "
"verzamelen verzamen verzanden verzegelen verzeggen verzeilen verzekeren "
"verzelfstandigen verzellen verzenden verzengen verzepen verzesvoudigen "
"verzetsheld verzetten verzieden verzieken verzien verzilten verzilveren "
"verzinken verzinnebeelden verzinnelijken verzinnen verzitten verzoeken "
"verzoenen verzoeten verzolen verzorgen verzotten verzouten verzuchten "
"verzuilen verzuimen verzuipen verzuren verzusteren verzwageren verzwakken "
"verzwaren verzwelgen verzwendelen verzweren verzwieren verzwijgen verzwijnen "
"verzwikken verzwinden vesten vestigen vestingwerken veteren vetkruid "
"vetmesten vetten vetweiden veugelen veulenen vexeren vezelen vibreren "
"vice-kampioen vice-wereldkampioen vicekampioen vicewereldkampioen vicomte "
"videobellen videospellen videotheken vieren vierendelen vierkanten "
"vierspanrijden viertakt viertaktmotoren viet vietnamiseren vigeren vigileren "
"vijf- vijfde vijgenwespen vijlen vijzelen vijzen villen vilten vimmen vinden "
"vindiceren vingeren vingerknippen vingerlezen vingerverven vinken vinvissen "
"violeren violiste vioolspelen viride viriliteit visbakken viseren visetende "
"visgraatparkeren visioneren visiteren viskaken visman vismarkt vissen "
"vissoort visualiseren visverwerkende vitamineren vitaminiseren vitten "
"vlagbreken vlagen vlaggen vlakbreien vlakdraaien vlakhameren vlakken "
"vlakmaken vlakmalen vlakopgaan vlakschuren vlakslijpen vlakstrijken "
"vlamboogsnijden vlammen vlamvatten vlassen vlastrekken vlechtbenen vlechten "
"vleesetend vleeshouwen vleesverwerkende vlegelen vleien vlekken "
"vlekkenpatroon vlekmineermotten vletten vlezen vlieden vliegen vliegeren "
"vlieggewicht vliegreizen vliegtuigspotten vliegvermogen vliegvissen vlieten "
"vliezen vlijen vlijmen vlinderen vlinderhaffen vlindervangen vloeien "
"vloeistofkoelen vloeken vloeren vlokken vlooien vlootvoogd vloten vlotten "
"vluchten vluggeren vlugschriften vmbo-t vocaliseren vochtafdrijven "
"vochtgehalte vochthoudende voeden voederen voedselexporteren voedsteren "
"voegen voelen voetballen voetballoopbaan voetbalzaken voeteren voetjevrijen "
"voetlikken voetspringen voetstampen vogelen vogelschieten vogelspinnen "
"voicemail volbabbelen volboeken volbouwen volbrassen volbrengen voldingen "
"voldoen volduwen voleinden voleindigen voleten volgemaakt volgen volgieten "
"volgooien volgroeien volhangen volharden volhouden volkiepen volkletsen "
"volkrabbelen volkrassen volksdansen volkwebbelen volladen vollen volleren "
"volleyballen volleyen vollopen vollullen volmachtigen volmaken volpakken "
"volpennen volplakken volplannen volplempen volpoepen volpompen volpraten "
"volprijzen volproppen volsabelen volschenken volscheppen volschieten "
"volschrijven volsmijten volspatten volspelen volstaan volstapelen volstoppen "
"volstorten volstouwen volstromen voltigeren voltikken voltooien voltrekken "
"voluit volvoeren volwerpen volzuigen vomeren vonkelen vonken vonkenzien "
"vonnissen voor-installeren voorafgaan voorbakken voorbedingen voorbehandelen "
"voorbehouden voorbeitsen voorbereiden voorbeschikken voorbeschouwen "
"voorbestemmen voorbewerken voorbidden voorbij-ijlen voorbijbrengen "
"voorbijdommelen voorbijdragen voorbijdraven voorbijdrijven voorbijdringen "
"voorbijfietsen voorbijfladderen voorbijflitsen voorbijgaan voorbijglijden "
"voorbijjagen voorbijkomen voorbijkruipen voorbijleiden voorbijlopen "
"voorbijmarcheren voorbijpraten voorbijrennen voorbijrijden voorbijschieten "
"voorbijschuiven voorbijsluipen voorbijsnellen voorbijspurten voorbijstappen "
"voorbijsteken voorbijstevenen voorbijstreven voorbijstromen voorbijtrekken "
"voorbijvaren voorbijvliegen voorbijwaggelen voorbijwandelen voorbijzeilen "
"voorbijzien voorbijzwemmen voorbijzweven voorbinden voorblazen voorblijven "
"voorboren voorbraden voorbrengen voorcijferen voordansen voorde voordienen "
"voordoen voordragen voordringen voordrogen voordrukken vooretten "
"voorfinancieren voorgaan voorgaren voorgedefinieerde voorgeleiden "
"voorgelogen voorgenoemde voorgeven voorgloeien voorgoochelen voorgooien "
"voorhaken voorhalen voorhangen voorhebben voorhoofdsbeen voorhouden "
"voorhuichelen voorhuwelijkssparen voorinnemen voorjokken voorkaaien "
"voorkauwen voorkiemen voorkoken voorkomen voorkopen voorkrijgen voorkruipen "
"voorkómen voorlaatste voorlakken voorlaten voorleggen voorleiden voorleven "
"voorlezen voorlicht voorlichten voorliegen voorliggen voorlooien voorlopen "
"voormaken voormelken voormeten voornemen vooronderstellen voorontvangen "
"vooropfietsen vooropgaan vooroplopen vooropplaatsen vooroprennen "
"vooroprijden vooroproeien vooropstellen vooropsurfen vooropzetten "
"vooropzwemmen vooroverbuigen vooroverbukken voorovergaan vooroverhangen "
"vooroverhellen vooroverhouden vooroverleggen vooroverleunen vooroverliggen "
"vooroverlijden vooroverlopen vooroverstaan voorovervallen vooroverzakken "
"vooroverzitten voorpiepen voorponsen voorpraten voorpreken voorprevelen "
"voorprijzen voorprinten voorproeven voorprogrammeren voorpubliceren "
"voorreinigen voorrekenen voorrekken voorrijden voorrollen voorschakelen "
"voorschieten voorschotelen voorschrijven voorschuiven voorselecteren "
"voorsinteren voorslaan voorslapen voorslijpen voorsmijten voorsnijden "
"voorsorteren voorspannen voorspatbord voorspelden voorspelen voorspellen "
"voorspiegelen voorspinnen voorspoelen voorspreken voorsprong voorstaan "
"voorsteken voorstellen voorstemmen voorstoten voortademen voortarbeiden "
"voortbabbelen voortbestaan voortbewegen voortblazen voortbliksemen "
"voortbloeden voortboeren voortbomen voortborduren voortbouwen voortbranden "
"voortbrengen voortdobbelen voortdoen voortdolen voortdonderen voortdraaien "
"voortdragen voortdraven voortdrentelen voortdribbelen voortdrijven "
"voortdringen voortdromen voortdrummen voortduren voortduwen voortdwalen "
"voortekenen voortellen voorteten voortgaan voortgalopperen voortgeven "
"voortglijden voortgroeien voorthaasten voorthelpen voorthinken voorthollen "
"voorthotsen voorthuppelen voorthuppen voortijlen voortjagen voortkabbelen "
"voortkankeren voortkomen voortkruien voortkruipen voortkuieren "
"voortkwakkelen voortkweken voortleren voortleven voortlezen voortlokken "
"voortlopen voortmaken voortmarcheren voortmijmeren voortnummeren voortoveren "
"voortpeinzen voortplanten voortploegen voortploeteren voortranselen "
"voortrazen voortreden voortredeneren voortregenen voortregeren voortreizen "
"voortrekenen voortrekken voortrennen voortrijden voortroeien voortroken "
"voortrollen voortrukken voortscharrelen voortschieten voortschoppen "
"voortschreeuwen voortschreien voortschrijden voortschrijven voortschuiven "
"voortsjokken voortsjouwen voortslaan voortslapen voortslepen voortsleuren "
"voortslingeren voortsluipen voortsneeuwen voortsnellen voortspelen "
"voortspinnen voortspoeden voortspreken voortspringen voortspruit "
"voortspruiten voortstappen voortstaren voortstevenen voortstomen "
"voortstormen voortstrijden voortstromen voortstrompelen voortstrooien "
"voortstuderen voortstuiven voortstuwen voortsudderen voortsuffen "
"voortsukkelen voorttelefoneren voorttelen voorttellen voorttieren "
"voorttobben voorttorsen voorttrappen voorttreden voorttrekken voorttuimelen "
"voortturnen voorttwisten voorturnen voortvaren voortverkopen voortvertellen "
"voortvliegen voortvloeien voortvluchten voortwaaien voortwaggelen "
"voortwandelen voortwerken voortwiegelen voortwiegen voortwoekeren "
"voortworstelen voortwroeten voortwurmen voortzeggen voortzeilen voortzenden "
"voortzetten voortzeuren voortzeveren voortzwemmen voortzwepen voortzweren "
"voortzwieren voortzwoegen vooruitbestellen vooruitbetalen vooruitblikken "
"vooruitboeren vooruitbranden vooruitbrengen vooruitdenken vooruitdraven "
"vooruitdrijven vooruitdringen vooruitduwen vooruitdwingen vooruitgaan "
"vooruithelpen vooruitijlen vooruitjagen vooruitkijken vooruitkomen "
"vooruitlopen vooruitmaken vooruitnemen vooruitpraten vooruitreizen "
"vooruitrennen vooruitrijden vooruitschieten vooruitschoppen vooruitschrijden "
"vooruitschuiven vooruitsnellen vooruitspoelen vooruitspringen vooruitsteken "
"vooruitstreven vooruitstuiven vooruitvliegen vooruitwandelen vooruitwerken "
"vooruitwerpen vooruitzeilen vooruitzenden vooruitzetten vooruitzien "
"voorvallen voorverbeelden voorverhitten voorverkopen voorverpakken "
"voorverpakt voorvertalen voorverwarmen voorvliegen voorvoegen voorvoelen "
"voorvormen voorvriezen voorwarmen voorwegen voorweiden voorwenden voorwerken "
"voorwerpen voorzeggen voorzetten voorzien voorzingen voorzitten voorzweven "
"vorderen vorkbeen vormen vormgeven vorsen vorstenlanden vossen voteren "
"vouwen vozen vrachtvaren vragen vredelievende vreemdgaan vreten vrezen "
"vriesdrogen vriezen vrijbuiten vrijbuiteren vrijbuten vrijdenken vrijdingen "
"vrijdobbelen vrijen vrijgeven vrijhouden vrijkennen vrijkomen vrijkopen "
"vrijlaten vrijleggen vrijleven vrijliggen vrijloopt vrijlopen vrijloten "
"vrijmaken vrijpakken vrijpleiten vrijscheppen vrijspelen vrijspreken "
"vrijstaan vrijstellen vrijvaren vrijvechten vrijverklaren vrijwaren "
"vrijwielen vrijzetten vrijzwemmen vrolijken vuilbekken vuilmaken "
"vulgariseren vulkaniseren vullen vuren vutten vuurhouden vuurkracht "
"vuurlassen vuurspugen vuurspuwen vóórkomen waaien waaieren waaierrijden waar "
"waarborgen waarderen waarheidsdenken waarmaken waarmerken waarnemen "
"waarschuwen waarzeggen wachten wachthouden wachtlopen waden wadlopen "
"waffelen wagen waggelbenen waggelen waken wakkeren walen walgen walken "
"wallebakken wallen walmen walsen wamen wammen wanboffen wandbeen wandelen "
"wandelgidsen wandelrijden wanen wanhopen wankelen wannen wanten wantenweven "
"wantrouwen wapenen wappen wapperen warmdraaien warmen warmlopen warmspuiten "
"warmteminnen warmwaterroten warrelen warren wasemen wassen wateraantrekkend "
"waterafstotend waterafstotende waterbewonen waterbouwkunde waterdiepte "
"waterdoorlatend waterdoorlatende waterdragegen wateren waterfietsen "
"watergaasvliegen watergekoeld watergekoelde watergolven waterhouden "
"waterkerende waterminnende waternemen wateroppervlakte waterpassen "
"waterskiën waterslangen waterspitten watersport watersporten "
"waterstofbromide waterstofchloride waterstofcyanide waterstoffluoride "
"waterstofsulfide watertanden watertrappen watertreden watervallen waterveld "
"watervoeren watteren wauwelen wazen wecken wedden wederantwoorden wedereisen "
"wedergeboren wedergeven wederhoren wederhouden wederinvoeren wederkeren "
"wederkomen wederkrijgen wederopbloeien wederopbouwen wederopleven "
"wederopstaan wedervaren wedervergelden wedervinden wederzien wedijveren "
"wedlopen wedstrijddansen wedstrijdfit wedstrijdrijden wedstrijdroeien "
"wedstrijdzeilen weekeinden weekenden weeklagen weekschildpadden weerbellen "
"weergalmen weergeven weerhebben weerhouden weerkaatsen weerkeren weerklinken "
"weerkomen weerkrijgen weerleggen weerleveren weerlichten weeromkomen "
"weerschallen weerschijnen weerspiegelen weerspreken weerstaan weerstreven "
"weersturen weervaren weervinden weerzien weeskind weesten weetwoord "
"wegademen wegbabbelen wegbaggeren wegbannen wegbeitelen wegbenen wegbergen "
"wegbezemen wegbezuinigen wegbijten wegbikken wegblazen wegblijven "
"wegbliksemen wegblubberen wegboenen wegboksen wegbombarderen wegbonjouren "
"wegbranden wegbreken wegbrengen wegbrokkelen wegbuigen wegcijferen "
"wegconcurreren wegdeemsteren wegdenken wegdieven wegdoen wegdoezelen "
"wegdommelen wegdonderen wegdooien wegdraaien wegdragen wegdraven "
"wegdribbelen wegdrijven wegdringen wegdromen wegdruipen wegdrukken "
"wegdrummen wegduiken wegduwen wegdwalen wegdwarrelen wegdweilen wegebben "
"wegen wegenbeheer wegeren wegeroderen wegeten wegfantaseren wegfietsen "
"wegfilteren wegfladderen wegflikkeren wegflitsen wegfrezen wegfrommelen "
"weggaan weggalopperen weggappen weggegraven weggeven weggieten wegglijden "
"wegglippen weggommen weggooien weggraaien weggraven weggrijpen weggrissen "
"weggummen weghaasten weghakken weghalen weghangen wegharken weghebben "
"weghelpen weghollen weghonen weghouden weghuppelen wegijlen wegjagen "
"wegkammen wegkankeren wegkapen wegkappen wegkegelen wegkeilen wegketsen "
"wegkiepen wegkieperen wegkijken wegklappen wegkletsen wegklikken wegkloppen "
"wegknagen wegknikken wegknippen wegkomen wegkopen wegkoppen wegkrabbelen "
"wegkrabben wegkrimpen wegkruien wegkruipen wegkuieren wegkussen wegkwijnen "
"weglachen weglaten weglaveren wegleggen wegleiden weglekken weglezen "
"weglikken weglokken wegloodsen weglopen weglullen wegmaaien wegmaken "
"wegmalen wegmarcheren wegmasseren wegminderen wegmixen wegmoffelen wegmolmen "
"wegnemen wegorganiseren wegpakken wegpesten wegpiepen wegpikken wegpingelen "
"wegpinken wegplukken wegpoetsen wegpompen wegpraten wegpromoveren "
"wegrace-seizoen wegraderen wegraken wegredeneren wegregenen wegreizen "
"wegrennen wegretoucheren wegrijden wegrit wegritsen wegroepen wegroesten "
"wegrollen wegrossen wegrotten wegroven wegruimen wegrukken wegsaneren "
"wegschaven wegschenken wegscheppen wegscheren wegscheuren wegschieten "
"wegschimmelen wegschoppen wegschrappen wegschrijven wegschrobben wegschuilen "
"wegschuiven wegschuren wegsiepelen wegsijpelen wegsjokken wegsjouwen "
"wegslaan wegslenteren wegslepen wegslijpen wegslijten wegslikken "
"wegslingeren wegslinken wegslippen wegsluipen wegsluiten wegsluizen "
"wegslurpen wegsmelten wegsmijten wegsnappen wegsnellen wegsnijden wegsnoeien "
"wegsnoepen wegsnuiten wegsoezen wegspelen wegspoeden wegspoelen wegspringen "
"wegsprinten wegspuiten wegspurten wegspuwen wegstaan wegstappen wegstarten "
"wegsteken wegstelen wegstemmen wegsterven wegstevenen wegstomen wegstoppen "
"wegstormen wegstoten wegstouwen wegstrepen wegstrijken wegstromen wegstuffen "
"wegstuiteren wegstuiven wegsturen wegsuffen wegtakelen wegteren wegtikken "
"wegtillen wegtochten wegtorsen wegtoveren wegtrappen wegtreiteren wegtrekken "
"wegtreuren wegtrippelen wegtroggelen wegtronen wegtrouwen wegvagen wegvallen "
"wegvangen wegvaren wegvegen wegvissen wegvlieden wegvliegen wegvlieten "
"wegvloeien wegvloeken wegvluchten wegvoeren wegvreten wegwaaien wegwandelen "
"wegwapperen wegwassen wegwensen wegwentelen wegwerken wegwerpen wegwezen "
"wegwielrennen wegwijken wegwippen wegwissen wegwrijven wegwuiven wegzagen "
"wegzakken wegzeilen wegzenden wegzetten wegzingen wegzinken wegzuigen "
"wegzuipen wegzuiveren wegzwaaien wegzwemmen wegzweven weiden weifelen "
"weigeren wekken weldoen welgaan welgeordende welgevallen welgevormd welken "
"wellen welslagen welsprekend welvaren welven wemelen wenden wenen wenken "
"wennen wensdenken wensen wentelen wereldbekende wereldbekerdebuut "
"wereldbekerpunten wereldgeest weren werken werkenden werkstukken "
"werktuigbouwkunde werkzoekenden werpen wert wervelen werven west-noordwesten "
"westelijken westerlengte westnoordwesten westzuidwesten weten wetenschapsman "
"weteren wetgevende wetten wettigen weven whisten wichelen wichelroedelopen "
"wiebelen wieden wiegelen wiegen wieken wielen wielerloopbaan wielrennen "
"wielrijden wielwebspinnen wiemelen wieroken wieuwen wiewauwen wiezen "
"wiggelen wiggen wijden wijdte wijdverspreid wijeren wijken wijlen wijnpersen "
"wijnproduceren wijnroeien wijnverlaten wijsmaken wijt wijten wijzen wijzigen "
"wikkelen wikken wilayat wildkamperen wildplakken wildplassen wildstropen "
"wildwaterkanoën wilgenroosjesmotten willen willigen wimpelen windelen winden "
"windsurfen winkelen winkelruimte winkelskijken winnen winstgeven winteren "
"winterkoningen winterlinde winterschaatsen wintersporten wippen wispelen "
"wispelstaarten wisselen wissen witgekalkt witgepleisterd witkoken "
"witloftrekken witlooien witrijzen witschilderen witte wittebroodsweken "
"witten witwassen woeden woekeren woelen woerd woerden wohltemperierte "
"woiwode wokken wold wolfspinnen wolkaarden wolken wolmaniseren wolplukken "
"wolscheiden wolven wolwassen wonderen wonen woonoord woonsparen "
"woordenziften worden worgen wormslangen worstelaars worstelen "
"worstelevenementen wortelen wortelschieten wortelschrapen worteltrekken "
"wouwen wraken wreken wren wrensen wriemelen wriggelen wrijven wrikkelen "
"wrikken wringen wrochten wroegen wroet wroeten wrokken wrongelen wuiven "
"wurgen wurmen wurtelen xeroxen yahtzeeën yard yosemite yuccamotten "
"zaaddorsen zaagden zaaien zaalkerk zabbelen zabberen zachtbehaard zadelen "
"zakendoen zakgeld zakken zakkenrollen zaklopen zaksikkelmotten zakspringen "
"zakstoten zaligen zaligverklaren zalven zamelen zanden zandingestrooide "
"zandschilderen zandslaan zandsnijden zandstralen zanen zaniken zanten "
"zapovednik zappen zaterdagavondgevoel zavelen zeegaande zeeheld zeeldraaien "
"zeelt zeeschildpadden zeeschuimen zeeslangen zeevarend zeevarende zeeweren "
"zeezeilen zegelen zegelplakken zegenen zegepralen zegevieren zeggen zeiken "
"zeilen zeilvliegen zeilwedstrijden zekeren zekerstellen zelfbesturen "
"zelfcorrigeren zelfgebouwde zelfgemaakt zelfgenezen zelfmoorden zelfregeren "
"zelfreguleren zelfvoorzienende zemelen zemelknopen zemen zen zenden "
"zendvermogen zengen zenuwen zepen zesde zetelen zetten zeulen zeuren zeven "
"zeveren zichten zieden ziegezagen zieken ziekmakend ziekmakende "
"ziekte-aftreden ziekzijn zieltogen zien ziften zigzaggen zijdereden zijgen "
"zijklepmotoren zijlvest zijn zijpelen zilverdraadtrekken zilvertrekken "
"zimmen zin zinderen zingen zinken zinnen zinspelen zippen zitbeen zitten "
"zittenblijven zoden zodevormen zoedelen zoekbrengen zoeken zoekmaken "
"zoekraken zoekspelen zoemen zoenen zoetbrengen zoeten zoetgeuren zoetschaven "
"zoetvijlen zoeven zolderen zolen zomen zomeren zonderen zondigen zonen "
"zonnebaden zonschijnen zooien zoomen zorgdragen zorgen zottebollen zouk "
"zouten zoutminnende zoutzieden zouwen zoöloog zuchten zuid-noord zuidelijken "
"zuidzuidwesten zuigen zuimen zuinigen zuipen zuiveren zullen zulten zuren "
"zuurstofduiken zuurverdiende zwaaien zwaarbeschadigd zwaarden zwaardvechten "
"zwaargebouwd zwaargewond zwabberen zwachtelen zwakken zwalken zwalpen "
"zwaluwstaarten zwammen zwanzen zwart-witdenken zwartblakeren zwarten "
"zwartepieten zwartgeblakerde zwartkijken zwartlijven zwartmaken zwartrijden "
"zwartselen zwartvissen zwartwerken zwatelen zwavelen zwavelgehalte "
"zwavelhoudende zweden zweefvliegen zweepslagen zweetvoeten zweien zwelen "
"zwelgen zwellen zwemen zwemkleren zwemmen zwemsporten zwendelen zwengelen "
"zwenken zwepen zweren zwermen zwerven zweten zwetsen zweven zwichten "
"zwieberen zwiepen zwierbollen zwieren zwiertslaan zwijgen zwijggeld "
"zwijmelen zwijmen zwijnen zwikken zwindelen zwingelen zwirrelen zwoegen zèlf "
"ëmuleren ëxtruderen ïnterviewen ïntroniseren üploaden ʿabdben β-onverzadigde "
"δ-kaart \u200b\u200bbekend"
).split()
)